Wat een lekker smerig boek
Natte dozen – Marnix Peeters – De Bezige Bij – 324 blz.
Na zijn fantastische debuut De dag dat we Andy zijn arm afzaagden waren de verwachtingen natuurlijk hoog gespannen voor het tweede boek van Marnix Peeters. De titel Natte dozen roept gevoelens op die zich het beste laten omschrijven als ‘dat kon nog wel eens een geil boek zijn’. Vrouwen vormen zo langzamerhand de grootste groep lezers. Zij worden bediend met chicklits, oestrogeen thrillers en erotische trilogieën die zo beschaafd zijn dat ze gerust in bejaardentehuizen tijdens het koffie-uurtje aan de grijs gepermanente dames kunnen worden voorgelezen, zonder dat er een kreetje van afkeuring zal worden geslaakt. Wat moeten de mannen dan? Die willen wat steviger kost lezen en Marnix Peeters schreef met zijn debuut een roman met fragmenten die de inhoud van menig maag omhoog deden komen. Niet geschikt voor teerhartige types met gevoelige magen, dus. Natte dozen is zelfs vrouwonvriendelijk wordt op de achterflap vermeld.
Natte dozen met hoofdpersonage Oscar van Beuseghem die in een psychiatrische inrichting opgesloten zit en vertelt over zijn echte dan wel verzonnen belevenissen aan medegestoorde, Dré. Van Beuseghem heeft ooit een eigen wasserij gehad waar veel vrouwen werkten die hij met dedain bekijkt. Ze liepen de kantjes eraf, waren ongesteld, zwanger of herstellende van zwangerschap en hun lichamen stelden hem, ontdaan van kleding, dikwijls erg teleur. Kortom Van Beuseghem heeft heel wat te klagen en te filosoferen over ‘de dozen’. Het verhaal komt lekker op gang als hij over zijn jeugd gaat vertellen. Over zijn tante Albertina en zijn moeder die seksuele spelletjes deden als zijn vader weg was en waar hij als kind ongewild bij betrokken raakte.
In het gesticht houdt hij zich ook bezig met het schrijven van ingezonden brieven aan de krant over alle artikelen die hem niet of juist wel aanstaan en schrijft hij brieven aan Serge van Houffelen die hem geld afhandig maakt om een kinderproject in Afrika te ondersteunen, maar die volgens Van Beuseghem te veel geld in eigen zak steekt. Hij correspondeert ook met Fanta, zijn opgedrongen Fosterkind uit Soedan. Aan Dré vertelt hij verder over alle mensen die in zijn ogen niet deugen zoals negers, lesbiennes, bejaarden, dikkerds en invaliden. Van Beuseghem legt uit wat er aan hen mankeert en bouwt daarbij aan theorieën die politiek totaal incorrect zijn. Hij zegt wat iedereen wel eens stiekem denkt, maar nooit hardop durft te zeggen, tenzij vermomd in een grap.
Soms doet de vertelstijl van Peeters wat denken aan die van Herman Brusselmans. Zoals in het volgende stuk dat speelt in een Italiaans restaurant. Een man en een vrouw die er zitten te eten hebben een verhouding en Van Beuseghem weet dat. Hij stelt hun gedrag ‘fijntjes’ aan de kaak.
“’Fijn, dat u zo ’s middags de tijd maakt om samen met uw vrouw de lunch te nemen. Veel mensen vergeten zulke zaken, in deze drukke tijden. Zij worden opgeslorpt door werk en carrière, en zij verliezen het belangrijkste uit het oog: het gezin en de relatie. Zorgen dat men niet van elkaar vervreemdt! Zien dat men elkaars zorgen en behoeften niet vergeet. Proficiat aan u beiden, want ik zie u deze niet altijd gemakkelijke opdracht geregeld tot een goed einde brengen, in deze overigens voortreffelijke eettent.’”
Marnix Peeters heeft een uitgebreide reclamecampagne opgezet op internet. Via Facebook maakte hij zijn volgers al een tijdje lekker met voorstukjes uit Natte dozen en het is hem gelukt om een paar vooraanstaande Vlaamse schrijvers iets te laten zeggen over hem en zijn boek. Een grappig stuk schreef Herman Brusselmans, waarin hij Peeters neerzette als een vrouwenhatende, discriminerende viespeuk en aan het eind van zijn ‘recensie’ zijn eigen nieuwste boek De qualastofont aanprees als zijnde beter en zonder de vuile seksuele uitspattingen die in Natte dozen te lezen zijn. Zoiets zie ik in Nederland niet snel gebeuren. Hier wordt de literatuur vaak te serieus genomen.
Maar is Natte dozen net zo goed als De dag dat we Andy zijn arm afzaagden? Hoewel het een vermakelijk boek is – ik heb meerdere keren hardop moeten lachen – vind ik het toch wat minder dan Peeters’ debuut. De leukste stukken zijn de verhalen over Van Beuseghem en zijn familie en de wraak die hij neemt op de misbruikers uit zijn jeugd. Ook zijn fulmineren tegen dikkerds, vrouwen(lesbisch en hetero), invaliden, negers, bejaarden enz. is heel grappig om te lezen. Peeters is op dat vlak een ware woordkunstenaar. De brieven aan Van Houffelen, Fanta en aan de krant vind ik minder interessant. Qua humor kan Peeters zich zeker meten met Herman Brusselmans. De door Peeters geschapen Oscar van Beuseghem is wel de meest politiek incorrecte, grove, smerige, beledigende, mensenhatende, zelfingenomen, leugenachtige, egoïstische, psychopathische, moordende klootzak die ik ooit in een boek ben tegengekomen. Dus toch lezen dit boek!
Pieter Feller