Bobje Goudsmit vond als kind haar zelf verzonnen verhalen soms heel eng
Bobje Goudsmit (Leiden 1951) werd in Leiden geboren, maar verhuisde vlak daarna al naar Zwolle. Ze volgde het gymnasium in die stad en studeerde daarna Nederlands in Leiden en Nijmegen. Van 1976 tot 2006 was ze werkzaam als lerares Nederlands. Na 30 jaar stopte ze en werd ze fulltime schrijver. Ze is getrouwd en heeft vier kinderen, die soms een inspiratiebron waren voor haar boeken. Haar hele leven heeft ze geschreven. Ze begon ermee toen ze nog maar vijf jaar oud was, maar het duurde nog tot 1991 voor haar eerste boek werd gepubliceerd, Robbie de Robot en de Zorgenstam. De boeken Afscheidsbrief en Waanzinnig verliefd werden genomineerd door de Jonge Jury.
Wilde je als kind als iets met boeken gaan doen? Zo nee, wat wilde je dan worden?
Dankzij schooltje spelen met mijn drie oudere zussen leerde ik als vijfjarige lezen en schrijven. In blokletters, aan elkaar schrijven was voor mij toen nog te moeilijk. Mijn eerste echte verhaaltjes schreef ik op een antieke typemachine die op een stoel boven op zolder stond. Soms vond ik mijn zelfbedachte verhalen zo eng, dat ik naar beneden moest vluchten naar de veilige warme huiskamer.
Las je als kind veel en wat waren je favoriete boeken of schrijvers? Als je niet las, wat deed je dan?
Ik heb altijd veel gelezen. Elke week toog ik naar de bibliotheek om boeken te lenen en zodra ik de kast voor mijn leeftijd uit had, gapte ik vaak het pasje van mijn oudere zus mee. We mochten namelijk van de bibliotheekjuffen nooit boeken boven onze leeftijd lezen.
Mijn meest favoriete boeken waren de sprookjes van Grimm en De brief voor de koning van Tonke Dragt. Die boeken heb ik nog steeds in de kast staan. Als ik mijn ogen over hun ruggen laat glijden, herinner ik me we het enorme leesplezier van toen.
Je bekendste boek is Afscheidsbrief over een meisje dat het moeilijk heeft met de dood van haar vriendin en vooral met de rouwverwerking. Moest je veel over rouwverwerking lezen om dit boek te kunnen schrijven?
Terwijl ik Afscheidsbrief schreef, kreeg mijn moeder plotseling een hersentumor. Ze overleed na een ziekbed van vijf jaar. In totaal heb ik zeven jaar aan Afscheidsbrief gewerkt en er het ziekteproces van vier familieleden -zoals zij ieder op hun eigen persoonlijke manier met hun kanker omgingen- in beschreven. Misschien is het boek daarom ook zo persoonlijk en heftig geworden.
Het boek stamt uit 1999. Er is nog een druk verschenen in 2008. Heb je toen niet de neiging gehad om het iets te aan te passen, omdat bijvoorbeeld intussen alle kinderen een mobieltje hebben?
Afscheidsbrief is regelmatig herdrukt. Bij de laatste druk uit 2008 heb ik de kans gehad om de tekst aan te passen, maar ik vond het juist zijn charme hebben om het boek de uitstraling anno 1999 te laten behouden. Wel is er op mijn verzoek een hardcover van gemaakt. Als kind smulde ik zelf van ´Schoolidyllen´van Top Naeff, een boek dat stamt uit het begin van de twintigste eeuw, met aparte meisjesscholen en pas je haar mogen opsteken op je zeventiende verjaardag en meidenslappelach in cafetaria´s. En ach, zo’n rouwproces blijft universeel en tegelijkertijd ook voor iedereen persoonlijk!
In het begin van je schrijfcarrière heb je ook voor jongere kinderen geschreven, maar al jaren schrijf je voor twaalf plus. Hoe is dat zo gekomen?
Aanvankelijk begon ik voor jonge kinderen te schrijven, over computerspelletjes. In die tijd hadden wij onze eerste computer aangeschaft en ik ontdekte al gauw dat er nog nooit een verhaal voor kinderen over een computerspelletje of over zorgenpoppetjes geschreven was. Eigenlijk is de overstap naar een oudere leeftijd daarna geleidelijk aan gegaan. Ik stopte met lesgeven in de bovenbouw en werd docent in de onderbouw, voornamelijk in de tweede klassen.
Je laatste boek Voorbij stamt alweer uit 2009. Ben je nu met een boek bezig en kun je vertellen waar het over gaat?
Inmiddels werk ik al een tijdje aan een nieuw boek. Het is een verhaal waaraan ik na Afscheidsbrief begonnen was en nu echt wel eens een keer wil afmaken. Ik kan helaas niet zeggen waar het over zal gaan, want dan verraad ik teveel en ik weet dat het idee heel eigentijds en origineel is.
Wat vind je leuk aan het schrijven en wat minder leuk? Heb je ook tips voor kinderen die schrijver willen worden?
Schrijven is leuk, als het verhaal opschiet, als je er lekker aan kunt doorwerken, als je het onder je handen ziet groeien. Maar schrijven kan soms ook gecompliceerd zijn: je hoofdpersoon doet niet wat je wilt, of ineens stapt iemand anders het verhaal in en zegt of doet dan dingen waar je niet op gerekend hebt. Tegenwoordig willen heel veel mensen schrijver worden. Mijn advies zou dan zijn dat je je moet beseffen dat schrijven niet alleen een verhaal creëren maar ook gewoon hard werken is. Dat je moet doorzetten en bereid zijn om kritisch naar je eigen werk te blijven kijken en te durven schrappen.
Het idee voor Afscheidsbrief kreeg je toen er op jouw school een meisje overleed. Waar haal je zoal je ideeën voor je boeken vandaan?
Bij het ouder worden krijg je het voordeel dat er al heel veel in je leven gebeurd is. Als je maar goed je ogen en oren openhoudt en om je heen blijft kijken, vind je altijd wel iets om over te schrijven.
Lees je andere boeken tijdens het schrijven van een nieuw boek of juist niet, omdat ze je dan teveel zouden beĂŻnvloeden?
Ik lees altijd. Het niveau van de boeken wil weleens variëren, maar er ligt altijd wel ergens een boek in huis dat ik aan het lezen ben. Ik kan nogal slordig lezen, soms hele stukken overslaan die ik dan als irritante bladvulling beschouw en die me niet boeien. Ellenlange beschrijvingen van de ruimte: langdradig! Of een hoofdpersoon wiens uiterlijk tot in details uitgewerkt wordt, dan denk ik wel eens: ga wat doen! Op je hoofd staan of zo, bungeejumpen! Je verveelt me!
Als je bezig bent met een boek, denk je dan aan een bepaalde lezer of een doelgroep of kan je dat niet schelen en schrijf je gewoon wat jezelf interessant vindt?
Bij het beschrijven van mijn hoofdpersoon houd ik terdege rekening met de werkelijkheid. Een vijftienjarige moet ook op papier overkomen als een echte vijftienjarige, ongeacht in welke tijdsperiode hij of zij leeft. Bij de keuze van mijn onderwerp schrijf ik het liefste over iets wat op dat moment op mijn pad komt en waar ik over vertellen wil. Een soort innerlijke drang om dingen aan de orde te stellen die me raken, zo zie ik het een beetje.
Veel schrijvers trekken zich terug in een of andere schrijfruimte. Waar schrijf jij en mag je ook gestoord worden? Wat doe je als het even niet lukt?
Ik heb een eigen werkplek in de woonkamer, met boeken voor en achter mij. Aan de rechterkant van de tafel ligt naast mijn bureaustoel de mand van mijn hondje Saartje. Als ik aan het werk ben, ligt ze zwaar snurkend te slapen. Ze is sterk aan het dementeren. Zelfs van de telefoon schrikt ze tegenwoordig niet meer wakker. Ik zal haar verschrikkelijk gaan missen.
Kijk je uit naar recensies van je boeken? Wat doet een slechte recensie met je?
Een slechte recensie vind ik natuurlijk niet leuk, maar dan haal ik toch mijn schouders op en denk: ach, het zegt ook iets over de recensent zelf. Ik las een keer een recensie over een boek uit de dertiger jaren, dat geschreven was door een Indische vrouwelijke huisarts. Een belangrijke literaire bobo van die tijd boorde in zijn recensie de auteur genadeloos de grond in. Hij raadde haar aan om in haar praktijk te blijven werken en absoluut geen boeken meer te schrijven, want zij produceerde in zijn ogen alleen maar vervelend en irritant vrouwengestamel.
Ik heb onmiddellijk het boek tweedehands aangeschaft en kwam al snel tot de ontdekking dat deze bobo weinig respect had getoond voor het verhaal dat ze wilde vertellen. Het was een prachtige schets van de moeilijke omstandigheden waarin een jonge ongetrouwde Nederlandse vrouw in het Indonesië van de dertiger jaren haar werk moest doen. Veel onmacht en discriminatie. Maar ja, de auteur hanteerde nu eenmaal een andere stijl dan haar mannelijke collega’s en daar kon die bobo blijkbaar minder waardering kon opbrengen.
Wil je je favoriete boeken of schrijvers noemen?
Als ik een nieuwe schrijver heb ontdekt, lees ik zoveel mogelijk van zijn werk, maar word dan na een aantal boeken toch weer teleurgesteld. Ik houd niet meer zo veel van series. Vroeger wel. In mijn jeugd heb ik bijvoorbeeld alle Enid Blytons verslonden, van De Vijf tot Pitty op kostschool aan toe. En regelmatig herlezen, hoewel ik me nu van deze auteur geen enkel specifiek boek meer kan herinneren. Alleen dat ik er destijds veel leesplezier aan had beleefd.
Wil je nog meer weten over Bobje Goudsmit en haar boeken, bezoek dan haar website.