Toegankelijke vertelling over Turks-Nederlandse jongen
De Ommekeer – Vedat Gök – Elikser – 151 blz.
Vedat Gök is 36 jaar en geboren, getogen en nog steeds woonachtig in Zaandam. Hij houdt zich al ruim drie jaar bezig met schrijven. Hij schrijft met name over sociale en maatschappelijke kwesties. In zijn debuutroman De Ommekeer schetst hij de problematiek van een opgroeiende jongen die verscheurd wordt tussen twee culturen.
In De Ommekeer is de zus van Imdat Basaran, een jongen van Turkse afkomst, kortgeleden overleden aan botkanker. Ze was pas 21 jaar. De familie Basaran raakt door die gebeurtenis sterk beïnvloed. Ieder op een andere manier. Imdat zit in zijn eindexamenjaar van de HAVO en ondergaat de grootste verandering. Het geloof trekt hij steeds meer in twijfel en hij voelt zich gevangen in allerlei regels en gewoonten, die door zijn conservatieve ouders en directe omgeving als heel belangrijk worden geacht. Die gedachte wordt nog eens versterkt door het ongelukkige leven, dat de mensen om hen heen leiden.
Ondanks al hun opofferingen, zit het niet mee. Imdat raakt gaandeweg steeds meer vervreemd van zijn ooit zo vertrouwde, conservatieve omgeving. Hoewel zijn veranderende persoonlijkheid anderen opvalt, durft hij er echter niet openlijk voor uit te komen. Imdat kan zich niet vinden in wat zijn ouders van hem verwachten. Hij wil niet steeds bij zijn oom langs, hij wil zijn baard niet laten staan en hij studeert liever op school dan thuis voor zijn examens. Ook sluit Imdat een bijzondere vriendschap met zijn oudere tekenlerares, mevrouw Sombroek. Het is deze bejaarde dame die Imdats situatie het beste samenvat: Hij voelt zich gevangen binnen culturele regels.
Door het taalgebruik van schrijver Vedat Gök is dit toch zware onderwerp zeer toegankelijk voor de lezer. De kwestie staat simpel en helder op papier, waardoor iedereen met Imdat mee kan leven. De Ommekeer is daardoor geschikt voor alle lezers.
Dit positieve punt heeft echter ook een nadelige kant: er had meer in gezeten. Gök snijdt een hoop onderwerpen aan, zoals bijvoorbeeld de dood van Imdats zus of het faillissement van het bedrijf van een vriend van de familie, maar doet hier weinig mee. Het blijft een beetje oppervlakkig, en dat is jammer met zo’n onderwerp.
Ik heb De Ommekeer met plezier gelezen, maar had hem graag een 50 tot 100 bladzijden dikker gezien. Het idee is duidelijk, en goed, maar het had iets meer uitgewerkt kunnen worden door Gök.
Felice Beekhuis