Moord en intriges in Berlijns theater
Brecht gaat voor recht – Marianne Vogel – Aspect – 423 blz.
In mijn interview met haar, een krappe twee jaar geleden, vertelde Marianne Vogel, dat er een vijfde boek op komst was in de reeks ‘Berlijnse thrillers’. En hier is ie dan! Voor wie de vorige vier nog niet heeft gelezen een geruststelling: deze thriller is ook los te lezen, al mist u dan wel een deel van de ontwikkeling van de hoofdpersonen, de speurders Sofie Bank (Duitse oorsprong) en Frits Arend. Ze werken beide voor een particulier recherchebureau in Amsterdam, waar sinds kort een nieuwe directeur, Hadewieg, aan het roer staat. Terwijl Sofie en Frits genieten van een terrasje in (waar anders dan) Berlijn, belt zij hen met een ogenschijnlijk simpele opdracht. De acteur Martin Bodenfeld die over vijf dagen de hoofdrol zou spelen in een speciale enscenering van de Dreigroschenoper van Berthold Brecht is overleden. Hadewieg wil weten of de première nog wel doorgaat. In het beroemde Spreetheater aangekomen, hoort ons duo dat vergiftiging de doodsoorzaak is. Ondanks dat werd er nog gerepeteerd en ontstaat er chaos rond een acteur met een neppistool. De lezer maakt direct kennis met de bekende theaterintendant Westermann, een indrukwekkend persoon.
Te nauwer nood is zo het verhaal op gang gekomen als verscheidene belangrijke elementen van het boek al hun intrede hebben gedaan. Berlijn zelf zal natuurlijk een hoofdrol opeisen, niet voor niets hoort het tot de reeks Berlijnse thrillers. Plezierig is de voor in het boek opgenomen plattegrond met de belangrijkste Berlijnse locaties, waaruit ook duidelijk blijkt dat we te maken hebben met de theaterwereld. Een wereld waarin toneel gespeeld wordt, waar niets is wat het lijkt. Dat blijkt ook al in de proloog van het verhaal, waarin Vogel een aantal teasers gebruikt die uitermate uitnodigend zijn om aan de echte plot te beginnen. Als ware het een toneelspel, laat zij de verteller zeggen “…we moeten afwachten wat dit stuk ons brengt! Laat je verwarren en betoveren door de wereld van de Dreigroschenoper en de jazzachtige klanken van Kurt Weill. Treedt binnen in een zinderend spel met werkelijkheden.”
Het blijkt dat de Groninger rederijkerskamer Concordia (Het boek is opgedragen aan de rederijkerskamers van die stad, speciaal kamer Eendracht) heel veel belang heeft bij het doorgaan van de voorstelling, de reden waarom Hadewieg Sofie en Frits heeft ingezet. De Groningers mogen het stuk pas uitvoeren na de première in Berlijn. Hoe belangrijk is het oplossen van de moord daarbij? En hoe belangrijk is het verleden van het moordslachtoffer? Zijn grootouders waren vroeger bevriend met Brecht. Niet alleen wat op de planken aan het publiek wordt voorgeschoteld speelt een rol, eigenlijk nog meer dat wat er backstage gebeurt. Zal daar de oplossing gevonden worden? Marianne Vogel vergeet niet opnieuw het verleden van Sofie en haar vader aan de orde te stellen, een verleden dat door voorgaande thrillers als een rode draad door het plot loopt.
Zoals bij Vogel gebruikelijk gidst zij ons door Berlijn, met als belangrijkste locatie vanzelfsprekend het theaterkwartier. Ze beschrijft de stad zo nauwkeurig en levendig dat je alles duidelijk voor je ziet. In het theater gebeurt hetzelfde: je waant je in de loge, uitkijkend op het toneel. Dat zijn allemaal uiterlijkheden. Daarbij zouden we vergeten dat de lezer nu ook nog een adembenemend inkijkje achter de schermen gegund wordt. Niet alleen van het toneel, maar ook een exposure van de karakters van de hoofd- en bijfiguren. Sofie en Frits in hun persoonlijke relatie en hun verbintenissen met het verleden zijn geen stropoppen geworden, maar mensen met ieder hun eigen hebbelijkheden en onhebbelijkheden. Ze komen er zelfs niet geheel zonder ‘kleerscheuren” vanaf. Ook de bijfiguren zijn van hoog realiteitsgehalte en vertonen vaker onverwacht gedrag, zoals Westermann die twee liederen van Brecht zingt. Prachtig schets de auteur het jonge meisje Pauli en dan vergeten we nog te vermelden de disharmonische relatie tussen Brecht en Weill in het verleden.
Een andere rode draad door het verhaal is de vermenging van feit en fictie: wat in het theaterleven is waar en wat niet? – Om dicht bij het theater te blijven, deelt Vogel haar werk niet in hoofdstukken in, maar in “bedrijven” – Wie heeft een masker op en wie spreekt vrijuit? Hebben de ‘acteurs’ dat wel van zichzelf in de gaten? Hoe zitten de intriges, vaak geboren uit jaloezie in elkaar. De lezer denkt misschien op een bepaald moment iets te weten, om het volgende moment te ontdekken dat het niet klopt! Verrassende plotwendingen gaat de auteur zeker niet uit de weg. Dat vraagt wel van de lezer om bij de les ge blijven. Toch behoudt Vogel de regie en laat steeds iets meer over haar protagonisten los. Deze zaken dragen in een bepaalde mate bij aan het idee dat we te maken hebben met een ‘gesloten-kamer-mysterie”’ waar John Dickson Carr (Carter Dickson) zo beroemd mee werd. – uitgevonden door Edgar Allan Poe.
Als een kers op de taart geeft Vogel in een aantal bladzijden aan het einde van het boek in haar “Nawoord” de nodige(?) verantwoording en uitleg, gevolgd door een aantal films en literatuur als lees- en kijklijst.
In het hierboven al genoemde interview vertelt Marianne Vogel over hoe zij meent dat een thriller naar een hoger niveau geschreven kan worden. Lees het maar eens en concludeer dan dat zij de daad bij het woord heeft gevoegd. Te hopen is dat zij veel meer aandacht (en een beloning) gaat krijgen. Want dat verdient zij! Op naar deel zes! Theaterliefhebbers zullen smullen en zij die het nog niet zijn, zullen het worden. Mackie Messer (Bodenfeld) mag dan vermoord zijn, maar de Dreigroschenoper is springlevend!
Kees de Kievid