Lachen om ‘Denglish’ pratende Nederlanders
I always get my sin – Maarten H.Rijkens – Prometheus – 128 blz.
Dit boekje vol verhaspelingen van het Engels door Nederlanders is heel vermakelijk om te lezen. Rijkens heeft jarenlang in het buitenland gewerkt voor Heineken en heeft vele vergaderingen en etentjes meegemaakt met Nederlanders die hun best deden om in vlekkeloos Engels hun zegje te doen.
Wij Nederlanders denken dat we het Engels heel behoorlijk beheersen, maar dat blijkt toch vaak niet het geval te zijn. Als iemand de kok wil bedanken voor het heerlijke diner en zegt: ‘May I thank the cock for the lovely diner?’, dan zullen de aanwezige Engelstaligen moeite moeten doen om hun gezicht in de plooi te houden.
Toen mijn Amerikaanse zwager zijn intrede deed in ons gezin, zijn er ook veel grappige verhaspelingen geweest. Eén herinner ik me nog heel goed, toen mijn oudste zus op een opmerking van mijn zwager reageerde met ‘That mouse will have a tail’.
Een van de weinige gedichten die ik zo kan opzeggen is er eentje die geheel uit verhaspeld Engels bestaat. Hij is van Kees Stip de bijna vergeten dichter van ‘lichte verzen’.
A terrible infant called Peter
Sprinkled his bed with a geeter
His father got whoost
Took hold of a knoost
An gave him a pack on his meeter.
Dus een boekje vol ‘Denglish’ pratende Nederlanders is lachen geblazen. Een klein manco aan het boekje van Rijkens vind ik dat de verkeerde uitdrukking wel wordt genoemd, maar de juiste niet.
Rijkens heeft nog wel een nuttig lijstje opgenomen met Engelse uitdrukkingen, die wij denken te begrijpen, maar die toch net wat anders betekenen. Er is vaak een groot verschil tussen wat een Engelsman zegt en wat hij bedoelt.
Als hij over een idee van je zegt:’I will think about it.’ Bedoelt hij: ‘Ik vind het helemaal niet goed. Daar kom ik niet op terug.’
Als hij zegt:’That’s not bad.’ Bedoelt hij dat het goed is!
Dat kan ik ook zeggen van I always get my sin. ‘It is not bad, mr. Rijkens!’