Groots in historie, kleiner in fantasie
Buat. Johan de Witt-trilogie II – Jean-Marc van Tol – Uitgeverij Catullus – 542 blz
We schreven het jaar 1650, waarover het eerste deel van de Johan de Witt trilogie Musch verscheen. {Mijn bespreking ervan kunt u op deze website vinden.] Twee jaar tevoren is de Vrede van Münster getekend, gevolgd door de Vrede van Osnabrück, daardoor er respectievelijk een einde kwam aan de Tachtigjarige en Dertigjarige Oorlog. Ook werd de eerste steen gelegd voor het nieuwe Stadhuis (nu paleis) op de Dam in Amsterdam. Het zal nog tweeëntwintig jaar duren voor het ultieme spektakel: de aanval van velen op de Nederlandse Republiek in het ‘rampjaar’ 1672. Ook het jaar waarin Johan de Witt [de hoofdpersoon op de ‘achtergrond’ van Buat het tweede deel van de trilogie door Jean -Marc van Tol] bij een lynchpartij samen met zijn broer Cornelis] om het leven komt.
In dit tweede deel worden we door de auteur verplaatst naar het jaar 1665. Het is het jaar waarin de Tweede Engelse Oorlog uit breekt, tijdens welke de zeehelden admiraal Egbert Bartolomeusz Kortenaer en Jacob van Wassenaer Obdam omkomen. De nieuwe opperbevelhebber van de vloot wordt Michiel de Ruyter. Tot overmaat van ramp brak in het oosten van het land de Eerste Münsterse Oorlog uit waarbij troepen van prins-bisschop Bernard von Galen diverse landgoederen en vestingsteden bezetten. Een teken aan de wand voor de slagkracht van het leger van de Republiek. Tot zover de geschiedkundige achtergrond van deze roman.
Van Tol beschrijft in zijn roman het leven van Henri de Fleury de Culan. Hij dient in het leger en maakt deel uit van het hof van Oranje, waar hij bekend staat als ritmeester Buat. Ook is hij de schoonzoon van Cornelis Musch (uit het eerste deel), die zelf weer de schoonzoon is van de dichter Jacob Cats, allen zijn Oranjegezind. Niet alleen hoofdpersoon, maar Buat is ook de verteller van zijn eigen leven en de toestanden waarin hij verzeild raakt. We leren hem kennen als een rechtgeaard mens, maar soms wat te goedgelovig. Dat zijn geen eigenschappen waar je het in de complexe internationale omgeving van moet hebben. Is hij oprecht trouw aan de Hollandse zaak, of pleegt hij landverraad? Zijn einde is daarmee al even dramatisch als dat van Musch.
Het zijn geen verzonnen levens die de auteur in zijn roman ten tonele voert, maar allemaal mensen uit de realiteit (op één na). In “Dramatis personae” dat in het boek aan het verhaal vooraf gaat, produceert Van Tol maar liefst acht bladzijden vol met in categorieën ingedeelde personen. De lezer mag blij zijn als hij er na het lezen van het boek nog een tiende van weet te karakteriseren. Toch doet dit aantal geen afbreuk aan het verhaal, maar maakt het eigenlijk meer authentiek. Al deze personen komen voort uit de bronnen van de auteur die onderdeel uitmaken van een project van Huygens ING rond de digitalisering van de brieven van Johan de Witt, waaraan de auteur ook is verbonden. Het betreft originele processtukken, getuigenverklaringen, brieven, dagboeken, gedichten en zo meer.
Uit alle historische stukken – soms staan (delen ervan) letterlijk in het boek – een aaneensluitend verhaal te vertellen is een hele klus, waarin Van Tol uitmuntend geslaagd is. De personages zijn geen stijve archiefstukken, maar levensechte mensen. Dat geldt natuurlijk voor de belangrijkste personen, want een diepgang geven aan zo velen zou het verhaal niet ten goede zijn gekomen. De auteur heeft een prima balans daarin gevonden. Het gaat uiteindelijk om Johan de Witt, hij staat in het centrum van de macht, een persoon van wie men maar zeer weinig persoonlijke emoties in zijn schrifturen aantreft. Daarom wordt hij benaderd vanuit een persoon die dicht bij hem stond: Buat. Maar ook vele anderen komen aan het woord, zoals graaf De Guiche, Antoine III de Gramont, van wie veel memoires zijn opgenomen. Uit die fragmenten blijkt hij geen groot bewonderaar van zowel Johan de Witt als de Republiek te zijn. De aanwezigheid van o.a. deze fragmenten zorgen ervoor dat er geen eenzijdig beeld van Johan de Witt is ontstaan.
De lezer zal zich verbazen over alle figuren die bij De Witt in het gevlij trachten te komen, maar ook over al zijn (voornamelijk politieke) tegenstanders. Hij weet uit elk gekonkel van deze figuren eigen voordeel te behalen. Zo lang dat goed gaat… Wij weten de uitkomst, maar in deze roman is het nog niet zo ver. Dat komt pas in het derde deel dat Willem gaat heten en waar ik zeer naar uitzie!!! Deze roman kwam drie jaar te laat, volgens de belofte van Van Tol bij het uitkomen van Musch. Deel drie heeft hij beloofd voor 2025, vierhonderd jaar na de geboorte van Johan de Witt. Laten we hopen dat die datum inderdaad gehaald gaat worden.
Het werk van Van Tol wordt nogal eens vergeleken met dat van (bijvoorbeeld) Jan van Aken, Robert Harris en Hilary Mantel. Dat is slecht zeer gedeeltelijk waar. Door het opvoeren van veel meer fictieve personages, weten genoemde auteurs meer spanning en sensatie in te bouwen. Spanning weet Van Tol er wel aan te geven, maar hij beperkt zich uitsluitend tot non-fictieve personen en gebeurtenissen, wat zijn roman des te knapper maakt!
De roman komt niet alleen als paperback uit, maar ook in een luxere hardcover-editie met leeslint. De bronnen die Van Tol gebruikt heeft zijn niet in het boek opgenomen – zou te veel ruimte in beslag hebben genomen – maar zijn wel op de volgende websites te vinden: www.johandewitt.nl en www.buat.nl. Voorin het boek zijn ook nog enkele kaarten/plattegronden te vinden,
Kees de Kievid
Boek bestellen!