“Muziek is heel belangrijk in mijn werk en bij mijn werk”

Josha ZwaanJosha Zwaan werd op 19 december 1963 geboren in Nieuw Zeeland, als dochter van Nederlandse immigranten. Toen zij drie jaar was verhuisde het gezin terug naar Nederland. Ze groeide op in Zeeuws Vlaanderen, West-Friesland en op de Veluwe. Na haar studies Andragologie en Sociale Pedagogiek werkte zij jarenlang in de hulpverlening met extreem problematische drugsgebruikers en in de jeugdhulpverlening. In 1999 maakte zij een overstap naar het geven van trainingen op het gebied van communicatie en leiderschap. Sinds 2004 heeft zij een praktijk voor coaching en procesbegeleiding.
Al van jongs af aan schreef ze verhalen. Haar eerste ‘boek’ schreef zij op elfjarige leeftijd. De uitgeverij waar zij haar manuscript naar toe stuurde vond het een knap werkje, maar met een te volwassen thema (ziekte en dood) voor een kinderboek.

Op haar achttiende behoorde zij tot de winnaars van een wedstrijd van VIVA: erotische verhalen door vrouwen geschreven. Schrijven bleef een rode draad in haar leven. In de verschillende functies die zij had, schreef zij projectplannen en beleidsstukken en soms ook impressies van wat zij meemaakte met cliënten.
De tijd om verhalen te schrijven vond zij pas weer toen haar kinderen groter werden. Na haar veertigste verjaardag besloot Josha Zwaan serieus werk te maken van haar schrijverschap. Zij startte met het schrijven van een roman en werkte tussendoor aan verhalen en essays. In 2010 verscheen haar debuutroman Parnassia. In 2013 de tweede roman Zeevonk en Dwaallicht, kwam in 2015 uit.
Naast fictie schrijft Josha Zwaan ook essays. Sinds 2009 heeft zij gepubliceerd in Dagblad Trouw, Volkskrant Magazine, Tijdschrift voor Coaching en Tijdschrift Volzin.

Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel gelezen?

Vader was predikant, moeder huisvrouw. Ik heb twee broers en een zus. Er werd veel gelezen en vooral veel voorgelezen.

Las je zelf veel en wat was je favoriete boek in je jeugd?

Ik las vanaf mijn vierde alles wat ik te pakken kon krijgen. Favoriet was Peerke en zijn kameraden van W.G. van der Hulst, toen ik acht was. Toen ik tien was, werd Mandy van Julie Andrews mijn lievelingsboek. In mijn tienertijd was ik grote fan van Simone de Beauvoir.

Hoe ga je te werk bij het schrijven? Heb je een vaste schrijfplek, vaste tijden en zet je je verhaal uit in een schema?

Ik schrijf meestal in de morgen tot begin van de middag. Achter mijn bureau met uitzicht op de tuin en de kippen. Ik heb wel een globale opzet, weet altijd hoe het boek gaat aflopen maar gedurende het schrijfproces ontstaan er altijd zijpaden en ideeën.

Welke schrijvers zijn je grote voorbeelden?

Voorbeeld klinkt als willen schrijven als hem of haar. Dat heb ik niet zo erg. Ik heb mijn eigen stijl, ik kan niet zoals een ander schrijven. Wel lees ik heel veel en raak dan ook weer geïnspireerd. Ik houd van Oek de Jong, Tommy Wieringa, Simone de Beauvoir, Nicole Kraus. Stefan Zweig, Max Frisch, Sandro Veronesi, Ian Mc Ewan, Griet op de Beeck, Willem Jan Otten, Gerdien Verschoor en nog vele, vele anderen.

Parnassia is je meest succesvolle boek tot nu toe. Ging het schrijven je gemakkelijk af en had je meteen de juiste vorm te pakken?

Ik heb het in een aantal maanden uitgedacht, ook veel research gedaan. De vorm ontstond al snel, wel is er nog van alles van plek gewisseld. Het schrijven ging snel omdat ik een enorme drive had. Het puzzelen en denken is niet makkelijk maar ik houd daarvan, in die zin gaat het mij makkelijk af.

Voor Dwaallicht heb je deels geput uit je eigen ervaringen, heeft dat het schrijven van dit verhaal extra moeilijk gemaakt voor jou?

Eigenlijk was het andersom: in eerdere versies hield ik mijzelf weg uit het verhaal. Toen lukte het steeds niet om de juiste toon te vinden. Toen ik eenmaal besloten had om mijn eigen angsten en depressies te gebruiken in de verhaallijn, werd het boek echter en spannender.

In hoeverre val je samen met de hoofdpersoon Marthe?

Maar voor een klein deel. Een hoofdpersoon, een karakter is altijd samengesteld uit portretten van mensen die ik gekend heb en of verzonnen en een deel van mijzelf. Een soort collage dus.

Wat heeft je doen besluiten een boek te schrijven met psychische problematiek als thema?

Ik heb jarenlang in allerlei takken van hulpverlening gewerkt: drugshulpverlening, jeugdhulpverlening, multi-probleemgezinnen, werk met dak- en thuislozen. Ik wilde heel graag schrijven over de manier waarop met name moeders worstelen. Het is niet erg om een beetje anders te zijn, maar om dan een gezin te kunnen geven wat nodig is, is lastig. En toch lukt het velen met vallen en opstaan om een liefdevolle ouder te zijn.

Ben je met een nieuw boek bezig? Kun je een tipje van de sluier oplichten?

Ik ben altijd aan volgende boeken bezig. Ik werk nu aan een soort verhalend non-fictie boek waarin ik aan de hand van eigen en andermans ervaring allerlei aspecten van het leven belicht. Daarnaast ga ik aan een volgende roman beginnen maar ik heb nog niet besloten welk onderwerp uit de vele ideeën die ik heb ik ga kiezen

Wil je vijf boeken noemen die je zeker zult meenemen als je naar een onbewoond eiland wordt verbannen?

Emily Dickinson: Verzamelde gedichten, mooi en troostend
JM Coetzee: In Ongenade, een van de beste boeken ooit geschreven
Max Frisch: Stiller, alles wat je kunt bedenken over liefde, huwelijk, verbondenheid en de onmogelijkheid daarvan zit in dit boek
Ida Simons: Een dwaze maagd, om jaloers op te zijn: zo eenvoudig geschreven, tegelijk geraffineerd en schrijnend mooi
David van Reybrouck: Congo, een dikke pil die nog staat te wachten in mijn kast om gelezen te worden. Zeer geschikt voor een periode op een onbewoond eiland, lijkt me

Hier kun je nog iets zeggen dat je kwijt wilt.

Muziek is heel belangrijk in mijn werk en bij mijn werk. In Dwaallicht speelt de cello een grote rol, in Zeevonk de piano en in Parnassia Jiddische muziek. Ik geef heel veel lezingen waarbij ik samenwerk met professionele musici. Literatuur en muziek gaan heel goed samen. Naast romans schrijf ik essays voor o.a. dagblad Trouw en blog ik regelmatig. Meer informatie over mij kun je vinden op mijn website.

Vragen: Wendy Wenning en Pieter Feller

Andere recensies

Gruffalo en zijn vrienden zoekboek – Julia Donaldson – Illustrator: Axel Scheffler – Lemniscaat – 32 blz. Zoekboeken worden steeds populairder en dan ook echt voor heel jonge kinderen. Voor de leeftijd vanaf een jaar of drie is het heel goed om zich te...
Lees verder Categorie: Kleuterboeken, Prentenboek
| Reageer!
Airfryerbijbel – Bas Robben – Carrera Culinair – 496 blz. De airfryer begint langzamerhand de frituurpan in de keuken te verdringen. Natuurlijk zijn er nog dingen die echt in de olie gebakken moeten worden, zoals oliebollen en appelflappen, maar de meeste maaltijden kun je...
Lees verder Categorie: Kookboek
| Reageer!
Dierentaal en Plantenpraat – Gaby Dawney – Illustraties: Margaux Samson Abadie – Lemniscaat – 112 blz. Dit is een prentenboek met 48 verhalen over hoe de natuur communiceert. De verhalen gaan over zoogdieren, vogels, waterwezens, reptielen & amfibieën, insecten en ook nog over planten...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur
| Reageer!