De ziel van een natie

Notre-Dame – Agnès Poirier – Vertaling: Robert Neugatten – Unieboek Het Spectrum – 256 blz.

Parijs. 15 april 2019. Uit alle uithoeken van de wereld stroomt een golf van emotie naar het kleine Île de la Cité, de wieg van Frankrijk. In Frankrijk luiden alle kerkklokken. Op de Quai Saint-Michel laten jonge en minder jonge Parijzenaars zich op hun knieën zakken. Ze bidden in stilte terwijl anderen weesgegroetjes fluisteren. Allen kijken met ongeloof en vertwijfeling naar het apocalyptische inferno dat zich voor hun ogen afspeelt: het dak van de Notre-Dame staat in brand. De torenspits, 750 ton aan zwaar eikenhout en lood komt met een donderend geraas naar beneden. Generaal Gallet, veteraan van de oorlog in Afghanistan en hoofdcommandant van de Parijse brandweer, analyseert de situatie en besluit krachtdadig te handelen. Met toestemming van president Macron laat hij zijn elite-eenheid met gevaar voor eigen leven de noordelijk toren van de kathedraal binnenkruipen om bluswerken uit te voeren. Met succes. De actie zorgt ervoor dat de torens en de voorgevel gevrijwaard worden en het instortingsgevaar verdwijnt. Het gebouw is gered.

Het eerste hoofdstuk van deze liefdesverklaring aan de Parijse kathedraal is een journalistiek pareltje. Vanuit het standpunt van enkele belangrijke personen beschrijft journaliste Agnès Poirier (°1975) wat er zich die avond afspeelde. Er is niet alleen generaal Gallet. Ook erfgoedspecialisten spoedden zich naar de plaats van de ramp om kostbare relikwieën waaronder de doornenkroon van Christus en kunstschatten te redden. De auteur beschrijft het allemaal op een wervelende en adembenemende manier. Knap gedaan.

Waarom waren we zo getraumatiseerd door deze ramp vraagt Poirier zich af. ‘De Notre-Dame is altijd veel meer geweest dan een kathedraal, een plaats waar katholieken hun geloof belijden en een prachtig monument met glas-in-loodramen uit de dertiende eeuw. De Notre-Dame is een van de grootste architectonische prestaties van de mensheid, het aangezicht van onze beschaving en de ziel van een natie. Ze is zowel gewijd als wereldlijk, gotisch als revolutionair, middeleeuws als romantisch. Ze was altijd een plaats van gemeenschap, een veilig heenkomen voor iedereen, gelovigen en atheïsten, katholieken en mensen van andere gezindten’.

Met dit citaat is de toon gezet voor de rest van het boek waarin de auteur verhaalt over een aantal belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van de kathedraal. De nadruk ligt vooral op de late achttiende en negentiende eeuw. De vraag kan hierbij gesteld worden waarom er vrijwel niets noemenswaardig over dit gebouw kan gezegd worden tussen de eerstesteenlegging in de twaalfde eeuw en de Franse Revolutie. De kathedraal werd toen gedurende korte tijd Tempel van de Rede. Napoleon kroonde er zichzelf enkele jaren later tot keizer. Maar het gebouw was toen in erbarmelijke staat. Victor Hugo’s Notre-Dame de Paris betekende een pleidooi voor de redding van het gebouw. Architect Viollet-le-Duc realiseerde de restauratie terwijl Haussmann de omgeving van de kathedraal op een drastische en nietsontziende manier herinrichtte. Agnès Poirier adoreert de Notre-Dame. Het boek is zeker informatief maar mist toch wat diepgang. Het is te veel een lofprijzing. Kritische objectieve nuanceringen of een bredere context komen niet aan bod.

De auteur besluit haar verhaal met de discussie over de reconstructie. De gulheid van rijke en machtige families voor ‘een vervallen oude kerk’ leidde onder andere tot woede bij de Gele Hesjes. De oproep van president Macron om de Notre-Dame in slechts vijf jaar ‘mooier dan ooit tevoren’ opnieuw op te bouwen, veroorzaakte een lawine van ideeën en verdeelde Frankrijk in de altijd voortdurende strijd tussen ‘les modernes’ en ‘les anciens’. Agnès Poirier besluit haar boek met de vaststelling dat er nog heel wat verbale schermutselingen, relletjes en controverses over de donaties en de aanpak van de restauratie zich zullen voordoen. Maar van een ding is ze overtuigd: de Fransen willen ontzag blijven ervaren. De Notre-Dame is van alle Franse burgers. ‘Atheïsten en gelovigen vinden hier dezelfde herinneringen om de simpele reden dat het de herinneringen van Frankrijk zijn.’

Kris Muylle

Andere recensies

Het dagboek van de grote boze wolf – Ben Miller – Vertaling: Tosca Menten – Van Holkema & Warendorf – 240 blz. Wat een hilarisch verhaal, dit dagboek van de grote boze wolf. Aan het begin van het verhaal is de winter net afgelopen...
Lees verder Categorie: Humor, Kinderboeken
| Reageer!
Wij van de Ripetta – Tomas Lieske – Querido – 231 blz. In deze roman laat Lieske de Engelse schrijver en toneelspeler William Shakespeare naar Rome reizen. In werkelijkheid is hij daar nooit geweest, maar het levert een verrassend boek op als Shakespeare daar...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!
Het jaar van Bonk – Tiny Fisscher – Illustraties: Sophie Pluim – Volt – 314 blz. Wanneer Finn de nieuwe buurt vanuit een kastanjeboom door zijn verrekijker verkent, wordt hij ruw verstoord door Zwaan die het niets vindt om bespied te worden door een...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Kinderboeken
| Reageer!