Opnieuw een topboek van Hoffschlag
Snuff β Bronja Hoffschlag β Agemo β 119 blz.
Bronja Hoffschlag (1981) begon op haar vijfde met lezen en ontwikkelde een liefde voor taal. Vanaf haar veertiende schrijft ze zelf, maar maakte vrijwel nooit iets af en miste nog ambitie om iets te publiceren. In de loop der jaren heeft ze zo wel haar eigen stijl gevonden. In november 2011 bedacht Hoffschlag twee verhaallijnen voor wat uiteindelijk haar debuut De dode kamer zou worden. Op dit moment werkt Hoffschlag aan het vervolg. Snuff is een dun boekje tussendoor. Het verhaal staat los van de Project X-trilogie.
In Snuff is het verschil tussen fictie en realiteit voor schrijver Sixten Jinks (28) niet altijd heel duidelijk. Maar één verkeerde keuze maakt daar voorgoed een einde aan. Hij wordt gedrogeerd, ontvoerd en samen met studente Elin (20) opgesloten in een ondergrondse ruimte met camera’s. Gaandeweg belanden ze in een steeds grotere nachtmerrie, die Sixten wel erg bekend voorkomt. Wie is de schrijver? Wie is de regisseur? En als het einde nog niet op papier staat, wie bepaalt dan de afloop?
Voor ik begon de lezen in Snuff wist ik niet wat de term snuff-film inhield, en dat is maar goed ook. Zodra je dit weet, weet je onmiddellijk welke kant het boek op zal gaan. Al blijven er nog steeds vragen open staan: Wie? Hoe? En waarom? Ook als je wel weet wat een snuff film is, is het boek Snuff nog steeds een aanrader. Maar weet je het niet, zoek het dan niet van tevoren op.
Hoofdpersoon Sixten Jinks is schrijver, en behoorlijk succesvol in zijn thuisland Zweden. De boeken die hij schrijft, lijken op het genre dat Hoffschlag zelf schrijft, al dan niet met een extra horror-tintje voor Sixten. Boeken moeten spannend zijn, met onverwachte wendingen. Logica is niet zo belangrijk, omdat de echte wereld ook niet altijd logisch is. Een literair, realistisch hoogstandje verkoopt niet goed, een spannende thriller wel. Ik denk dat dit waar is, en dit beschrijft ook vooral Hoffschlags eigen boeken. Sixten heeft soms moeite met fictie en realiteit, maar bij sommige elementen lijkt dit voor Hoffschlag ook het geval.
Goed aan Snuff is dat het experimenteel is, net even anders dan andere boeken. Het is een goed doordacht, origineel verhaal: wie is nu eigenlijk echt de vijand, en wiens vijand is het? En mocht je als lezer uiteindelijk toch nog met vraagtekens zitten, is dat geen probleem. Sixtens uitgever Alexandra snapt er nog minder van dan jij, en krijgt de ontknoping nog eens haarfijn uitgelegd.
Met Snuff levert Hoffschlag weer een ijzersterk verhaal af, en dat in slechts 119 pagina’s.
Felice Beekhuis