Roman om je in vast te bijten
De laatste weerwolf – Glen Duncan – Vertaling Marja Borg – Mouria – 320 blz.
De meeste boeken over weerwolven gaan over bloed en seks. De laatste weerwolf is hier een uitzondering op. Ja, de thema’s passeren de revue, maar het behandelt vooral een thema dat de mens al eeuwenlang fascineert: de vergankelijkheid. En dat geldt ook voor de weerwolf. De roman van Glen Duncan is in feite een dagboek, het verhaal van Jake Marlowe, de laatste weerwolf op aarde. Hij wordt gekweld door herinneringen aan zijn verleden, door de honger die eens per maand bezit van hem neemt en de Jacht die op hem wordt gevoerd – en waar hij eigenlijk geen zin meer in heeft.
De WOCOP (World Organisation for the Control of Occult Phenomena) is een organisatie die alle occulte fenomenen op aarde opjaagt en ze vervolgens doodt. Zo ook met weerwolven. Jake is hun volgende doelwit en dat weet hij. Hij berust in het lot dat hij binnenkort zal sterven. Hij wil niet meer leven, hij wil niet meer een weerwolf zijn. Jake heeft in zijn laatste dagen genoeg aan een pakje Camel, een fles oude whisky en af en toe een escort om zijn lust te bevredigen. Met zijn honderdzevenenzestig jaar heeft hij genoeg van de wereld gezien om te weten dat er maar één ding is dat ertoe doet: schoonheid. De rest is bijzaak.
‘Grainer wil het monster, niet de man, had Harley gezegd. Je hebt nog tijd. Hij had ongetwijfeld gelijk. De volgende volle maan was pas over zevenentwintig dagen en dankzij Harleys tussenkomst dacht de WOCOP nog steeds dat ik in Parijs zat. Die wetenschap hield me een paar minuten op de been, ondanks de toenemende overtuiging – dit is paranoia, je doet dit jezelf aan – dat ik werd gevolgd.
Maar toen ik Cromwell Road insloeg, was de portie ontkenning die ik mezelf had toegestaan, opgebruikt en moest ik het naakte feit wel onder ogen zien: ik werd echt gevolgd.
Dit is paranoia, begon ik weer, maar de mantra had zijn toverkracht verloren. Achter me, waar slechts een ononderbroken koude had moeten heersen, voelde ik de warme suggestie van een achtervolger. De sneeuw en de gebouwen leken op te zwellen en me toe te roepen: Ze hebben je gevonden. Het is begonnen.’
Zo begint de jacht op de laatste van een soort, een jacht waar eigenlijk geen uitdaging in zit, omdat Jake er niet voor terugdeinst. Totdat een onverwachte ontmoeting alles in een ander perspectief plaatst en zijn gedachten over zijn leven radicaal omslaan. Echte spanning voel je als lezer nauwelijks, het zijn de personages die Jake tegenkomt en wat zij teweegbrengen die blijven boeien.
De laatste weerwolf leest met vlagen poëtisch, iets dat voortkomt uit de sterke zintuiglijke waarnemingen die Jake als weerwolf bezit. Alles heeft een extra dimensie en wordt net met meer detail beschreven dan een mens dat zou kunnen. Jakes herinneringen, reflecties en beschrijvingen van zijn dagelijkse resterende leven doen af en toe haast filosofisch aan. Op zich niet vreemd, met een schrijver die filosofie studeerde. Glen Duncan (1965) studeerde ook literatuur. De Times Literary Supplement noemde hem als een van de ‘twintig beste jonge romanschrijvers’. De laatste weerwolf is Duncans internationale doorbraak.
De laatste weerwolf is een filosofische blik op de wereld door de bloeddorstige ogen van een weerwolf, eentje die ontwikkeld genoeg is om te weten dat hij maar een klein radertje in het grote geheel is. Een goed boek voor de lezer die op zoek is naar fantasy met een vleugje realistische diepgang en zich daar in vast wil bijten.
Gaetana Ferla