Ervaringen als diplomaat en ontwikkelingsmedewerker in Congo
De Congo Codes – Dirk-Jan Koch – Prometheus – 278 blz.
Dirk-Jan Koch (1980) studeerde ontwikkelingseconomie in Londen en promoveerde in Nijmegen cum laude met zijn proefschrift Heilige Huisjes over kuddegedrag binnen ontwikkelingshulp: ngo’s opereren vaak bij elkaar in de buurt. In 2008 werd hij tweede secretaris op de ambassade van DR Congo. Begin 2011 verliet hij de ambassade in Kinshasa en werd directeur voor de internationale organisatie Search for Common Ground. Daarnaast werkte hij als docent aan de Katholieke Universiteit van Kinshasa.
Als Dirk-Jan Koch bij Buitenlandse Zaken aangeeft dat hij graag in Congo geplaatst wil worden, krijgt hij direct een telefoontje dat zijn wens gehonoreerd wordt. Kinshasa, de hoofdstad van Congo, is minder populair dan Kopenhagen, terwijl juist in Congo het avontuur lonkt.
Als gepromoveerde ontwikkelingsdeskundige weet Koch precies welke ondersteuning de Congolezen nodig zouden kunnen hebben. Maar gaandeweg zijn reizen komt hij erachter dat wat hij als internationale samenwerking ziet, Congolezen als internationale tegenwerking zien. Hij begint de doceren aan de Universiteit van Kinshasa en samen met slimme studenten onderzoekt hij de schaduwkanten van de hulp. Uiteindelijk zegt hij zijn baan bij de ambassade op om als directeur aan de slag te gaan bij een organisatie waarin hij gelooft. In De Congo Codes concludeert Koch dat internationale samenwerking soms veel effectiever is dan we durven dromen, maar dat de effecten ook veel desastreuzer zijn dan we ons kunnen voorstellen. Het is vooral internationale desinteresse die ervoor zorgt dat Congo niet vooruit komt.
De Congo Codes bestaat uit twee delen. In het eerste deel beschrijft Koch zijn loopbaan als diplomaat en docent aan de universiteit van Kinshasa. Samen met hem leren we niet alleen Congo kennen, maar ook Nederlandse diplomatie, die niet altijd goed samengaat met de ontwikkelingshulp die Nederland zegt te geven. Na een kabinetswisseling neemt Koch afscheid van deze baan, omdat hij het nieuwe beleid niet kan uitdragen, omdat hij er niet in gelooft. Hij gaat aan de slag als directeur bij Search for Common Grounds, het avontuur dat hij in het tweede deel van het boek beschrijft. Hij laat een goed betaalde baan met veel zekerheid achter, omdat hij zijn idealen achterna gaat. Een nobele stap. Tenminste in Westerse ogen, Congolezen zijn niet altijd even gelukkig met de internationale ontwikkelingshulp, zoals blijkt tijdens de colleges die Koch geeft aan de universiteit:
“Terwijl de temperatuur in het lokaal al tropisch is, loopt de gevoelstemperatuur tijdens mijn colleges vaak op tot het kookpunt. Daar sta ik als blanke professor al zwetend te verkondigen dat zonder het Westen de DR Congo zou imploderen, terwijl de studenten beargumenteren dat datzelfde Westen niets anders doet dan hem exploiteren. Volgens een van mijn studenten, Irène, is het Westen alleen maar geïnteresseerd in de Congolese bodemschatten: ‘Ze sturen mensen zoals jij als een doekje voor het bloeden.’ Terwijl ik stel dat de internationale gemeenschap qua samenwerking juist te weinig doet in de DR Congo, simpelweg omdat er in het Westen te weinig belangstelling bestaat voor dit land.”
Door observaties en beschrijvingen leren we Congo kennen. De Congo Codes is als boek erg sterk, omdat Koch niet beweert de feiten te kennen en door te geven als de lezers. Het boek bestaat puur uit eigen ervaringen. Daarnaast gebruikt Koch makkelijke en duidelijk taal, waardoor het boek geschikt is voor leken. Het is vlot geschreven, maar toch diepgaand. Een groot pluspunt is dat je als lezer regelmatig Kochs eigen verbazing en enthousiasme tussen de regels door kunt lezen.
Het is geen onderbouwd wetenschappelijk of journalistiek onderzoek – onderwerpen worden soms slechts oppervlakkig behandeld – maar dat beweert Koch zelf ook niet. De Congo Codes is een persoonlijk verhaal, maar wel een persoonlijk verhaal vol actuele en interessante onderwerpen.
Felice Beekhuis