Interview met schrijver Gerbrand Bakker
Gerbrand Bakker (Wieringerwaard 1962) is een veelzijdig man. Hij studeerde cultureel werk en Nederlandse taal- en letterkunde. Van 1995 tot 2002 was hij ondertitelvertaler, waarbij hij een voorkeur ontwikkelde voor natuurfilms. Sinds 2007 is hij columnist bij de Groene Amsterdammer. Aangezien een kwarteeuw studeren blijkbaar nog niet voldoende was, begon hij in september 2003 een avondopleiding tot hovenier aan de Groene Campus in Alkmaar. In juli 2006 sloot hij die opleiding succesvol af en vanaf dat moment is hij – als vakbekwaam hovenier – in te huren voor tuinontwerp en -onderhoud.
Rond 1984 leerde hij Dolf Verroen, Paul Biegel en Nannie Kuiper kennen. Geïnspireerd door hen schreef hij twee etymologische woordenboekjes voor beginners en zijn eerste jeugdroman Perenbomen bloeien wit.
In 2006 verscheen zijn literaire debuut Boven is het stil. Voor dit boek ontving hij de Gouden Ezelsoor, de Debutantenprijs, de Anton Wachterprijs, de Libris Literatuurprijs en enkele buitenlandse prijzen. Het boek is in vele talen vertaald en is verfilmd door Nanouk Leopold met in de hoofdrol Jeroen Willems. Andere titels zijn Ezel, schaap en tureluur(bundeling dierenteksten) en de romans Juni en De Omweg. Dat laatste boek heeft niet het Noord-Hollandse landschap als decor maar Noord-Wales, een streek waar Bakker graag komt.
Wilde u als kind al iets met boeken gaan doen? Zo nee, wat wilde u dan worden?
Ik wilde kok worden. Een oom van mij was kok en wat wij van hem te eten kregen – hij maakte ook chocolade – was erg lekker. Fruitsalade maakte hij ook, en dat was iets wat wij thuis nooit te eten kregen.
Las u als kind veel en wat was uw favoriete schrijver?
Nee, als kind las ik weinig, lazen we allemaal weinig. Op zolder was een soort boekenkast aan de muur en daarin stonden heel veel Kameleon-boeken. Die las ik. Vond ik prachtig, en het speelde zich helemaal niet af allemaal in Friesland, maar een stuk verderop, aan de dijk, bij een smederij in Noord-Holland. Tenminste, dat dacht ik. Ik las bijvoorbeeld pas op m’n 20e Winnie de Pooh. Waar ik achteraf erg blij om ben omdat ik er toen veel meer van oppikte dan wanneer ik het op m’n 8e gelezen zou hebben…
Wat vindt u leuk aan schrijven en wat minder leuk?
Het daadwerkelijke schrijven, de concentratie, het maandenlang in een parallelwereld zijn, dát vind ik er geweldig aan. Eigenlijk vind ik het praten over mijn boeken, de bedoelingen die ik ermee heb (daar wordt tijdens interviews en lezingen altijd naar gevraagd natuurlijk) steeds minder leuk. Domweg omdat ik er steeds minder over te vertellen heb.
Waar haalt u uw ideeën voor de boeken vandaan?
Uit mijn achterhoofd, uit mijn gevoel, intuïtief. Zelden, eigenlijk nooit, op basis van een gebeurtenis of een krantenkop of iets wat ik op de televisie zie.
Leest u andere boeken tijdens het schrijven van een nieuw boek?
Ik hou er erg van om Iris Murdoch te (her)lezen als ik schrijf. Haar schrijven staat mijlenver van mijn eigen schrijven af. En toch blijf ik dat doen. Vreemd.
Boven is het stil was uw doorbraak. Het heeft u veel opgeleverd, maar is zo’n bestseller ook een last?
Tja, allebei is waar. Het leverde me veel op, maar het is weleens vervelend als je mensen spreekt nu die het alleen maar over Boven hebben. Ik zeg dan: en mijn andere boeken? Daar beginnen sommige lezers niet aan omdat ze de leeservaring van Boven ‘niet stuk willen maken’, soms weten ze niet eens dat ik erna nog twee romans schreef. Je ontwikkelt ergens een soort haat-liefdeverhouding met zo’n boek. Maar ik ben me wel bewust van het feit wat het me gebracht heeft en daarom mag ik er niet lelijk over doen.
Boven is het stil wordt verfilmd. Heeft u zich met het scenario bemoeid?
Ik heb me er niet mee bemoeid. Ik ben een schrijver en Nanouk Leopold is een filmmaakster die een boek van mij als uitgangspunt heeft gebruikt voor een film. Ik heb totaal geen verstand van film maken. Zo simpel is het. Ik zag inmiddels de film en ben er enorm blij mee. Hij is prachtig geworden.
Ziet u op tegen de publiciteit rond de film?
Nee.
De film zal net als uw boeken worden gerecenseerd. Leest u alle recensies zelf of laat u ze eerst door iemand schiften om de minder goede niet te hoeven zien?
Ik lees alles. Het is tegenwoordig (met internet, facebook en twitter) sowieso bijna onmogelijk om dingen NIET te zien te krijgen. Slechte recensies doen pijn, goeie recensies zijn fijn.
Wat zijn de mooiste boeken die u ooit las?
The girl who loved Tom Gordon – Stephen King
Oblomov – Gontsjarov
At swim, two boys – Jamie O’Neill
Het Bureau – J.J. Voskuil
The heart is a lonely hunter – Carson McCullers
The desire and persuit of the whole – Frederick Rolfe
Lord of Dark Places – Hall Benett
Aan welk boek werkt u nu en wanneer komt het uit?
Ik werk aan niets, weet dus ook niet wanneer het uitkomt! Komt wel weer, ik heb even domweg niet zo’n zin, ben met heel andere dingen bezig (leven, onder andere).
[pinterest]