Een Nederlandse Agatha Christie?
Moord op de moestuin – Nicolien Mizee – Nijgh & Van Ditmar – 237 blz.
Moord op de moestuin wordt op de cover een roman genoemd en dat dekt de lading. De titel suggereert ook een spannend boek, maar dat is het niet echt.
Judith, het belangrijkste personage dat je als alter-ego van Nicolien Mizee zou kunnen zien, is drie dagen getrouwd met de wat oudere onderwijzer Thijs, als hij een hartaanval krijgt. Hij wordt opgenomen in het ziekenhuis en ondergaat een hartoperatie. Thuisgekomen ontpopt de voorheen zo levenslustige Thijs zich tot een stille bankzitter die nergens meer zin in heeft. Cora, de zus van Judith, en haar man Ab grijpen in, ook omdat de buurman van Thijs en Judith, zijn huis aan het verbouwen is (vijf Tsjechen zijn er aan het slopen) en in dat helse kabaal kan Thijs niet herstellen. Ze huren een huisje op het terrein van het landgoed Groenlust, dat, geheel toevallig, in het bezit is van twee oude vriendinnen van Cora en Judith, Fiep en Anne Lanssen.
“De dag nadat Cora het zomerhuis had gehuurd, belde de buurman aan. Hij was chirurg en ging zo nu en dan naar Schotland om herten dood te schieten.”
Zulke zinnetjes zijn kenmerkend voor de terloopsheid waarmee Mizee personages karakteriseert.
Het duurt lang voordat de moord echt ter sprake komt. Ja, er is de vermissing van Friso Lanssen, de vader van Fiep en Anne, maar die is al zo lang verdwenen, dat niemand eraan denkt om die coldcase te heropenen. Weg is weg. Uiteraard worden er veel personages geïntroduceerd die allemaal mogelijke daders van de moord kunnen zijn. Het zijn er een stuk of tien die een moestuintje hebben aan de rand van het landgoed. Judith wordt verleid om gedurende haar verblijf op het landgoed ook een stukje grond te gaan bewerken. Dagelijks komt ze bij de volkstuintjes en zo leert ze langzamerhand iedereen kennen.
Allerlei verwikkelingen spelen een rol, zonder dat je er meteen achter komt wat belangrijk is voor de ontknoping. Zo rust er een vloek op het landgoed die eigenaren ertoe aanzet om het rond hun vijftigste levensjaar weg te geven. Als Judith een schedel vindt in het bamboebosje dat de alcoholverslaafde Friso Lanssen heeft aangeplant, komt de politie eraan te pas in de figuur van mevrouw Blok. Verder is er nog een saffraanperenboom, de enige in Nederland die bedreigd wordt door de irritante Kenny en zijn er nog andere strubbelingen tussen de volkstuinders.
Er zijn veel personages, en sommigen, zoals mevrouw Blok van de politie, blijven wat vaag. Dat geeft niet zoveel, want er valt genoeg te genieten van de leuke observaties en grappige wendingen. Je moet tot de laatste bladzijde doorlezen om erachter te komen wat er echt is gebeurd. Je kunt Moord op de moestuin ook zien als een knipoog naar het detective-genre zoals het ooit werd beoefend door Agatha Christie. Al met al is Moord op de moestuin, ondanks een aantal personages dat behoorlijk getroebleerd is, een grappig en luchtig boek. Aan het eind komt alles min of meer op zijn pootjes terecht. Thijs is redelijk hersteld en de verbouwing is voorbij. Alleen de taxusboom die op de erfgrens staat, is door de buurman half gesnoeid, maar Judith haalt haar schouders erover op en neemt in haar eigen stad een volkstuintje.