Als taal en terreur het duel met elkaar aangaan
Een woord een woord – Frank Westerman – De Bezige Bij – 285 blz.
Frank Westerman (Emmen, 1964) was correspondent van de Volkskrant en NRC Handelsblad in Moskou en Belgrado. Als schrijver brak hij in 1999 door met De graanrepubliek. Hierna volgden onder andere Ingenieurs van de ziel (2002) en Stikvallei (2013). Zijn werk won prijzen en wordt veelvuldig vertaald.
In Een woord een woord tracht Westerman antwoord te geven op de vraag wat het woord kan uitrichten tegen kogels. Wat moet het antwoord zijn op terreur, is onderhandelen altijd de beste strategie, is geweld uiteindelijk onvermijdelijk? De schrijver maakte als kind in Assen van dichtbij de Molukse treinkapingen mee en was als correspondent in Rusland getuige van de Tsjetsjeense terreuracties.
Westerman schotelt de lezer een fascinerende zoektocht voor naar het ontstaan, de ideologie van terreur én hoe die te bestrijden. Zo neemt hij deel aan een training tot gijzelonderhandelaar op de School voor Gevaar-en Crisisbeheersing te Ossendrecht, spreekt hij met de stokoude psychiater Havinga, één van de twee vaste onderhandelaars met de treinkapers en verdiept hij zich in de carrière van Dirk Mulder, de man die over de hele wereld beroemd werd dankzij de zogenoemde “Dutch approach”. Dat hield in dat je in gesprek ging met terroristen, geweld was geen optie en paste ook niet in een democratie waarin een mensenleven telt. Het gebruik van geweld bij de beëindiging van de treinkaping bij De Punt werd dan ook als traumatisch ervaren en door sommigen gezien als een nederlaag .
In Rusland daarentegen was grof geweld gebruikelijk na terreuracties, praten was een teken van zwakte voor een totalitaire staat. In Tsjetsjenië zag Westerman het resultaat: “ Tegenover de vier opgeblazen flats in Rusland stonden honderden vernietigde woonkazernes en appartementenblokken in Tsjetsjenië”.
De schrijver maakt het verhaal zeer persoonlijk : hij verhaalt van zijn ontmoeting en vriendschap als twintiger in Havana met de voortvluchtige RAF-terroriste Margrit Schiller, hij gaat op de thee bij ex-treinkaper Abé Sahetapy en bij Noes Solisa, woordvoerder van de kapers tegenover de verzamelde journalisten. Van Bovensmilde tot Beslan beschrijft hij de gijzeldrama’s, de hoofdrolspelers, de tactieken, de afloop en de gevolgen. Westerman wisselt af tussen heden en verleden, is een levendig verteller en schrijft beeldend. Een voorbeeld hiervan bij de gijzeling in het Asser provinciehuis :
“ Geen van de drie is zuinig met munitie. Een wandkaart van Drenthe gaat aan gort, met hun pistolen schieten ze op steden en dorpen alsof er punten mee te winnen zijn. De gegijzelden, zittend en liggend op de vloer, houden zich doodstil. De deur moet gebarricadeerd met een bureau. Planoloog Ko de Groot en een collega moeten dat doen. De Groot sputtert tegen. Hij merkt op dat die krengen te zwaar zijn voor twee man. ‘Hé jij daar! Bril!’ De oudste van het drietal, Nunu, geeft hem een trap in zijn ribben, ‘Wil jij dood?’”
Dit boek verdient het veel gelezen te worden.
Dick Huitema.