Een menselijke spion
Mijn leven undercover als topagente van de CIA – Amaryllis Fox – Vertaling: Ireen Niessen – Ambo/Anthos – 266 blz.
Genieten van boeken, films en tv-series over spionage: het zal velen bekend voorkomen. Ook dit is een boek over spionage, maar dan de ‘werkelijkheid’ erover. Amaryllis Fox (echte naam: Amaryllis Damerell Thornber) beschrijft haar belevenissen als NOC (Non Offical Cover) bij de Clandestine Service van de beroemde/beruchte Amerikaanse inlichtingendienst.
Laat het direct duidelijk zijn: Fox haat het hoe in fictie spionnen worden neergezet! Het klopt voor geen meter met de werkelijkheid. Toch zal ook omtrent de realiteit van dit boek regelmatig een vraagteken geplaatst moeten worden.
Fox geeft toe dat de CIA haar verhaal heeft ‘gereviewd’, terwijl in de VS wordt beweerd dat ze haar lotgevallen zonder toestemming van The Agency aan haar uitgever ter hand heeft gesteld. Het komt vaker voor dat haar verhaal vage plekken heeft. Toch klapt ze wel eens uit de school zoals bij de methode tot contact maken met haar “targets” via de giftcard van Starbucks. Van haar boek gaat Apple een tv-serie maken met Brie Larson (bekend als de superheld in ‘Captain Marvel’) in de hoofdrol. Hoe haar bemoeienis daarmee zal leiden tot een realistischer beeld van het spionageberoep, zullen we moeten afwachten.
Fox beschrijft met enthousiasme haar jeugd in de VS, geboren uit een Britse moeder en een Amerikaanse vader. Hieruit komt begrip voor haar op wat betreft haar later keuzes. Ze leert de wereld kennen door met haar vader mee te reizen. Eerst gaat ze studeren in Oxford en daarna behaalt zijn een masters in International Security aan de Georgetown University. Tijdens haar studie ontwikkelde zij een algoritme om terroristische activiteiten te kunnen voorspellen. Dit trok de aandacht van inlichtingendiensten. Eerst de Britse, waarvan zij het aanbod weigerde en daarna van de Amerikaanse, op welk aanbod zij wel inging.
Drie gebeurtenissen hebben een belangrijke rol gespeeld in haar beslissing spionne te worden. Eerst het laten neerstorten door de Libische geheime dienst van het Pan Am vliegtuig bij Lockerbie, waarbij haar beste vriendin Laura en het hele gezin om het leven kwamen. En dan ‘natuurlijk’ de dramatische aanslagen op de Twin Towers in New York op 9/11. Op achttienjarige leeftijd brengt ze samen met de zakenman Daryl, voor het eerst onofficieel ‘undercover’, een bezoek aan Birma (het huidige Myanmar) waar ze een interview heeft met Aung San Suu Kyi (dan nog in huisarrest als oppositieleider) voor de BBC. Haar vastberadenheid maakt grote indruk op Fox. Maar nog belangrijker is haar eigen idealisme: ze hoopt te kunnen bijdragen aan een betere wereld door het voorkomen van aanslagen.
Ze krijgt na haar aanstelling een gedegen opleiding bij “The Farm”, het trainingscentrum van de CAI. Ze leert met wapens omgaan, sluiproutes te ontwikkelen naar ‘targets’’om niet gevolgd te worden, hoe je niet gaat doorslaan bij marteling en instructie voor het gebruik van “de pil” als de situatie niet meer te redden valt. Ook over deze periode moet ze vanzelfsprekend niet te veel in details treden. Na een aantal opdrachten succesvol te hebben afgerond wordt ze door The Agency toegewezen aan het project “nonofficial cover”. Het is het hoogst bereikbare voor een spion, maar tevens het gevaarlijkste. Het bureau ‘kent haar niet’ (geen diplomatieke bescherming), ze moet in het buitenland wonen (o.a. Shanghai) onder een alias (kunsthandelaar), met vals paspoort. Dat alles om een connectie met de VS onmogelijk te maken.
De auteur beschrijft diverse operaties, waarvan we zeker weten dat de verplichte geheimhouding door de CAI invloed op haar woorden heeft. Niet voor niets is voorin het boek de opmerking geplaatst: “Namen, locaties en gegevens over operaties zijn gewijzigd ter bescherming van inlichtingenbronnen en –methoden”. In Shanghai wordt haar dochter Zoë geboren, uit haar (verplichte) huwelijk met haar collega Dean Fox. Het besef nu moeder te zijn, heeft veel invloed op Fox, een deel van haar “pantser” brokkelt af. Het einde van haar diensten aan het vaderland en de wereld worden ingeluid door een ontmoeting met een terroristenleider, wiens baby aan astma lijdt, waarvoor Fox een prima medicijn heeft. Er is een aanslag voorkomen uit vertrouwen in elkaar. De auteur blijft vertrouwen hebben in een betere toekomst als er maar aan één belangrijke voorwaarde wordt voldaan: niet praten tegen elkaar, maar met elkaar en vooral luisteren. Een spion is slechts een mens, net zo menselijk als een terrorist.
Fox vertelt haar verhaal in een beeldende stijl. Die wordt echter (vooral in het operationele deel van het boek) soms wat erg overdreven en met veel melodramatiek: “Mijn brein ontvlamt in een bijna agressieve gewaarwording van thuiskomen. En daalt dan af in een golvende kalmte van vloeibaar amber die zo boven de wereld verheven voelt dat ik langzaam ademhaal volgens de Lamazemethode om maar niet door het wormgat teruggeworpen te hoeven worden.” Ook metaforen zijn niet altijd adequaat. Zo benoemt zijn het vliegtuig waarmee Dean vertrekt: “de metalen buis waar hij in zit”.
Afgezien daarvan is dit boek beslist een aanrader. Het ontneemt de fictie de romantisering van het beroep een laat de harde werkelijkheid zien. Bewonderenswaardig is het doorzettingsvermogen en het geloof in een betere wereld dat de auteur heeft. Fascinerend, boeiend en spannend hoe Fox het aandurft meesterbreinen van het terrorisme te ontmoeten, met op de achtergrond de gedachte dat dit de enige manier is om de vijand echt te verslaan: luisteren en vertrouwen kweken!
De Amerikaanse meldt beter dan de Nederlandse titel over Fox zelf: “Coming of Age in the CIA”. De psychologische en mentale groei in haar undercoverperiode zijn zeer indrukwekkend.
Fox bedankt iedereen in haar “Woord van dank”. “Dankzij jullie ben ik de vrouw geworden dit ik nu ben”. Momenteel is ze een gelukkig mens en getrouwd met Bobby Kennedy III (inderdaad, nazaat uit de roemruchte familie).
Kees de Kievid
Boek bestellen!