Werk aan je angsten
Angstvrij – Robert L. Leahy – vertaling: Marijke van der Horst, Switch Translations, Tuk – Uitgeverij Nieuwezijds – 335 blz.
Ruim 19% van de Nederlandse volwassen bevolking lijdt ooit in zijn leven aan een angststoornis. Deze aandoening is veel meer dan even schrikken van een spin. Personen met angsten wringen zich in allerlei bochten om bepaalde mensen, plekken of activiteiten te vermijden. Ze gaan sociale contacten uit de weg. Ze komen hun huis niet meer uit, vereenzamen en lopen een grote kans op een depressie of verslaving. Dit is buitengewoon triest, volgens de Amerikaanse cognitief therapeut Robert Leahy. Angsten zijn immers onder controle te houden en de meeste mensen zijn in staat de verbeteringen de rest van hun leven vast te houden. Een aantal (zelf)hulptechnieken vormen het onderwerp van zijn boek.
In de eerste hoofdstukken kijkt Leahy naar de evolutionaire achtergrond van angsten om beter te kunnen begrijpen waarom ze deel uitmaken van de menselijke psyche. Alhoewel menselijk gedrag complex is, blijken we altijd bepaalde basispatronen te volgen in onze reacties op beangstigende situaties. Zo wordt bij angstige mensen het ‘gevaar’ geïnterpreteerd als een complete ramp. Iemand die eens onvriendelijk is, ondermijnt je zelfvertrouwen. Een abnormale vlek op je huid betekent dat je kanker hebt. Iedere hobbel op je weg is een landmijn die zomaar kan ontploffen. Gevolg is dat je de situatie tracht te beheersen. Als je handen in contact zijn gekomen met bacteriën ren je naar de wasbak om ze te wassen. Of je begint de beangstigende situatie te vermijden. Angst is een overlevingsmechanisme dat voorleeft in je hersenen. De evolutie heeft bepaalde ‘spelregels’ in onze hersenen gegrift die helpen gevaren te overleven.
In het volgende deel neemt Leahy de zes categorieën angststoornissen een voor een door. Hij legt uit wat ze inhouden, hoe ze werken en hoe de ‘spelregels’ van angst zich manifesteren. In deze hoofdstukken krijg je technieken aangeboden waarmee je je angsten stap voor stap kunt aanpakken, eerst in denkbeeldige situaties en vervolgens in het echt. In de bijlagen achterin vind je een aantal diagnostische zelftests, voorbeelden van soorten denkfouten en hoe je die kunt bijstellen, aanwijzingen voor een uitgebalanceerd eetpatroon en gezonde lichaamsbeweging. Verder volgt nog informatie over depressie en zelfdoding, medicijngebruik, slapeloosheid, ontspanning en mindfulness.
Leahy brengt zijn verhaal op een heldere en heel herkenbare manier, doorspekt met wat humor en tal van voorbeelden uit zijn rijke praktijkervaring. Het boek van Leahy ademt een groot vertrouwen uit: je kunt angsten daadwerkelijk aanpakken. Dit begint al door te stellen dat angsten volgens Leahy tegenwoordig zeer goed te behandelen zijn. Belangrijk is dat het overwinnen van angsten niet moet gebeuren door ertegen te vechten of ze proberen volledig uit te bannen. Leahy benadrukt dat het erop aan komt om afstand te nemen van je angsten en er anders tegenaan te kijken. Het uitgangspunt hierbij is dat je angst niet voortkomt uit de situatie waarin je je bevindt maar uit jouw interpretatie van die situatie. Als die interpretatie verandert, wijzigt tegelijk ook je hele ervaring van wat beangstigend is en wat niet.
Of de benadering van Leahy de meest aangewezen methode is om met angsten om te gaan is voer voor therapeuten, psychologen en psychiaters. Dit zal bovendien afhangen van persoon tot persoon net als het aspect of je deze aanpak alleen aankunt of in samenspraak met een therapeut. In ieder geval biedt dit boek een praktische en laagdrempelige methode om eraan te werken.
Kris Muylle