De Leidse Mata Hari

Herinner mij er niet aan – Wouter Kalkman – Gingko Leiden – 256 blz.

Waarom een boek over Hella ten Cate Brouwer (1914 – 1986)? Waarschijnlijk was het er nooit gekomen als Wouter Kalkman niet had ontdekt dat Hella lange tijd op de Wassenaarseweg 2 te Leiden woonde, het adres waar Kalkman nu zelf woont. In 2003 stond er een artikel over haar in het Leids Dagblad, waarin ze de ‘Leidse Mata Hari’ werd genoemd. Beide zaken inspireerden de schrijver om dieper in het leven van Hella ten Cate Brouwer te duiken.

Om een inzicht te geven in het karakter van Hella ten Cate Brouwer, hierna steeds Hella genoemd, schetst Wouter Kalkman hoe ze voor de oorlog in het leven stond. Ze had namelijk een avontuurlijke geest. Op 6 januari 1938 plaatste Hella een advertentie in de Telegraaf, waarin ze zich aanbood als secretaresse met belangstelling voor buitenlandse evenementen.

De ‘zakenman’ Willem Gerth van Wijk reageerde op de advertentie. Hij had in Nederlandse consulaire dienst gewerkt en was in 1938 een beruchte persoon in de zakenwereld. In feite was hij een losbol en avonturier. Hij nam Hella mee naar Frankrijk en Spanje, waar hij hotelkamers met haar deelde. Hij raakte door zijn financiën heen en probeerde geld los te peuteren van Hella’s vader die een tegelfabriek bezat. Vader trapte er niet in en schakelde zelfs een advocaat in, omdat Van Wijk Hella nog moest betalen. Het drong uiteindelijk tot Hella door dat Van Wijk een oplichter was.

Amateuristisch verzet

Toen de oorlog uitbrak ontstonden er verschillende Zuid-Hollandse verzetsgroepen, zo ook een paar in Leiden. Ze opereerden nogal amateuristisch.  Hella’s broer Dirk was lid van een Leidse verzetsgroep samen met o.a. Bauke Planjer en Klaas den Dikken. Hella verrichtte voor de groep hand- en spandiensten. Ze zorgde voor het bewaren en de verspreiding van een verzetskrant. Haar broer Dirk werd al vrij snel gearresteerd.  Aan het begin van de oorlog was hij bepaald anti-Duits, maar na zijn arrestatie liep hij over naar de Duitsers. Zijn rol is niet helemaal duidelijk, maar vermoedelijk infiltreerde hij in verzetsgroepen om het doen en laten van de leden door te briefen aan de SD.

Bauke Planjer en Klaas den Dikken werden op 18 september 1941 gearresteerd en Hella een week later. Ze belandden in Scheveningen in Het Oranje Hotel. De arrestaties hadden van doen met een situatieschets van vliegveld Valkenburg. Planjer en Den Dikken hadden die gemaakt. Nadien nam Hella de schuld op zich, want als de doodstraf werd geëist zou zij worden gespaard, omdat de Duitsers vrouwen altijd gratie verleenden na zo’n uitspraak. Op zondag 2 november 1941 stonden Hella, Bauke en Klaas terecht voor een militaire rechtbank in Amsterdam. Zoals afgesproken vertelde Hella dat zij de kaart had getekend en per ongeluk had achtergelaten in het huis van Bauke Planjer, waar hij werd gevonden. Tegen alle drie werd de doodstraf geëist, want het doorgeven van militaire gegevens (Valkenburg werd door de Duitsers als militair vliegveld gebruikt) werd gezien als spionage voor de vijand en daar stond de doodstraf op. Op 17 december 1941 werd het vonnis bevestigd. Hoger beroep was onmogelijk. Het doodvonnis zou op 18 april 1942 worden voltrokken, maar dat gebeurde niet.

Een voorstel

Het voorarrest van Planjer en Den Dikken werd voor onbepaalde tijd verlengd. De twee werden zogenaamde Nacht und Nebel gevangenen. Dat betekende dat de Duitsers alles met ze konden doen. Ze konden naar alle kampen in Europa worden getransporteerd en daar zouden ze dan waarschijnlijk door uitputting vanwege slechte voeding en te zwaar werk om het leven komen. Planjer overleefde de oorlog, maar Klaas den Dikken niet. Hella die inderdaad gratie had gekregen, werd in haar cel in Het Oranje Hotel regelmatig bezocht door Kurt Lahr. Deze SD’er had de drie na hun arrestatie ook ondervraagd. Nu was hij Hella’s Sachbearbeiter, een zaakbehandelaar. Hij praatte op haar in en haalde haar over om deel te gaan nemen aan de opleiding tot spionne voor de Duitsers. Hella stemde daar in toe. Ze ging naar de spionnenschool Seehof in Den Haag en werkte drie jaar lang voor de Duitsers.

Dubbelspionne

Hella werd in Italië gearresteerd en uiteindelijk gevangen gezet in de Holloway gevangenis in Londen. Ze werd gezien als dubbelspionne. Ze kwam in contact met de Nederlandse luitenant kolonel Oreste Pinto die naam had gemaakt als spionnenvanger. Hij werkte voor de BNV, de voorloper van de BVD en ondervroeg Hella. Ze kregen zelfs een relatie, maar in 1948 gingen de twee uit elkaar. Over zijn belevenissen als spionnenjager schreef Pinto een paar boeken die in Engeland werden uitgebracht. Voor de Nederlandse markt werd een televisieserie ontwikkeld die ‘De fuik’ ging heten. Een van die verhalen had de titel ‘Louise’ en was gebaseerd op het leven van Hella. Toen haar dat ter ore kwam, stelde ze alles in het werk om de uitzending te voorkomen. Ze spande een kort geding aan tegen de KRO (die de serie uitzond). Op maandag 26 november 1962 behandelde de president van de rechtbank in Amsterdam het kort geding. Na de oorlog was ze in de anonimiteit gebleven en dat wilde ze zo houden. Geen televisie-uitzending die haar aan haar twijfelachtige oorlogsverleden zou herinneren. Ze won het kort geding en de uitzending kwam er nooit.

Twijfelachtig verleden

De titel van het boek Herinner mij er niet aan is goed gekozen. Hella ten Cate Brouwer heeft na de oorlog net gedaan alsof ze haar spionagewerk voor de Duitsers bewust had gekozen om het moment af te wachten dat ze kon overlopen naar de geallieerden. Dat deed ze inderdaad in Italië waar ze was gestationeerd. Ik krijg sterk het gevoel dat ze dat etiket er naderhand heeft opgeplakt om zichzelf vrij te pleiten. Er zijn voorbeelden van mensen die hebben geweigerd om voor de Duitsers te gaan werken, zoals de ter dood veroordeelde verzetsstrijder Donald Bamberg die heeft gezegd: ‘Als ik toch dood moet, dan wil ik sterven als soldaat en niet als landverrader.’

Wouter Kalkman heeft veel onderzoek verricht. Dat is te zien aan de literatuurlijst. Hij heeft een interessant boek geschreven over Hella ten Cate Brouwer. Een verhaal dat weer een stukje toevoegt aan de nooit eindigende puzzel die de Tweede Wereldoorlog nu eenmaal is.

Pieter Feller

Dit boek is te bestellen bij uitgeverij Gingko te Leiden

Andere recensies

Zo’n dag waarop er niets gebeurt – Daan Remmerts de Vries – Illustraties: Hanneke Siemensma – Hoogland & Van Klaveren – 32 blz. Je hebt heel veel verschillende prentenboeken. Het ene prentenboek kun je voorlezen en het kind kan dan zelf de prent bekijken....
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
De verloren godin – Jacob Slavenburg – London Books – 300 blz. In dit boek, met als ondertitel ‘de invloed op de vrouw-man relatie’, vertelt cultuurhistoricus Slavenburg in een korte geschiedenis hoe de overgang van de vrouwelijke naar de mannelijke wereld plaatsvond. Het boek...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Mens & Maatschappij, Non-fictie
| Reageer!
De bedreigde schildpad – Hannah Gold – Vertaling: Sandra Hessels – Illustraties: Levi Pinfold – Volt – 360 blz. De elf jarige Silver zit het liefst in de eikenboom in haar achtertuin. Daar komt ze tot rust en kan ze even zichzelf zijn. Tussen...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!