Amsterdam, de zee en Nederlands-Indië in de 19e eeuw
Anna’s grote reis – Inez van Loon – Clavis – 222 blz.
Amsterdam, 1847. Anna is een doorsnee meisje van twaalf jaar oud, tot haar leven plotseling verandert. Samen met haar moeder en zusjes vergezelt ze haar vader op een koopvaardijschip naar Nederlands-Indië. Het is ongebruikelijk dat een kapitein zijn gezin meeneemt, maar na een droevig sterfgeval van een van de kinderen, wil de familie het liefst bij elkaar blijven. Het is een heel avontuur voor de moeder en de kinderen, die nog nooit gevaren hebben. In het begin vinden ze het allemaal reuze spannend en avontuurlijk, maar algauw merken ze dat een zeiltocht naar de andere kant van de wereld niet altijd even leuk is, en ook niet zonder gevaar. Onderweg breekt er ook nog eens een levensbedreigende ziekte uit en dreigt het eten en het drinkwater op te raken. Als ze eenmaal op de plek van bestemming zijn aangekomen, leren we de broers van moeder kennen, die elkaar al meer dan vijftien jaar niet hebben gezien. Voor moeder en de kinderen is het een heel nieuwe wereld, die niet zonder gevaren is, en waar ze ook nog een familiegeheim ontdekken…
Anna’s grote reis is geïnspireerd op het waargebeurde verhaal van Anna Abrahamsz. Achterin het boek valt te lezen dat deze Anna een reisverslag bijhield, dat bewaard wordt in een kluis van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Van Loon mocht met witte handschoentjes aan dit dagboek doorbladeren, wat voor een schrijver natuurlijk niet alleen een enorme eer is, maar ook een bron van inspiratie. Ik vermoed dat Van Loon er geen fotokopieën van heeft mogen maken, want dan zou ze vast delen van dat reisverslag hebben opgenomen in het boek, wat de authenticiteit zou hebben verhoogd. Jammer dat de auteur er niet voor heeft gekozen om dan zelfverzonnen reisverslagfragmenten op te nemen. Anna krijgt in het boek dan wel een schrift om een verslag te schrijven, maar daar wordt verder niet veel over gerept, terwijl dagboekfragmenten juist zo’n mooi kijkje kunnen geven in iemands binnenwereld.
Het is goed te merken dat Van Loon enorm veel research heeft gedaan, en wat een werk moet dat zijn geweest. In haar boek beschrijft ze gedetailleerd het reilen en zeilen in het dagelijkse leven, van de kleding die gedragen werd, tot de inrichting van huizen, van huishoudelijke beslommeringen tot beschrijvingen van sociale omstandigheden. Maar daar wringt voor mij het boek ook meteen een beetje. Van Loon heeft er namelijk voor gekozen om veel oorspronkelijke woorden te gebruiken en die cursief te plaatsen, en de betekenis daarvan in een verklarende woordenlijst te plaatsen. Maar waarom zou je kiezen voor het woord hoge zije, terwijl je ook hoge zwarte hoed kunt schrijven? En waarom janmaat als dat een ander woord is voor matroos, grutter als dat kruidenier betekent, een woord dat kinderen van nu toch ook al niet veel meer zegt, bultzak (stromatras), puts (emmer), om maar wat voorbeelden te noemen? Hoewel ik begrijp waarom de auteur hiervoor heeft gekozen, want het geeft een ouderwetse sfeer weer, en hoewel kinderen het misschien juist fijn vinden, vond ik de overdaad aan cursief geschreven woorden een beetje afleiden en remden ze mij in het lezen.
Dit gezegd hebbende, is Anna’s grote reis wel een mooi en goed in elkaar gezet verhaal, dat kinderen die van historische boeken houden zeker zal aanspreken. Van Loon geeft een levendig en sfeervol beeld van het leven in die tijd, zowel in Amsterdam als op het schip, en later in Nederlands-Indië. Ook heeft Van Loon de nodige ontroering en spanning ingebracht, waardoor het een fijn leesboek is voor kinderen vanaf een jaar of elf.
Net als Van Loons vorige historische jeugdroman Mijn Zusje, zou ik ook dit boek willen aanraden om in te zetten op school. Een mooi verhaal over een kind in die tijd, zeker een kind dat echt heeft bestaan, spreekt toch meer tot de verbeelding dan droge verhaaltjes uit een geschiedenisboek.