Identiteitvorming van een immigrant in Nederland
Geen gewoon Indisch meisje – Marion Bloem – Arbeiderspers – 185 blz.
Marion Bloem (1952) is een Nederlandse schrijfster van Indische afkomst. Bloem werd geboren als tweede dochter in een gezin van vier kinderen. Haar Indisch-Nederlandse ouders waren in 1950 uit Indonesië gekomen (Let op: Indisch is niet hetzelfde als Indonesisch!). Bloem volgde de HBS te Amersfoort en ging in 1971 in Utrecht psychologie studeren. In 1977 studeerde zij af in de klinische psychologie. In 1993 ontving zij de E. du Perronprijs voor haar hele oeuvre. Ze debuteerde als literair schrijfster in 1976 met De overgang, maar had sinds 1972 al kinderboeken gepubliceerd, waaronder Matabia, over de aanpassing van een Indisch meisje in Nederland in de jaren vijftig, dat bekroond werd met de Ibby Prijs en de Tiger Award en vertaald werd in het Japans en in het Duits. Bij het grote publiek brak ze in 1983 door met haar literaire debuut Geen gewoon Indisch meisje. Daarna volgden vele romans, die vaak met de Nederlands Indische geschiedenis te maken hebben of met het migrantenbestaan in Nederland.
In Geen gewoon Indisch meisje kijkt Zon terug op haar leven, haar vader, moeder, vriendjes en cultuur. Aan de ene kant is er Sonja, die helemaal verhollandst is, met aan de andere kant de soms wat chagrijnige Zon die worstelt met haar Indische afkomst, die haar identiteit vormt met de cultuur van haar familie. Zon is continu op zoek naar Indische kenmerken in personen en spullen: ze is op zoek naar houvast in het vreemde land dat Nederland is. Maar wanneer ze naar Indonesië reist (voormalig Nederlands-Indië, vandaar dat ze Indisch is), eerst met haar vriend en later met haar moeder, kan ze ook daar niet vinden wat ze zoekt. Zon zit in een enorme identiteitscrisis. Ze is niet Nederlands, maar ook geen gewoon Indisch meisje. Wie is ze dan wel?
Het verhaal is boeiend, Bloem weet de verwarring van Zon goed te beschrijven. Maar daardoor is het soms ook verwarrend voor de lezer. Is Sonja nu Zon’s zus of haar alter ego? Ik ben geneigd te denken dat laatste, maar honderd procent zeker ben ik niet. Want als zij een alter ego is, hoe komt ze dan aan een man en een kind? Wat ook verwarrend is, is dat het verhaal in meerdere perspectieven is geschreven. Meestal gebruikt Bloem de ik-vorm, maar soms vertelt Bloem ook over Zon in de derde persoon. Dit hoort waarschijnlijk bij de mentale staat van de hoofdpersoon, maar het maakt het soms wel lastig.
Het is de kijk op cultuurverschillen die Geen gewoon Indisch meisje tot een sterk boek maakt, en waardoor het na ruim 30 jaar nog steeds verkocht wordt. Ondanks het tijdsverschil, blijft het onderwerp actueel, al gaat het nu mogelijk om andere culturen. Het is een boek waarover je na het lezen nog een tijdje blijft nadenken. Tijdens het lezen denk je: Huh? Maar achteraf: Wauw! Geen gewoon Indische meisje mag zich zonder twijfel in de categorie Klassiekers scharen.
Felice Beekhuis