“Het zijn de woorden die ertoe doen”
Lex Paleaux is afkomstig uit Friesland. Hij heeft een poosje in Canada gewoond, zwierf na zijn terugkomst wat rond en is uiteindelijk in Haarlem terechtgekomen. Daar is hij zeer populair om zijn bijdragen aan de ‘Je bent Haarlemmer als…’-pagina. Uit ons contact is duidelijk naar voren gekomen, dat niet hijzelf, maar de inhoud van wat hij schrijft, op de voorgrond moet staan (vandaar ook de ongebruikelijke foto bij dit interview). Desondanks heeft hij een tipje van de sluier over zichzelf opgelicht door mijn vragen te beantwoorden, waarvoor hartelijk dank.
Van een schrijver, zeker van een debutant willen de lezers graag weten wat hij zelf leest. Wat las je vroeger en had je favorieten (boeken of schrijvers)? Wat lees je nu?
Ik verslond boeken en ‘woonde’ praktisch in de dorpsbibliotheek. (De kameleon series, de boeken van Piet Prins etc.) Gek genoeg is met de liefde voor het schrijven, de passie voor het lezen wat verdrongen. Met als voornaamste reden dat ik niet per ongeluk iets in de zolderkamer van mijn geheugen wilde opslaan, om het dan per later, per abuis, als ‘van mij’ te beschouwen. Tijdens van het schrijven van Winterwater heb ik dan ook nauwelijks iets van anderen gelezen. Op dit moment ligt er een hele fijne biografie van Bruce Springsteen op mijn nachtkastje.
Je bent al op jonge leeftijd naar Canada vertrokken. Wat heeft daartoe geleid en wat heeft dat land voor jou betekend?
Een roerige jeugd en de kans om daar voor even aan te ontsnappen greep ik met beide handen aan. Veel geleerd en gezien, met als voornaamste les… Je kan nooit aan de confrontatie met jezelf ontsnappen. Hoe ver je ook reist, er komt een moment dat je met de billen bloot moet.
Waarom ben je naar Nederland teruggekomen?
Ik denk toch een vorm van heimwee, je kan het jongetje wel uit Friesland halen, maar de Fries niet uit het jongetje… Nog steeds niet overigens, en dat terwijl ik Haarlem oprecht als mijn thuis beschouw.
Voordat je een roman ging schrijven, heb je scripts voor tv-series, theater en films geschreven. Wat hield dat in?
Dat ik scripts voor tv-series, theater en korte films schreef. Mijn schrijfwerk voor derden is een werkend verleden waar ik trots op ben, maar waar ik de focus niet op wil leggen. In de achteruitkijkspiegel kijken naar reeds behaalde doelstellingen brengt je niet verder.
Hoe ben je er toe gekomen columns op facebook te gaan schrijven en hoe belangrijk is dat voor je?
Winterwater als manuscript was af, her en der was er voorzichtige interesse en kwamen er positieve geluiden, maar het werd zomer en de trein kreeg vertraging zogezegd.
De ‘Je bent Haarlemmer als…’ pagina was een bekend fenomeen en na wat voorzichtige pasjes op het virtuele ijs van de social media, besloot ik om via de karakters uit mijn roman een koppeling te maken tussen mijn leven vroeger en het Haarlem van nu…
Niet in het minst tot mijn eigen verbazing, werd dat ontzettend positief ontvangen. Op de vraag of het belangrijk is… Absoluut, het succes en de warme reacties zorgden ervoor dat ik als schrijver een vaste kern lezers kreeg (geen idee hoe groot die groep inmiddels is) die gezamenlijk mijn werk een hartslag hebben gegeven.
Van een debutant willen we natuurlijk weten hoe hij er toe is gekomen een roman te schrijven. Hoe ligt dat bij jou?
Uit noodzaak, de drang om te schrijven is groter dan de wens om te creëren. Het klinkt cliché, maar voor mij is het als ademen. Schrijven ruimt de zolderkamer op met als resultaat rust in hoofd en hart. Ondanks de enorme populariteit van de columns, waar ik ontzettend dankbaar voor ben, schrijf ik elk woord en elke zin in eerste instantie voor mijzelf.
Hoe ben je bij Uitgeverij In de Knipscheer terecht gekomen en hoe ben je daar begeleid bij de totstandkoming van je roman?
Anja Knipscheer is de vrouw van Franc, de eigenaar van de uitgeverij. Zij las de columns en de vele reacties en reageerde met een berichtje dat deze zeer publicabel waren. Ik vertelde toen dat ik reeds een manuscript had liggen en nadat deze gelezen was door Peter de Rijk, werkzaam als redacteur bij In de Knipscheer, werd ik op gesprek uitgenodigd. Bij binnenkomst en de eerste handdrukken had ik mijn keuze al gemaakt. Het voelde goed en ze begrepen exact wat ik met het verhaal wilde vertellen.
Qua begeleiding bleek het manuscript dusdanig ‘schoon’ dat de versie die jij gerecenseerd hebt weinig verschilde van de versie die ik de uitgeverij stuurde.
“Pake, mag ik weer over het winterwater glijden?” Een citaat uit je boek, waarin de titel voorkomt. Toch denk ik dat de titel meer te betekenen heeft. Wil je daar iets over vertellen?
Het zegt hooguit iets over de manier hoe ik naar taal kijk… ‘Winterwater, stoeptegelbeestjes’ woorden die niet bestaan, maar die iedereen begrijpt. Daarnaast vertelt het iets over het kind in het boek. Hij kijkt simpelweg met andere ogen naar de wereld om zich heen.
Je hebt een prachtige hond! Wandel je veel met hem(haar) en put je daar inspiratie uit?
Het wandelen met mijn hond zorgt niet alleen voor inspiratie, het schrijven doe ik ook tijdens het wandelen. Thuisgekomen, na wandelingen van drie uur of langer, stort mijn hond zich op zijn slaapkussen en ik op mijn laptop, om datgene uit te werken wat tot dan toe alleen nog maar in mijn hoofd bestond.
Je wilt zijn (haar) naam niet prijsgeven, las ik in het Haarlems Dagblad. Ook de voornamen van de ouders en broers van Lex noem je niet in het boek. Ligt daarin een verband en waarom die namen niet?
De ouders noem ik wel degelijk bij naam, ‘papa en mama’ zo heten alle ouders tenslotte voor kinderen, wat betreft de broers… Door ze structureel niet bij naam te noemen, creëer je een zekere afstand.
Zowel tussen de lezer als de beide broers, tevens geeft het ook de afstand weer die Lex tot zijn familie voelde. Bovendien kan een naam bij de lezer een associatie oproepen die niet strookt met zekere handelingen in het boek. Door het open te laten is er voor iedereen een mogelijkheid tot relateren. Daarom toon ik mijzelf ook niet graag in de media, mijn verschijning is totaal niet relevant. Het zijn de woorden die ertoe doen.
Wat betreft de hond, ik wil voorkomen dat mensen hem roepen en hij uit enthousiasme ineens de weg op rent, geen link met het boek, puur praktische redenen.
Toen ik je vroeg naar je mening over mijn bespreking van Winterwater vertelde je dat je de naam van de plaats waar het zich afspeelt er liever niet in genoemd had gezien en “die ik er niet voor niets uit heb gelaten…” Kun je dat nader verklaren?
Het is geen toevoeging, net als met de namen van de broers, of beter gezegd, het gebrek er aan. Je recenseerde het boek prachtig en je hebt de ondertoon verschrikkelijk goed begrepen. Maar door te graven, heb je naar mijn mening geen respect getoond voor zowel de gebeurtenissen, als mij als schrijver.
Ik maak creatieve keuzes op basis van mijn gevoel die goedgekeurd zijn door de uitgeverij… Ik wil de lezer de kans bieden om het dorp en zijn omgeving naar zijn of haar eigen fantasie en wens in te vullen. Die kans heb jij ze ontnomen. (Deze kleine passage is inmiddels uit de bespreking verwijderd, Kees)
Misschien is het voor een lezer eenvoudig te achterhalen, maar tegelijkertijd denk ik niet dat ze de noodzaak voelen.
Is de ervaring die Lex heeft gehad in De Kleine Wielen autobiografisch en zo ja, wat voor impact heeft dat op je gehad?
Ik koppel de vraag terug… Vanuit de recensie is gebleken dat het boek je geraakt heeft. Waar feit en fictie voor mij een vaststaand gegeven zijn heeft het jou niet belemmerd in je gevoelsbeleving. Wat is dan de toegevoegde waarde van je vraag?
Hoe symbolisch is het einde (de moord) van je roman?
Laat mij die vraag over een aantal jaren nog eens proberen te beantwoorden. Leuk format ook… ‘vijf jaar later.’
Kunnen we nog meer romans of boeken van een ander genre van je verwachten?
In september worden de columns in boekvorm uitgebracht en ik ben momenteel inderdaad ook bezig met een roman. Deze keer met een volwassen hoofdrolspeler, dus ja… ‘Anders’ zal het zeker zijn.
Wil je zelf nog iets kwijt?
Voor de lezers: Omarm het boek, daarmee omarm je de hoofdfiguur.
Vragen: Kees de Kievid
Foto auteur: Rogier Reker