Een indrukwekkende tijdreis naar de Tweede Wereldoorlog
Lijn 45 – Merel Kan – Uitgeverij De Orkaan – 278 blz.
De middelbare scholieren Bet, Jeroen, Martijn, Arthur, Dirk en Theresa worden door hun juf uitgekozen om een tijdreis naar de Tweede Wereldoorlog te maken. De lerares geschiedenis werkt in het geheim aan heel andere dingen en vraagt hen op een dag zomaar om na te blijven. Juf Hoedemaker wil hen een groot geheim vertellen, zegt ze, maar daarvoor moeten ze wel een geheimhoudingsverklaring ondertekenen. Wat kan er nu zo geheim zijn, dat je een verklaring moet ondertekenen, vragen de studenten zich af. Op zondag hebben ze afgesproken zich te verzamelen in het lege schoolgebouw, bepakt met een kleine rugzak.
Wanneer de kinderen op zondagmiddag verschijnen is juf duidelijk zeer nerveus en vertelt dat er iets vreselijk is misgegaan. Terwijl ze voetstappen horen op de gang die steeds dichterbij komen, krijgen ze een mobiele telefoon in hun hand gedrukt waarop ze nummers in moeten toetsen en op ‘oké’ drukken. Vlak voordat ze verdwijnen horen ze een knal en zien ze hun juf in elkaar zakken, waarbij een vurige rode vlek op haar borst verschijnt. Ze belandden in de Tweede Wereldoorlog, terwijl hen niet duidelijk is wat ze er eigenlijk komen doen.
Het boek is van begin tot eind zeer spannend. Merel Kan weet haar lezers op een makkelijke manier te betrekken bij het verhaal waardoor je het op het puntje van je stoel leest en je het boek niet meer weg kan leggen tot het uit is. Haar schrijfstijl is grappig en leest zeer prettig. Het feit dat het hierbij om situaties gaat die écht gebeurd zijn, maakt het boek nog interessanter.
Op de voorkant van het boek zie je een plaatje van een vliegtuig. De bemanning springt boven de Zaanstreek uit het toestel en wordt opgevangen door de plaatselijke bevolking. Als wraakactie worden de volgende dag vier burgers gefusilleerd. Voor hen is een monument opgericht dat staat op de Leeghwaterweg bij de Zaanse Schans. Martijn en Bet maken in het boek een razzia mee, die volgt op de verdwijning van de bemanning. Bij één van hen, een drogist, was een parachute gevonden. De man had de parachutestof willen gebruiken om kleding van te maken. Martijn en Bet wordt verzocht om in de buurt van de boerderij te blijven, omdat het gerucht gaat dat de Duitsers vanuit rijdende auto’s burgers lukraak zullen neerschieten als vergeldingsactie. Nu ze zomaar in het verleden terecht zijn gekomen, denken Bet en Martijn dat ze de fusillade misschien kunnen voorkomen en bedenken een plan. De volgende dag, wanneer ze kinderen tegenkomen die aan het vliegeren zijn, iets dat ook verboden is, zijn ze echter toch getuige van de moordpartij.
Merel Kan is oprichter en voorzitter van de Stichting Monumenten Spreken. Met Monumenten Spreken maakte ze achtentwintig minidocumentaires over verhalen achter Zaanse oorlogsmonumenten. Hierdoor ontstond bij haar het idee om een boek te gaan schrijven, voor en over kinderen. Op deze manier hoopte ze de verhalen over de oorlog iets toegankelijker te maken. Ik denk dat zij in die opzet prima is geslaagd en dat het boek heel geschikt is voor scholieren van het middelbaar onderwijs. In het verhaal worden gebeurtenissen beschreven die echt hebben plaatsgevonden in de Zaanstreek. Zo helpen ze piloot Merril Olson die met zijn vliegtuig neerstortte bij Westzaan en ontdekken ze dat er mensen ondergedoken zitten in de Bonifatiuskerk. Al deze verhalen kan je nalezen op de website van Monumenten Spreken.