Indringend verhaal over overleven en thuiskomen
Vandaag komen we niet meer thuis – Enne Koens – Illustraties: Maartje Kuiper – Luitingh-Sijthoff – 239 blz.
Eerder las ik van Enne Koens (1974) Die zomer met Jente (2019) en Vanaf hier kun je de hele wereld zien (2021), twee jeugdboeken die veel indruk hebben gemaakt. Vanwege het boeiende verhaal, de krachtige vertelstijl en de wonderschone illustraties van Maartje Kuiper. Bij beide boeken valt ook de zeer verzorgde vormgeving op, eveneens het werk van Maartje Kuiper. Met hoge verwachtingen begon ik dan ook aan Vandaag komen we niet meer thuis, het nieuwe boek van Enne Koens, waarvan de afbeeldingen en vormgeving ook van de hand van Maartje Kuiper zijn.
‘Wanneer ik uit school kom, staat mijn vader bij het hek. Dat klopt niet. Ik loop altijd zelf naar huis. Daar wacht hij op mij, of ik op hem als hij nog niet klaar is met zijn werk. Mijn vader repareert auto’s, hij heeft een garage in de stad.’ Aldus begint ‘Onderweg’, het eerste deel van Vandaag komen we niet thuis. Een begin dat de lezer meteen het verhaal binnentrekt, een begin dat spanning oproept.
De ik-figuur is de ongeveer twaalfjarige Mirza, wiens moeder overleden is toen hij een baby was. Zijn boezemvriend is Lucas, met wie hij gamet en voetbalt. Samen bereiden ze zich ook voor op de eindtoetsen in groep 8 en zijn op weg naar de middelbare school. Dat alles komt tot een abrupt einde als Mirza op een dag na schooltijd zonder enige verklaring door zijn vader mee op reis wordt genomen. De verwarring is groot bij Mirza, hij wil Lucas bellen, met wie hij had afgesproken. Hij wil een spelletje met hem doen. Zijn vader blijkt echter geen telefoon bij zich te hebben. Meer en meer krijgt Mirza het gevoel dat er iets niet klopt. Hij vraagt zijn vader of ze in gevaar zijn. ‘Nee, Mirza’, antwoordt die, ‘Ik zorg voor je.’ Een antwoord waardoor het gevoel van onheil bij Mirza alleen maar sterker wordt.
Na twee dagen en nachten stevig doorrijden, af en toe onderbroken door een tank-, plas- of eetpauze, hoort Mirza zijn vader een andere taal spreken. Hij herkent de klanken en begint te begrijpen wat het doel van de reis is: ze zijn op weg naar het huis van zijn opa en oma, die beiden zijn overleden. Mirza is er twee keer geweest – op zijn derde en op zijn achtste. Hij heeft niet echt goede herinneringen aan het huis, dat op een berg staat in de Levaren. Specifieke herinneringen heeft hij aan de bruine ezel Mavi, waarop hij wel eens mocht zitten als ze naar het dorp liepen. Maar Mavi zal er niet meer zijn. Zijn vader heeft alle hokken opengezet nadat opa was overleden, zodat de dieren konden overleven in het bos of op het land.
In het tweede deel, ‘Het huis op de berg’, lezen we over de voortvarende wijze waarop zijn vader het verwaarloosde huis bewoonbaar maakt en diens blijdschap weer ‘thuis’ te zijn. Hoe anders is Mirza’s gevoel. Op verzoek van zijn vader doet hij allerlei klusjes, zoals sjouwwerk en boodschappen doen, maar zijn tegenzin is groot. Alles in de Levaren is hem vreemd. De onbekende geluiden die hij met name ‘s nachts hoort en de ontdekking dat er een indringer in huis is geweest, versterken dat gevoel. En als hij hoort dat ze niet terug kunnen naar Nederland vanwege de vele schulden die zijn vader heeft gemaakt, wordt het nog erger. Dan wordt het Mirza duidelijk: ‘Zijn we gevlucht?’ Het bevestigende antwoord van zijn vader is veelzeggend, waarop Mirza zich afvraagt of er naast geldproblemen nog meer aan de hand is.
In gedachten praat hij over alles wat is gebeurd met Lucas. Hij bedenkt in die gesprekken manieren om te overleven. Ook onderzoekt hij mogelijkheden om weg te komen uit de Levaren. Hij stelt zich voor dat hij, net als bij gamen, punten kan verdienen door dingen te doen die hij eng, vervelend of moeilijk vindt. Misschien kan hij zo een tweede leven verdienen.
Nog groter wordt zijn gevoel van ontreddering als hij door zijn vader naar school wordt gestuurd. Een school waar alles anders is dan hij gewend was, waar hij niemand kent, de taal niet spreekt. Hij ziet klasgenoten voetballen in de pauze en na schooltijd en zou graag meedoen, maar het lukt niet om met hen in contact te komen. Mirza voelt zich eindeloos eenzaam, maar wil dat niet aan zijn vader laten merken.
Op een dag probeert hij met een vrachtauto naar Nederland te liften. Hij vertelt chauffeur Annie zijn verhaal, maar die maakt hem duidelijk dat hij niet met haar mee kan. Ze zegt dat hij moet volhouden en zichzelf moet blijven. De dingen zullen dan ‘uiteindelijk passen’.
En zo gebeurt het ook. Mirza leert de taal, sluit zich aan bij zijn voetballende klasgenoten, raakt bevriend met klasgenote Selin en leert enkele dorpsbewoners kennen. Zijn vader vertelt hem op zeker moment welke problemen er nog meer zijn. Problemen die met de geschiedenis van het land te maken hebben, met de strijd tussen de Levaarsen en de Meskali, het volk waartoe Mirza en zijn familie horen. Langzamerhand begint Mirza zich thuis te voelen.
De ontwikkeling die Mirza doormaakt, komt tot een hoogtepunt in het derde deel, ‘De test’. Daarin wordt verteld over de bijzondere uitdaging die Mirza samen met Selin aangaat. Het is door deze test en door de gesprekken met Selin dat Mirza zich helemaal verzoent met zijn nieuwe leven. Het vreemde is niet vreemd meer.
Vandaag komen we niet meer thuis is een diep rakend boek over je ontheemd voelen en uiteindelijk thuiskomen. Een universeel, in een fictief land spelend, verhaal, dat door Enne Koens in beeldende taal is uitgewerkt. De wederom fraaie illustraties van Maartje Kuiper sluiten hier naadloos bij aan. Auteur en illustrator bieden de lezer de mogelijkheid om dicht bij Mirza te komen en intens mee te leven met zijn worsteling. Een boek dat de hoge verwachtingen in alle opzichten waarmaakt.
Boek bestellen!