Fascinatie voor een oudoom
Marjolijn van Heemstra (Amsterdam, 1981) studeerde Godsdienstwetenschappen in Amsterdam. Ze is succesvol theatermaker met geëngageerd en experimenteel toneel en toert met haar voorstellingen door binnen-en buitenland. Als schrijver is ze een multitalent en publiceert ze poëzie en romans en schrijft ze columns voor Trouw en NRC. In 2009 kwam haar eerste dichtbundel uit, Als Mozes had doorgevraagd, waarmee zij in 2012 de Jo Peters Poëzieprijs won, gevolgd door Meer hoef dan voet (2014). In 2012 verscheen haar eerste roman De laatste Aedema. Van Heemstra heeft momenteel een wekelijkse column in Trouw en bij Das Mag verscheen in 2017 haar roman En we noemen hem over haar oudoom en verzetsheld Frans van Heemstra.
Je bent theatermaker, dichter en schrijver. Wat is er leuk aan die afwisseling?
Elke vorm vraagt om een ander soort concentratie, dat vind ik prettig. Het schrijven is nogal solitair, het theater maken doe je altijd in een groep en onder grote tijdsdruk. Totaal verschillende dynamiek dus, dat houd me wakker.
Is En wij noemen hem voortgekomen uit je theaterproductie Bommenneef of was het andersom?
Het zijn twee op zichzelf staande projecten. In de voorstelling zocht ik iets anders uit dan in het boek. Niet alleen inhoudelijk, ook qua vorm. Een voorstelling is niet alleen taal, daar komt beeld, licht, geluid, decor bij, en in dit geval ook een acteur. Er zijn veel meer beperkingen. In de voorstelling zat bijvoorbeeld niet het hele verhaal over de zwangerschap en de vernoeming maar wel een lijn over theater en de vraag of je je als acteur in elk mogelijk personage kunt inleven.
Hoe ben je met En wij noemen hem bij Dag Mag terecht gekomen?
We kenden elkaar al een tijdje, er was wederzijdse interesse en toen mijn redacteur werd ontslagen bij de Bezige Bij was ik toe aan een nieuwe plek.
In En wij noemen hem zeg je ergens dat je de volgorde van de gebeurtenissen hebt aangepast om het verhaal spannender te maken. Schrijvers doen dat soort dingen altijd? Waarom vermeld je het in het boek?
Ik wilde tijdens het schrijven zo min mogelijk afstand tussen mij en de lezer. Ik wilde dat het een transparant verhaal zou zijn, dat je het gevoel hebt dat je er helemaal doorheen kunt kijken. Het was voor mij de enige manier om dit te schrijven.
Val je helemaal samen met de hoofdpersoon in En wij noemen hem of heb je het karakter wat eigengereider gemaakt dan je zelf bent? Ben je bijvoorbeeld werkelijk onaangekondigd naar Spanje vertrokken toen je al hoogzwanger was?
Nee, ik val niet helemaal samen met de verteller. Er zijn dingen die ik anders heb gedaan, maar als ik nu mocht kiezen had ik in die situaties liever het pad van de verteller gekozen. Het was een manier om de dingen nog eens opnieuw te doen, en dan precies zoals ik het had willen doen.
De Tweede Wereld Oorlog raakt steeds verder van ons af en toch worden er nog steeds verhalen over geschreven. Was het voor jou een verrassing dat je bommenneef geen verzetsheld was en dat sommige verzetslieden na de oorlog nog doorgingen?
Nee, ik vermoedde al dat er iets niet klopte aan dat verhaal, wat wel een verassing was, was het feit dat de aanslag in zo’n korte tijd getransformeerd was tot heldendaad en dat er blijkbaar een soort collectieve amnesie had toegeslagen bij iedereen die er iets van wist. Ik vind het nog steeds absurd dat ik nog nooit van al die krantenberichten had gehoord.
Kun je het je voorstellen dat mensen uit het verzet ‘verraders’ die vrij rondliepen alsnog probeerden te straffen?
Dat kan ik me zeker voorstellen (wat niet wil zeggen dat ik geloof dat het de beste manier is om ermee om te gaan), maar in dit geval is het maar zeer de vraag of het om een verrader ging.
In Zuid – Afrika kwam er na de afschaffing van de Apartheid een verzoeningscommissie. Denk je dat de pijn van de Apartheidstijd sneller zal genezen dan het zeer dat na de Tweede Wereld Oorlog achterbleef bij Joden en verzetsmensen. Kortom is verzoenen niet altijd een betere optie dan wraak?
Dat is een hele grote vraag. In principe geloof ik daar in, maar in sommige gevallen moet je je afvragen of verzoening wel mogelijk is. En of je daarmee geen stinkende wonden creëert. Ik vroeg me dat ook af tijdens het lezen van Country of my skull, het verslag dat Antjie Krog schreef over de bijeenkomsten van de commissie.
Ik las dat er een boek op stapel staat Het groeit! Het leeft! Gebundelde columns over je ouderschap. Er zijn natuurlijk al heel wat boeken over dit onderwerp. Wat zal jouw boek toevoegen?
Er zijn natuurlijk over alle mogelijke onderwerpen al veel boeken geschreven. Wat ik toevoeg is mijn persoonlijke blik op de dingen, maar dat is wat elke schrijver toevoegt met een nieuw boek. En dan hoop je maar dat er lezers zijn die zich herkennen in die blik, of er door geraakt worden, of verbaasd, of wat dan ook.
Vragen: Pieter Feller
Lees hier de recensie van En we noemen hem.