Tragiek en humor liggen dicht bij elkaar
Djinn Patrouille op de Paarse Lijn – Deepa Anappara – Vertaling: Anneke Bok – 383 blz.
De negenjarige hindoejongen Jai woont samen met zijn ouders en zijn zus Runu die stapeldol is op sport en heel goed kan hardlopen, in een basti (sloppenwijk). Ze zijn arm en het leven valt niet mee. Ze wonen met z’n allen in één kamer met een tinnen dak waarin in ieder geval vijf gaten zitten. Misschien meer, denkt Jai, maar door de aanhoudende smerige smog kan hij dat niet goed zien. Wel kan hij vanuit de deuropening de prachtige Hifi-gebouwen (glanzende hoogbouw) zien, waar rijke mensen wonen en waar zijn moeder als dienstmeisje werkt. Hoewel zijn beide ouders werken is er weinig te eten, is er geen watervoorziening en moet iedereen zich wassen in een stinkend gemeenschappelijk badhuis. Jai gaat regelmatig naar school, maar eigenlijk alleen omdat hij dan tussen de middag een warme maaltijd krijgt. Liever is hij thuis, want ondanks de armoede hebben ze wel een televisie, zodat hij vaak naar zijn lievelingsprogramma’s zoals Police Patrol en Live Crime kan kijken. Reality politie- en detectiveprogramma’s waarin hij naar hartenlust kan meespeuren naar misdadigers.
Wanneer er een kind uit hun basti vermist wordt, besluit Jai dat hij voldoende capaciteiten heeft opgedaan via deze programma’s om zelf de misdaad te kunnen oplossen. Hij vindt zichzelf slimmer dan zijn hindoevriendin Pari (die in tegenstelling tot hem, op school prachtige cijfers haalt) en zijn moslimvriend Faiz, maar hij vraagt ze wel om zijn assistenten te worden. Hoewel de meningen verdeeld zijn, de een denkt aan ‘djinns’ die de kinderen heeft meegenomen, de ander denkt dat er misschien een vriendje in het spel is of dat het vermiste kind er zelf vandoor is gegaan, struinen ze toch door enkele van de gevaarlijkste delen van de stad. Ze zijn niet te beroerd om ’s nachts de bazaar te bezoeken en nadat Jai geld van zijn moeder heeft gestolen, gaan ze zelfs met de metro naar het eindstation van de Paarse Lijn. Wat echter eerst nog een leuk en spannend tijdverdrijf lijkt wordt steeds serieuzer en heftiger naarmate er meer kinderen verdwijnen. Terwijl ze wanhopig proberen uit te vinden wat er gebeurd is met de verdwenen kinderen, vechten ze tegen onverschillige, corrupte politieagenten, moeten ze uitkijken voor gevaarlijke djinns die misschien wel, misschien niet bestaan en hebben ze ook nog te maken met angstige ouders die hen het liefst binnenhouden. Zeker wanneer de gebeurtenissen wel erg dichtbij komen.
Deepa Anappara neemt ons mee door de sloppenwijk waar veel te veel mensen dicht op elkaar in armzalige krotten wonen. De auteur schrijft zo dicht op de huid dat we met haar meelopen langs kraampjes waarvan we de olie en kardemom kunnen ruiken, maar we ruiken ook de stank van het washuis en de lijfgeur van Jai die zich weigert te wassen met het ijskoude water. We ademen de smog in, de smog die elk eventueel zonnestraaltje tegenhoudt en ondanks dat alles dompelen we ons onder in de enorme levendigheid die geschetst wordt. De schrijnende werkelijkheid van één enkele kamer met één bed waarop vier mensen leven, wordt beschreven als iets volkomen normaals, iedereen in de basti leeft immers zo. Hartverscheurend is het moment dat Jai’s ouders het ‘parachutepotje’ inzetten om zich te garanderen van hulp van de politie. Tevergeefs.
De auteur duwt ons, verbazend licht en vaak met humor, met de neus op de gruwelijke en tragische feiten. Een enorm groot aantal kinderen verdwijnt dagelijks in India, iets dat met onverschilligheid door de Indiase samenleving wordt aangezien. Zonder daadwerkelijk iets te ondernemen. De basti’s, de enorme rijkdom, het klassenverschil, discriminatie, handel in organen, politiecorruptie, misbruik en uitbuiting zijn dagelijkse werkelijkheid in de sloppenwijken van India.
Dankzij de humor (en de onschuld, zoals bijvoorbeeld wanneer Jai vertelt wat handel in kinderporno is: “dat is handel die bestaat uit het maken van films met kinderen”) die de kinderen behouden en levendig naar voren komt in Djinn Patrouille op de Paarse Lijn is het toch geen zwaar verhaal geworden. Maar, zoals te lezen in het nawoord van de auteur, de realiteit is dat natuurlijk wel.
Achter in het boek een verklarende woordenlijst voor de vele Indiase woorden die gebruikt zijn en het verhaal daarmee een extra dimensie geven.