Kinderarbeid in 1900
Mathilde, ik kom je halen β Inez van Loon β Clavis β 184 blz.
De laatste drie boeken van Inez van Loon zijn historische verhalen over meisjes van een jaar of twaalf, in een niet zo heel ver verleden. Mijn zusje gaat over de vervolging van de Sinti in de Tweede Wereldoorlog, in Annaβs grote reis volgen we een meisje dat in 1847 met haar ouders en zusjes op een koopvaardijschip naar Nederlands-IndiΓ« vertrekt, en in Mathilde, ik kom je halen, beschrijft ze het leven van een meisje dat in 1900 te werk wordt gesteld in een steenbakkerij. Dit boek moet voor Van Loon een extra bijzonder project zijn, want het is het verhaal van haar eigen, Vlaamse grootmoeder.
Het verhaal van de dertienjarige Mathilde speelt zich af in de Belgische Rupelstreek. Na het overlijden van haar moeder, wordt het dertienjarige meisje door haar vader naar een oom en tante gestuurd β een gezin dat met negen kinderen in een klein, armoedig huisje woont, op het terrein van een steenbakkerij. De wet op kinderarbeid werd in die tijd nog massaal ontdoken, en ook de kinderen werken zich de hele dag kapot. Zelfs de kleine Fonske van nog maar zes jaar oud. Vrije tijd bestaat niet en er is nauwelijks genoeg te eten om alle hongerige monden te vullen. Ook zijn er gevallen van de gevreesde longziekte, die later bekend zou worden onder de naam tbc. En dan is er nog de meesterknecht Kobe, die alle werkers als slaaf behandelt, en die ook nog eens zijn handen niet kan thuishouden. Hoe Mathildes oudere nicht aan een kind komt zonder dat ze getrouwd is, laat zich dus niet moeilijk raden.
Net als in de andere historische boeken van Van Loon staan onbekende of ouderwetse woorden cursief gedrukt, waarvan je de betekenis in een bijlage kunt teruglezen. Door dit woordgebruik, en doordat Van Loon tussen neus en lippen door de nodige historische informatie geeft, zet ze de sfeer van die tijd en van de armoedige setting waarin Mathilde en haar familie leeft, goed neer. Toch ontbrak het voor mij in het eerste deel van het boek aan voldoende spanning en had ik graag wat meer Γ©cht met Mathilde willen kunnen meeleven. Zij werd voor mij meer invoelbaar vanaf het moment dat ze eindelijk weet te vluchten en het verhaal werd vanaf dat moment ook spannender.
Eenmaal in Antwerpen voelt Mathilde zich totaal verloren, en haar eenzaamheid en wanhoop worden goed invoelbaar beschreven. Nadat er aan het eind van het boek een tijdsprong wordt gemaakt, komt ook het begin van de Eerste Wereldoorlog nog even aan bod, een periode waarin een miljoen Belgen naar Nederland vluchtten β ook Mathilde. In een nawoord trakteert Van Loon de lezer op een ontroerende, gelukkige afloop.
Mathilde, ik kom je halen (de titel refereert aan twee pakkende fragmenten in het boek) is een mooi verhaal voor kinderen die graag historische boeken lezen. Het is ook heel geschikt om te behandelen in de klas, en kinderen te laten beseffen hoe bevoorrecht ze zijn in vergelijking met veel kinderen die een eeuw geleden leefden.