Ruzie maken en toch van elkaar houden
Hotel Bonbien – Enne Koens – Luitingh-Sijthoff – 191 blz.
Heftig ruziemakende ouders die er toch niet over peinzen om te gaan scheiden: dat kom je niet vaak tegen in kinderboeken. Enne Koens maakt er in Hotel Bonbien een kernthema van.
De ouders van Siri (10) en haar oudere broer Gilles (15) runnen Hotel Bonbien, een doorreishotel in Frankrijk, waar de familie zelf ook woont. Siri en Gilles maken veel ruzie, maar hun ouders nog veel meer. Dat zit Siri behoorlijk dwars. Ze zou willen dat haar ouders net zo leuk met elkaar omgingen als de vader en moeder van haar vriendin Sylvie. Tot op een dag de vader van Sylvie met zijn koffer voor de deur staat en een kamer betrekt in het hotel. Ouders die nooit ruziemaken en toch uit elkaar gaan, daar kan Siri zich niets bij voorstellen. Zij had juist gedacht dat je alleen maar scheidt als je almaar ruzie maakt. Zeker als je moeder daarbij soms het halve servies door de keuken smijt.
Maar het zit anders in elkaar, hoort Siri op een dag, tijdens een moederdochter-onderonsje op het privé binnenplaatsje van het hotel. Daar vertelt Siri’s moeder dat ouders die veel ruzie maken toch veel van elkaar kunnen houden. Alleen komen mensen soms uit totaal verschillende milieus, waardoor karakters kunnen botsen. De moeder van Siri komt uit een groot, druk gezin, vertelt ze. Een gezin waarin ruziemaken geen taboe was: ‘Mijn vader en moeder maakten altijd ruzie, en daarna maakten ze het weer goed. Als ze ruzie hadden, smeet mijn moeder het servies door de kamer, en om het goed te maken, kocht mijn vader nieuwe kopjes.’ Siri’s vader had een tegenovergestelde jeugd. ‘Bij je vader thuis was het heel anders, Siri. Daar was het stil. Als je vader iets wou vragen, moest hij zijn vinger opsteken en zijn ouders moest hij met “moeder” of “vader” aanspreken, en met “u”.
Dat zijn inderdaad grote verschillen en zo bezien is een wonder dat Siri’s ouders het toch samen weten te redden, zelfs in de financieel benarde situatie waarin ze verkeren: doorreizigers zijn een bewerkelijke doelgroep die niet veel geld in het laatje brengen. De meeste gasten komen alleen wat eten of drinken, of blijven hooguit één nacht. Toch vindt Siri het hotel een fijne plek en zou ze nergens anders willen wonen. Naast het gepieker en getob heeft Siri namelijk ook een lichte en optimistische kant, die overal wel een avontuur in ziet. Zo maakt ze kennis met de meest uiteenlopende gasten, waar ze soms ook een kortstondige vriendschap mee beleeft. Als ze een jongen uit een keurig, streng gezin een uurtje heeft weten te ‘ontvoeren’ naar een zwemmeertje en hem heeft uitgedaagd om met kleren en al in het water te springen, vertelt ze, als het gezin weer vertrokken is: ‘Dat was dus vriendschap nummer veertien van deze zomer.’
Het verhaal begint net iets teveel voort te kabbelen, als Siri na een val uit een boom ineens een opmerkelijk fotografisch geheugen blijkt te hebben. De reactie van Sylvies vader (‘Eigenlijk heb je er tegenwoordig niet veel aan, want Google kan alles onthouden, maar in de vorige eeuw zou je heel nuttig zijn geweest’) is geestig, maar dat in eerste instantie niemand zich afvraagt hoe dit zo ineens komt, vind ik niet erg logisch. Toch krijgt het verhaal hierna wel weer vaart en volgt er een aantal ontwikkelingen die de boel op z’n kop zetten en die uiteindelijk een louterende werking hebben op het hele gezin.
Hoewel haar eerdere kinderboek Sammie en opa me meer aansprak, is Enne Koens erin geslaagd met Hotel Bonbien een goed geschreven, ontroerend kinderboek af te leveren, waarin ze een prima balans heeft gevonden tussen probleembehandeling en geestig, licht filosofisch vermaak. Geschikt voor kinderen vanaf een jaar of acht.