Individu of maatschappij

Kafka is dood – Thijs Feuth – De Arbeiderspers – 184 blz.

Bij de eerste aanblik van het boek vallen twee dingen direct op. Ten eerste de titel, die zegt dat Kafka dood is. Dat weten we toch allang; de schrijver Franz Kafka uit Praag is al bijna honderd jaar geleden overleden. Als tweede valt op: de hondenkop met een als mens aangekleed bovenlijf. Hebben die twee zaken met elkaar te maken? Zeker! Het gaat in dit boek om de metamorfose die JP ondergaat van mens naar hond. Zo’n thema heeft ook de novelle De gedaanteverwisseling (Die Verwandlung, 1915) van Kafka: Gregor verandert van mens in kever. Daarnaast zijn er nog meer voorbeelden in oude literaire werken te vinden; denk maar eens aan Metamorphoses van Ovidius. Thijs Feuth zelf geeft ook verschillende gevallen uit o.a. de Griekse mythologie.

Ben Blake is automonteur, maar repareert meer fietsen dan auto’s. Hij heeft met Elly twee zoons: Tadgh, de oudste, en JP (Jay Pee) de hoofdpersoon van dit boek. Ze wonen bij een visserdorp – waarschijnlijk Cleggan – aan de westkust van Ierland. Het gebied is zeer dun bevolkt en bezit een fantastisch mooie natuur o.a. in het Connemara National Parc. Het landschap wordt door Feuth vaak met ‘liefde’ beschreven.

Het werk in de garage die JP van zijn vader heeft geërfd, laat hij over aan Pádraig. Zelf leeft hij nogal teruggetrokken in zijn huis. Daar komt op een dag een hond aanlopen, die niet meer weg wil. Hij noemt hem Kafka naar het geluid dat hij maakt bij het blaffen: “kaf kaf” en dus niet naar de schrijver Kafka! Hij zwerft graag met zijn nu onafscheidelijke, aanhankelijke hond door de natuur over hoogveengebied, heuvels en strand, waar hij met enige weemoed vaak over zee kijkt.

Ergens, ver weg moet het mythische paradijselijke eiland Tir na nÓg liggen, dat we kennen uit het gelijknamige liedje van Celtic Woman. Dat deuntje wordt vaak door Tadgh geneuried en op zijn concertina gespeeld. Op zoek naar het eiland is zijn broer in zee verdwenen, maar JP hoort hem nog geregeld spelen als hij over de zee naar de verte staart. Hij was sterk gehecht aan Tadgh.

Na een gelukkige periode met zijn hond, begint die ouderdomsverschijnselen te vertonen en na een korte tijd is Kafka dood. Diep bedroefd begraaft JP hem in de tuin en valt daarna in slaap. Als hij wakker wordt is er in zijn innerlijk iets gebeurd: In zijn geest is hij een hond geworden in een mensenlichaam. De hierop volgende periode zien we dat hij een strijd voert die gaat tussen het geestelijke en lichamelijke.

Deze tijd kenmerkt zich in het boek door allerlei filosofische bespiegelingen. JP gaat zichzelf vergelijken met Diogenes, de cynische Griekse filosoof, van wie de legende vertelt dat hij in een regenton woonde. Nog belangrijker is zijn kennismaking met de denkbeelden van Descartes, door een oude man die hij ontmoet op het strand. Het hond zijn of mens zijn van JP is een dualisme, zoals Descartes geest en lichaam van elkaar scheidt. De filosoof zegt alles te moeten betwijfelen en dat twijfelen bewijst dat men denkt en dus bestaat (Cogito ergo sum). JP twijfelt eraan of hij ook lichamelijk in een hond is veranderd. Hij ziet het in eerste instantie als een droom, waaruit hij zal ontwaken en weer mens zal zijn. Maar de consistentie tussen de droombeelden en de werkelijkheid is dusdanig dat hij de twijfel afschudt, uit zijn huis vlucht en een leven als een (zwerf)hond gaat leiden. Toch, zoals Desdcartes al opmerkte, wat is de werkelijkheid, en wat is illusie.

Door zijn hondsheid kan JP niet meer lezen en praten, maar hij blijft denken als een mens. Hij herkent sterrenbeelden en voelt schaamte als hij andere dieren moet doden om aan voedsel te komen. Dit denkproces wordt door een alleswetende verteller verwoord. Het lijkt er wel op alsof de verteller een tweede JP is! En dat doet Feuth ook nog eens in een prachtige vloeiende stijl, waarvan menig auteur zal watertanden.

De uitgever noemt dit boek een magisch-realistische roman. Zeker kunnen trekken van dit genre in het boek niet ontkend worden. Het realisme van o.a. het landschap en de bovennatuurlijke gedaantewisseling van JP worden door Feuth meesterlijk vermengd. Maar er is meer aan de hand. Feuth stelt een aantal bedekte vragen over de maatschappij. Kunnen we onze identiteit als individu wel behouden binnen de normen van het algemeen belang? Kan iemand leven als hij vlucht uit de conventies? Iets wat JP dus doet, maar tegen welke prijs?

En wat is eigenlijk identiteit? Is JP een hond in een mens of een mens in een hond?

Feuth ‘speelt’ als het ware met deze vragen en filosofeert over de mogelijke antwoorden. Hij laat JP in een identiteitscrisis terechtkomen met zijn gedaanteverwisseling en doet hem soms twijfelen naar zijn dorp terug te keren om zijn oude positie terug te krijgen. Maar hij ziet in dat dit onmogelijk is. Hij zal de nieuwe situatie moeten aanvaarden, wat de gevolgen ook zullen zijn. De auteur besluit zijn verhaal dan ook met een open einde met een suggestieve tendens.

Wat de roman zo aantrekkelijk maakt is de grote variëteit aan ideeën, waarmee Feuth niet op de gebaande paden blijft lopen, maar de wildernis zoals in de Connemara opzoekt. Als we aannemen dat de auteur niet ver weg denkt van zichzelf, zien we ook bij hem een soort dualisme: aan de ene kant de aversie tegen de maatschappij die het individu geen ruimte geeft en aan de andere het volop deelnemen als arts aan die maatschappij – zij het in het betrekkelijk rustige Finland.

Hoewel de Kafka uit de titel niet de schrijver is, zal Feuth zeker veel aan hem gedacht hebben bij het schrijven van dit boek. Niet voor niets treffen we diverse citaten van de Praagse schrijver in zijn boek aan. Laten we hopen op een nieuw even intrigerend boek, want Kafka’s ideeën – en die van Descartes – zijn nog lang niet allemaal aan de orde gekomen.

Kees de Kievid

Boek bestellen!

Andere recensies

Het dagboek van de grote boze wolf – Ben Miller – Vertaling: Tosca Menten – Van Holkema & Warendorf – 240 blz. Wat een hilarisch verhaal, dit dagboek van de grote boze wolf. Aan het begin van het verhaal is de winter net afgelopen...
Lees verder Categorie: Humor, Kinderboeken
| Reageer!
Wij van de Ripetta – Tomas Lieske – Querido – 231 blz. In deze roman laat Lieske de Engelse schrijver en toneelspeler William Shakespeare naar Rome reizen. In werkelijkheid is hij daar nooit geweest, maar het levert een verrassend boek op als Shakespeare daar...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!
Het jaar van Bonk – Tiny Fisscher – Illustraties: Sophie Pluim – Volt – 314 blz. Wanneer Finn de nieuwe buurt vanuit een kastanjeboom door zijn verrekijker verkent, wordt hij ruw verstoord door Zwaan die het niets vindt om bespied te worden door een...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Kinderboeken
| Reageer!