Het verhaal achter Kniertje
Esther de Boer-van Rijk. Hollands populairste actrice – Joosje Lakmaker – Wereldbibliotheek – 303 blz.
Joosje Lakmaker (1950) schreef eerder het veelgeprezen Voorbij de Blauwbrug, de geschiedenis van bewoners van de zogeheten Jodenbuurt in Amsterdam maar ook de speurtocht naar de verzwegen geschiedenis van haar grootvader waarin ze de lezer deelgenoot maakt van het dagelijks leven in de roerige periode tussen 1885 en 1942.
Ze kreeg voor dit werk zeer lovende kritieken van de pers.
In dit boek vertelt ze het levensverhaal van Esther de Boer-van Rijk. Een meisje uit een armoedig orthodox Joods gezin in Rotterdam dat zich ontwikkelde tot de belangrijkste actrice van Nederland. Ook geeft het een beeld van het acteursbestaan in een tijd zonder toneelsubsidies met voorstellingen in kermistenten, tochtige kleedkamers en eindeloos veel reizen per koets, trein en binnenschip.
Esther werd in 1853 geboren te Rotterdam. Het is onduidelijk of ze uit een gezin van 10 of 14 kinderen kwam maar er is wel bekend dat er meerdere kinderen uit dat gezin vroeg zijn gestorven. Ze is vernoemd naar het eerste kindje uit het gezin dat op driejarige leeftijd is gestorven. Als Esther acht jaar oud is sterft haar vader en moet ze, samen met de andere nog thuiswonende kinderen, haar moeder helpen met het verdienen van de kost. Dit doet ze in een naaiatelier. Op haar twaalfde gaat ze van school om volledig mee te werken.
Ze vond toneelspelen toen al leuk en mocht van haar moeder naar het amateurtoneel zolang dat niet met haar werk in de knel kwam. Op haar veertiende speelt ze haar eerste hoofdrol. Als ze twintig jaar is wordt ze gevraagd om bij het dilettantentoneel te komen spelen. Het is dan 1873. Haar moeder geeft in eerste instantie geen toestemming maar door overredingskracht van twee oudere broers mag ze toch gaan spelen. Het echte begin van haar carrière
Ze trouwt met Henri en in 1885 wordt haar dochter Fietje geboren die ook bij het toneel gaat. Henri heeft een spierziekte en al snel staat Esther er alleen voor om de kost te verdienen. Wat in die tijd niet mee viel. Het loon is laag en werk onzeker. In 1917 sterft Henri en Esther trekt later in bij haar dochter, schoonzoon en kleinkinderen.
Het eerste toneelstuk van H. Heijermans speelt ze in 1898 en in 1899 volgt Op hoop van zegen wat haar de rol van Kniertje brengt. Een rol waar ze voortaan altijd mee vereenzelvigd wordt. Naast haar toneelwerk heeft ze ook in een tiental films gespeeld. Maar haar hart bleef bij het toneel. Op 7 september 1937 sterft ze. Ze wordt begraven op de Joodse begraafplaats in Muiderberg.
Naast de biografie van Esther de Boer-van Rijk wordt uitgebreid verteld over het leven in die periode, met name over het leven van de toneelspelers. Dat de voorstellingen voor de spelers weinig opleverden en dat ze naast het spelen in een theater op tournee gingen langs kermissen en onder slechte omstandigheden moesten reizen en spelen.
Esther moest hard werken voor weinig geld, te weinig om van te leven. Ze betrok met een ander gezin een kleine woonruimte om zo te kunnen delen in de kosten. Het geeft een goed beeld van het stadse leven onder gewone mensen in die tijd.
Na het lezen van dit naslagwerk allereerst mijn complimenten aan de schrijfster. Ze heeft heel wat research moeten doen om een goed beeld te kunnen vormen en over te kunnen brengen aan de lezer. Daar is ze zeker in geslaagd. Het is jammer dat er weinig over het privéleven van Esther bekend is. Ook in haar autobiografie laat ze weinig los over haar gevoelens ten opzichte van mensen, situaties en haar privéleven.
Naar mijn idee gaat het meer over het acteursbestaan in deze periode dan over het privé leven van Esther de Boer-van Rijk al loopt zij als rode draad door het boek. Dit is niet storend omdat ik dat ook wel interessant vond om te lezen maar ik had door de titel meer verwacht dat het over het persoonlijke leven van Esther de Boer-van Rijk zou gaan en in dat opzicht werd ik wat teleurgesteld. In het verhaal worden veel bronnen aangehaald, deze zijn genummerd en achterin het boek terug te vinden, zelf vond ik dit af en toe wat lastig lezen.
Het boek laat zich niet lezen als een vlot geschreven roman, maar geeft een mooi tijdsbeeld van de armoede in deze kringen en voor iedereen die interesse heeft in de geschiedenis van het Nederlands toneel een mooi naslagwerk.
Conny Schelvis