Onwaarschijnlijk avontuur met gekke hoofdpersonages
De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje – Jonas Jonasson – Vertaald door Corry van Bree – Signatuur – 349 blz.
De naam Jonas Jonasson doet vast een belletje rinkelen. Zo niet, dan zal dat wel gebeuren als je hebt gehoord van het boek De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween. Zijn tweede boek heeft al net zo’n bizarre titel en neemt de lezer weer mee in een onwaarschijnlijk avontuur vol bijzondere en gekke hoofdpersonages. De titel De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje tracht het boek in één zin samen te vatten, maar dat is onder de pen van Jonasson een onmogelijke opgave en doet het verhaal geen eer aan.
Het boek begint bij de veertienjarige Nombeko Mayeki, een Zuid-Afrikaanse latrinewerker die leeft in de sloppenwijken van Soweto. Een meisje dat veel te slim is voor haar omgeving en bovendien erg vindingrijk. Aan de andere kant van de wereld maken we kennis met het Zweedse stel Ingmar en Henrietta Qvist. Zij krijgen een tweeling, Holger 1 en Holger 2. Eén van de broers erft het fanatisme van zijn vader, maar mist elke aanleg voor intelligentie. Bij de ander is het net andersom. Via allerlei omwegen belandt Nombeko in Zweden met een atoombom die eigenlijk niet bestaat. Het is de bom waardoor de paden van Nombeko en de tweeling elkaar zullen kruisen.
“Holger en Nombeko lieten de Chinese meisjes lekker slapen en gingen naar het magazijn om alles rustig te bespreken. Daar stond de bom in de kist met de kussens erop, waardoor het een gezellige zitplek was geworden, ook al was de situatie niet overdreven gezellig.
Ze klommen weer op de kist en gingen allebei aan een kant zitten.
‘De bom…’ zei Holger 2.
‘Kunnen we hier niet laten staan tot hij geen schade meer kan aanrichten,’ vulde Nombeko aan.
Nummer twee kreeg weer een sprankje hoop. Hoe lang zou dat duren?
‘Zesentwintigduizend tweehonderd jaar,’ zei Nombeko. ‘Met een marge van ongeveer drie maanden.’”
De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje is opgedeeld in zeven delen, maar het verhaal loopt gewoon door waar het in het vorige deel gestopt is. Vervalsing, Israëlische Mossad agenten, een helikopter, heel veel kussens, aardewerken ganzen, wiskundige formules, politieke machtsverhoudingen, het koningshuis, aardappelen en een atoombom. Jonasson maakt met al deze ingrediënten en meer een gerecht klaar waarvan je niet weet waarom je het eet, maar waar je zeker van blijft genieten.
Jonassons kenmerkende schrijfstijl is gedetailleerd, absurd en humoristisch. Hij verbindt gebeurtenissen en personen in verschillende tijdsgewrichten met elkaar en laat ze botsen.
De manier waarop dit gebeurt, komt op de lezer haast achteloos over, alsof de schrijver dit complete verhaal in een kwartier uit zijn duim gezogen heeft. En misschien is dat ook wel zo. Jonasson mag zeker een bovenmatige fantasie aangerekend worden die je meesleurt in een draaikolk waar je als lezer nogal beduusd uit komt.
Net als Jonassons vorige roman, De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween, is dit een vermakelijk boek waarbij je ongetwijfeld een paar keer in de lach schiet. De toevalligheden en de oplossingen voor de problemen die ontstaan bij de hoofdpersonages zijn rijk aan verbeeldingskracht en soms zelfs té. Het boek af en toe opzij leggen is de lezer dan ook aan te raden. Om vervolgens weer snel verder te lezen.
Gaetana Ferla