De alledaagse revolutie
Feest van het begin – Joke van Leeuwen – Querido – 246 blz.
De AKO Literatuurprijs 2013 was voor Joke van Leeuwen en haar boek Feest van het begin. Bij zo’n literaire prijs is het altijd maar de vraag hoe de jury tot haar keuze is gekomen, maar na lezing van het boek begrijp ik wel wat de juryleden kan hebben aangesproken. Het verhaal is gesitueerd in Parijs ten tijde van de Franse revolutie. Maar de ons allemaal bekende gebeurtenissen en personen – de bestorming van de Bastille, de guillotine, Robespièrre, de onthoofding van Louis XVI en Marie-Antoinette – spelen niet de hoofdrol. Zij vormen eerder het decor, soms zelfs niet meer dan een zachte achtergrondruis, voor het verhaal dat Van Leeuwen vertelt. Zij beschrijft de lotgevallen van een handvol Franse burgers tijdens die woelige periode, waarin voor veel mensen het leven voor altijd veranderde. Voor de een betekende de revolutie dat alle traditionele zekerheden voor altijd vervielen, voor de ander dat hij onvermoede kansen kreeg om maatschappelijk op te klimmen.
De jonge Tobias is afkomstig uit Duitsland en bouwt klavecimbels en pianofortes. Enkele jaren voor de revolutie vestigt hij zich in Parijs, waar hij met de bouw en verkoop van zijn instrumenten een bestaan opbouwt. Catho is een meisje dat een kleine twintig jaar voor de revolutie te vondeling wordt gelegd en vervolgens door de nonnen wordt opgevoed en als dienstmeid gebruikt. Wanneer ze ongeveer vijftien is leert ze van een jonge non lezen en schrijven. Deze jonge non, Berthe, is een dochter uit een adellijke familie en brengt als straf voor een relatie met een jongeman enkele jaren door in het klooster.
Kort voor de revolutie verkoopt Tobias een klavecimbel aan een rijke heer van middelbare leeftijd. Wanneer hij het instrument aflevert in diens kapitale huis krijgt hij een glas wijn aangeboden, raakt aan de praat met de man en ontstaat er een vriendschap. Zij komen vanaf dan wekelijks bij elkaar om te musiceren, Tobias op klavecimbel of pianoforte, Charles – zo heet de man – op de viool. Ook worden Tobias en zijn vrouw Gisèle uitgenodigd voor etentjes. Gisèle moet daarvoor wel eerst een flinke tegenzin overwinnen. Want Charles blijkt niet alleen een hele aardige man, een goede huisvader en een talentvolle vioolspeler te zijn, hij is van beroep ook de hoofdbeul van Parijs. In die jaren een drukke baan.
Wanneer de revolutie uitbreekt en er zich gedurende enkele jaren steeds nieuwe politieke ontwikkelingen voordoen, heeft dat grote gevolgen voor de leefomstandigheden van Catho en Berthe. De orde van de nonnen houdt op te bestaan, en net als eerder met Berthe gebeurde, komt ook Catho weer in de maatschappij terecht. In de onderste regionen daarvan is het leven soms niet veel beter dan in het vogelvrij verklaarde adellijke deel. Maar ondanks de ontberingen leeft bij beiden ook het gevoel dat zij getuige zijn van belangrijke historische gebeurtenissen, dat de mensheid grote stappen voorwaarts maakt, op weg naar ‘de nieuwe vrijheid’. Voor Tobias hebben de gebeurtenissen een bizar gevolg. Zijn vriend Charles, die het toenemende aantal terechtstellingen slechts met grote moeite kan bijbenen, vraagt zijn ambachtelijke muziekmaatje om hulp bij het bedenken van een manier om veroordeelden aan de lopende band te kunnen doden …
Het boek geeft een mooi tijdsbeeld van de omwentelingen in Parijs. Door de levens van alledaagse mensen centraal te stellen beleef je de revolutie vanuit een wat ongewoon perspectief. Het verhaal ontvouwt zich langzaam. Van Leeuwen zet in alle rust en in korte hoofdstukken de personages neer. Die rust wordt ook teweeggebracht door haar schrijfstijl en taalgebruik. Zij neemt de tijd om stil te staan bij details, bij sfeervolle momenten. Die beschrijft zij dan zo mooi, zo beeldend, dat ik als vanzelf langzamer ging lezen, soms een passage nogmaals lezend. Genieten, dus.