Veel research voor “Het dossier” van Anya Niewierra

Anya Niewierra is in 1964 geboren in Kerkrade. Twee zaken hebben in haar jeugd grote indruk gemaakt. Allereerst haar middelbare schooltijd binnen de serene abdijmuren van Gymnasium Rolduc. Hier kwamen eeuwenoude tradities en modern denken op een inspirerende manier samen. Ten tweede de teloorgang van de mijnindustrie vanaf 1974 en de sociale ellende die dat veroorzaakte. Ze had op haar achttiende dan ook maar één doel: wegwezen uit die trieste omgeving! Ze trok letterlijk de wijde wereld in. Na diverse omzwervingen kwam ze in 1992 weer terug naar Zuid-Limburg. Het was haar ambitie om mee te werken aan een nieuwe toekomst van dit prachtige gebied.

In haar eerste boek, Zuid-Limburg, Toen en Nu (uit 2010), staan de grote veranderingen in Zuid-Limburg van de afgelopen eeuw centraal. Tijdens een van haar reizen ontdekte ze de Pyrénées-Orientales, ofwel Frans Catalonië. Ze werd verliefd op deze ruige omgeving en bouwde er haar ‘tweede bestaan’ op tussen de Catalanen. De aparte sfeer in het bergdorp Mosset inspireerde haar tot het schijven van haar thrillerdebuut Vrij Uitzicht. Beide regio’s, maar ook de vele landen waar ze de afgelopen decennia doorheen trok, zijn een inspiratiebron bij het schilderen. 

Het dossier is je tweede literaire thriller, is dit een jezelf ook genre wat graag leest?

Vroeger wel, maar tegenwoordig minder, aangezien ik steeds ga ‘analyseren’ hoe geschreven wordt en hoe het plot loopt. Daarom lees ik nu vooral non-fictie.

Vond je het moeilijk om na je succesvolle debuut Vrij uitzicht, weer een nieuwe verhaal te gaan schrijven? Lag de lat erg hoog?

Nee, ik heb dat niet zo gevoeld. Vrij Uitzicht is spontaan ontstaan en speelt in mijn dorp in Frankrijk. Na een leven lang marketingplannen produceren, wilde ik eens ervaren hoe het is om een fictief verhaal te schrijven. Daar ik in Mosset iedere struik en steen ken, hoefde ik niks te researchen. Van de DDR wist ik niks, dus toen ik besloot om mijn 2e thriller achter de Muur te situeren, moest ik eerst uitgebreid onderzoek doen. Pas na 1,5 jaar research kreeg ik het gevoel dat ik boven de materie stond en begon ik met schrijven. Vrij Uitzicht lag op dat moment alweer 2 jaar achter me. Bijna in een ander leven.

Had je meteen al het idee om de kunstvervalsingen, Stasi en de orgaanroof in één verhaal te verwerken?

Deels. Ik wist dat ik iets wilde met de DDR en Naziroofkunst. Tijdens mijn researchfase stuitte ik op de Kunst und Antiquitäten GmbH en op de wereld van de kunstvervalsing. Mede door een interview met de meestervervalser Geertjan Jansen. Ook las ik over onvrijwillige orgaantransplantatie in de DDR. Toen vormde zich het huidige verhaal. Na gesprekken met de nefroloog Dr. Elly van Duijnhoven van het Maastricht Medisch Centrum kreeg mijn boek zijn huidige vorm.

Het Dossier geeft een beeld over het leven achter het IJzeren Gordijn en de werkwijze van de Stasi. Hoe ben je op het idee gekomen om hier omheen een verhaal te schrijven?

Mijn opa is in Ost-Pruisen geboren en opgegroeid. Tegenwoordig is dat de grensstreek tussen Polen en Litouwen. Hij verhuisde in de jaren 20 met zijn zus naar Aken. Mijn opa trouwde een Nederlandse en koos ervoor om na de opkomst van Hitler Nederlander te worden. Zijn zus trouwde een Duitser en moest dus in Duitsland blijven. Via mijn Duitse tante en haar dochter groeide ik op met spannende verhalen over onze roots in ‘der Osten’. Echter, je kon er niet komen, omdat het gebied achter het IJzeren Gordijn lag. Toen de Muur viel, ging ik gelijk op vakantie naar het Oostblok. Ik was geschokt door de grimmige sfeer, de lelijke steden en de armoede. Het contrast met het westen was onvoorstelbaar groot.

In hoeverre heb je research gedaan, moeten doen? Wilde je dicht bij de feiten blijven of moeten we het geheel als pure fictie zien/lezen. Was de informatie makkelijk te vinden?

Ik wilde een fictief verhaal in een werkelijke situatie schrijven. Dus de feiten moesten kloppen. De research kostte mij veel meer tijd dan gepland. Ook omdat ik via de ene informatiebron op de andere stuitte, waardoor je steeds meer leerde over het bizarre leven in de DDR. Dit leidde ertoe dat ik op z’n minst 1,5 jaar bezig ben geweest met research en met het voeren van gesprekken met deskundigen en Oost-Duitsers.
T.a.v. de vindbaarheid informatie: er was een overkill aan informatie over de DDR en de Stasi. Mijn grote uitdaging was eerder het filteren van alle data. Om de emotie goed te krijgen, wilde ik ook Oost-Duitsers interviewen. Dat bleek lastiger, maar is gelukt. Vooral het gesprek dat ik met een ex-gevangene van de Stasi had in zijn eigen cel in Hohenschönhausen heeft diepe indruk op me gemaakt.
Wat ik heel leuk vond om te doen, was het bekijken van filmpjes over de DDR op Youtube. Ik heb bijna twee jaar lang een paar avonden per week zo’n filmpje gekeken, over de meest uiteenlopende onderwerpen. Mijn man vroeg me op een bepaald moment wat ik nou precies wilde gaan schrijven: een proefschrift over de DDR of een thriller. Om maar aan te geven hoe ik doorschoot in mijn drang om ‘alles’ te weten.

Kunstvervalsing is een rode draad door het verhaal. Je schildert zelf ook. Is dit een reden geweest om iets met kunst in je verhaal te gaan doen?

Ja. Ik wilde via de research voor mijn thriller ook meer leren over het expressionisme, omdat dit een kunststroming is die mij erg aanspreekt.

Hoe ga je bij het schrijven te werk? Maak je een heel schema met plots en personages of heb je alles in je hoofd?

Ik ben marketeer van beroep, dus het is al 3 decennia mijn 2e natuur alles in schema’s uit te werken. Dus wanneer ik begin met schrijven, staat het skelet van het verhaal vast. Inclusief een volledige hoofdstukken indeling en tot op detail uitgewerkte personages. Vervolgens ga ik de hoofdstukken ‘inkleuren’, zoals ik dat noem. Schrijven is immers net als schilderen. Je zet eerst de contouren op het doek uit en je bepaalt de kleurtinten, waarna je gaat detailleren en inkleuren, wat een spontaan proces is. Bij schrijven gaat dat net zo. Tijdens dat ‘inkleuren’ van mijn hoofdstukken komen de sub verhalen. Die bedenk ik niet van tevoren. Die ontstaan als ik in een soort trance zit. Dan nemen mijn vingers het toetsenbord over en maken contact met mijn creatieve bron.

Hoeveel uur schrijf je per dag, als je bent begonnen aan een boek en heb je een vaste werkplek?

Ik werk door de week bij VVV Zuid-Limburg, dus ik kan alleen in het weekend schrijven. Als ik in mijn schrijfperiode zit, begin ik uiterlijk om 07.00 uur en werk door tot een uur of 11.00. Daarna ga ik hardlopen. Als ik terug ben van het hardlopen werk ik nog een uur of twee. Door de week lees ik na, doe research en reflecteer. En ik heb inderdaad een eigen werkkamer.

Wat gaat je makkelijker af, schilderen of schrijven?

Beide kunstvormen gaan me gemakkelijk af en geven me energie. Het voordeel van schilderen is dat een schilderij snel klaar is. Een schilderij maken is een korte creatieve explosie en levert meteen bevrediging. Een boek schrijven vraagt om discipline en doorzettingsvermogen.

Na een mooie scène op het einde was Het dossier voor mij af. Ook al was het een open einde. Dan volgt er nog een kort hoofdstuk wat zich twee jaar later afspeelt. Dit stuk geeft een afronding aan het verhaal. Hou je meer van een dramatisch open einde of denk je dat een meer afgesloten einde beter valt bij je lezers of bij een groter publiek?

Om eerlijk te zijn: ik ben niet zo bezig met wat de lezer wel of niet wil. Ik volg mijn eigen emoties. Het huidige einde is na de eerste redactieronde ontstaan. Alle aanpassingen waren doorgevoerd en het boek was formeel klaar. Maar, zo voelde het niet voor mij. Ik had het idee dat het boek nog niet af was. Er ontbrak wat. Ik droomde er zelfs over. Op een bepaald moment werd ik midden in de nacht wakker en zag Josta voor me, in die scene die het huidige einde werd. Ik stond op, liep naar mijn werkkamer, ging zitten, klapte mijn laptop open en typte dat bewuste laatste hoofdstuk. Waarna ik weer naar bed ging en als een betonblok in slaap viel. De volgende dag was de onrust weg, waarna ik wist dat het verhaal was af. Het huidige einde heeft dus nooit deel uitgemaakt van het plot. Sommige scènes komen dus uit een onbewust deel van jezelf en moet je gewoon laten gebeuren.

Vragen: Conny Schelvis

Andere recensies

Vincent van Gogh – Maria Isabel Sánchez Vegara – Illustraties: Alette Straathof – De vier windstreken – 36 blz. De serie little people, big dreams: biedt informatieve biografieën over mensen die een stempel op deze aarde hebben gedrukt. En natuurlijk is de informatiebron kort...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Wegloopdagen – Pim Lammers – Illustraties: Sophie Pluim – Querido – 224 blz. Aan iedereen vanaf een jaar of tien die niet weet wat wegloopdagen zijn, raad ik aan om dit fantastische verhaal van Pim Lammers te lezen. Vanuit de tijd dat ik de...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Stoute schoenen – Bart Van Loo – De Bezige Bij – 848 blz. Met zijn werk De Bourgondiërs behaalde de Vlaamse auteur Bart Van Loo een internationaal succes dat doet duizelen. Liefst 400.000 exemplaren passeerden de toonbank met ondertussen al vertalingen in negen andere...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!