Historische roman over een mysterieus poppenhuis

Het huis aan de Gouden Bocht – Jessie Burton – Vertaald door Mieke Trouw-Luyckx – Luiting-Sijthoff Amsterdam – 374 blz.

Het is oktober 1686, Amsterdam. Weelde en verval. Godvrezende inwoners. Vreemde specerijen uit verre landen. Raadselachtige pakketjes en geheimen, heel veel geheimen. Het zijn een paar van de vele bouwstenen waarop Het huis aan de Gouden Bocht is gebaseerd. Het huis waarin de suikerbroden vrijwel elk gesprek domineren, miniatuurpoppen worden afgeleverd en oren aan sleutelgaten worden gelegd.

Petronella Oortman trouwt met een vooraanstaand VOC-koopman en gaat wonen aan de prestigieuze Herengracht in Amsterdam. Haar verwachtingen van het huwelijk komen helemaal niet uit: haar man is vaak weg en toont weinig interesse. Als zij op een dag een manshoog poppenhuis van hem krijgt, is ze verrukt van de deskundigheid en precisie waarmee haar huis en alle kamers erin zijn nagemaakt. Het poppenhuis is het enige dat van Nella zelf is en ze bestelt miniaturen om het in te richten. Al snel komen er pakketjes van de mysterieuze miniatuurmaker waar ze niet om heeft gevraagd en heeft ze meer moeite om grip te krijgen op haar ongrijpbare en nieuwe leven in de hoofdstad.

‘Als ze het verpakkingsmateriaal verzamelt om het weg te gooien, voelt ze dat er nog meer voorwerpen in het pakje zitten. Haar sombere bui maakt plaats voor nieuwsgierigheid, en ze denkt: Dat kan niet. Alles wat ik besteld had, ligt al op mijn bed.
Ze keert het papier om en er vallen drie kleinere pakketjes op de sprei. Ze prutst aan het eerste en haalt twee prachtige stoelen tevoorschijn. Op de armleuningen zijn leeuwen ter grootte van lieveheersbeestjes uitgesneden, en de rugleuningen zijn bedekt met groen fluweel en afgewerkt met kopernagels. Op de armleuningen zijn verder kronkelende zeemonsters tussen acanthusbladeren te zien. Het dringt tot Nella door dat ze die stoelen kent. Afgelopen week zat Maren op zo’n stoel in de ontvangkamer.’

Er vinden steeds meer vreemde gebeurtenissen plaats in en rondom het pand dat Nella nu haar thuis moet noemen. Haar vrome en kille schoonzuster Maren, de nieuwsgierige dienstmeid Cornelia en de zwijgzame Otto lijken als acteurs in een toneelspel waarin ze allemaal hun eigen rol spelen. Alleen is dit niet een gewoon toneelspel: het podium heeft een dubbele bodem en de sommige toneelspelers maken zichzelf niet bekend. De spil in dit alles lijkt de miniatuurmaker, zij geeft de antwoorden waar Nella naar zoekt. Of toch niet?

Petronella Oortman heeft echt bestaan. Haar prachtige poppenhuis staat in het Rijksmuseum in Amsterdam en is er te bewonderen. Het kostte tussen de twintig- en dertigduizend gulden. Daar kon je destijds ook een grachtenpand voor kopen.

Meegesleurd in de geheimen van het huis, krijgt Nella stukje bij beetje de informatie bij elkaar die haar helpt om de geheimen van haar huisgenoten te ontrafelen. Totdat het moment komt dat alles op zijn plaats valt en ze haar eigen plaats in het geheel moet vinden. Het huis aan de Gouden Bocht is een prachtige geschreven roman over het leven in Amsterdam in de zeventiende eeuw. Het boek bevat een schitterende kaart van het bruisende handelshart van Amsterdam en een verklarende woordenlijst. Het gaat over de hunkering naar verre landen terwijl het dicht bij huis net zo spannend kan zijn. Dit boek is voor de liefhebbers van historische romans met een mysterieus randje, waarin sommige geheimen aan het licht komen en raadsels worden opgelost… en sommige niet.

Gaetana Ferla