Boerenzoon wordt wielerlegende
Briek – De laatste Flandrien – Herman Chevrolet – Arbeiderspers – 244 blz.
Briek (Lambéric) Schotte (1919 – 2004) wordt nog steeds gezien als een van de grootste Vlaamse wielrenners. Elke wat oudere wielerliefhebber kent zijn naam. Ik ben niet een heel grote wielerliefhebber of kenner, maar zijn naam deed bij mij ook meteen een belletje rinkelen. Waarschijnlijk omdat hij in de jaren zestig, zeventig en tachtig een rol speelde als (assistent)-ploegleider van verscheidene wielerploegen. De tijd waarin Nederlandse renners als Jansen, Zoetemelk, Raas, Kneteman, Rooks en Winnen een rol speelden in het internationale wielercircuit. De bekende Vlamingen in die tijd waren o.a. Merkx, Pollentier, Rik van Looy en Freddy Maertens. Brieks tijd als wielrenner was veel eerder en duurde ongeveer vijfentwintig jaar (van 1935 – 1959). Dit boek van Herman Chevrolet gaat zowel over Briek Schotte de wielrenner als over zijn tijd als ploegleider. Voor iedereen die eens wil lezen over de opkomst en neergang van deze Flandrien is dit een mooie gelegenheid.
Maar wat is een Flandrien eigenlijk? Chevrolet geeft er geen definitie van, maar uit de rijstijl van Briek Schotte kun je die wel afleiden. Het is een wielrenner die een wedstrijd hard maakt door voortdurend te kiezen voor de aanval totdat hij uitgeput de streep bereikt. De term is ontstaan tijdens de Vlaamse wielerkoersen tussen de twee wereldoorlogen toen wielrenners een voortdurend gevecht moesten leveren tegen de slechte wegen in Vlaanderen.
Briek Schotte begon zijn carrière in 1935 op zestienjarige leeftijd. Tegen de zin van zijn vader, die boer was, ging hij op zondagen meedoen aan wedstrijden die meestal werden georganiseerd door kroegbazen van dorpen in de buurt. Rondjes rond de kerk waarbij het café van de organiserende kroegbaas zoveel mogelijk gepasseerd werd. Briek had bij zijn eerste wedstrijden geen wielerkleding, geen goede fiets en toch lukte het hem om in zijn eerste koers vijfde te worden en vijftien franc te winnen.
Briek – De laatste Flandrien is een levensbeschrijving, geen complete biografie. Chevrolet, die al een achttal boeken over wielrennen heeft geschreven, kiest voor een bijzondere aanpak. Het boek bestaat uit drie delen. In deel een gebruikt Chevrolet de tweede persoon alsof hij Briek toespreekt. Dit deel gaat voornamelijk over de tijd dat Briek oud is en met weemoed terugkijkt op zijn wielercarrière.
“Je moet steeds meer denken aan je jeugd: het licht uit de olielamp kwam niet tot de hoeken van de huiskamer en het koude pompwater had een grondgeur en na het wassen bleef er een muffe geur rond het lichaam hangen…”
Een voor een gaan zijn tegenstanders van destijds dood en Briek wacht zijn einde gelaten af.
In deel twee gebruikt Chevrolet de derde persoon en komen we meer details te weten over Brieks karakter, het leven op de boerderij, het begin van zijn professionele carrière en zijn grote successen. Hij won de ronde van Vlaanderen, werd twee keer wereldkampioen en werd een keer tweede in de Tour de France. Zijn vader was een zwijgzame, stugge Vlaamse boer, met een klein stukje grond, die hoopte dat zijn zoon zijn opvolger zou worden. Dat Briek voor het wielrennen koos, heeft zijn vader nooit kunnen verkroppen. Slechts eenmaal woonde hij een huldiging van hem bij toen die wereldkampioen was geworden. Gelukkig kreeg hij van zijn moeder wel meer steun en liefde. Zijn vader werkte hem zelfs soms bewust tegen toen hij hem in zijn jonge jaren preste om op de boerderij te komen werken. Daardoor kon Briek minder trainen en liepen zijn prestaties achteruit. Een actie van dorpsgenoten die geld inzamelden en dat bedrag aan zijn vader aanboden, zodat die een knecht kon inhuren, verloste Briek van het boerderijwerk. Overigens huurde Brieks vader geen knecht in, maar stak het geld, 1500 frank, in eigen zak en werkte zelf nog wat harder.
Briek Schotte had een vreemde, schonkige, hoekige stijl. Hij reed alsof hij telkens om kon vallen, met veel kracht en weinig souplesse. Vooral in het begin van zijn carrière smeet hij met zijn krachten. Later wist hij die wat meer te doseren, hoewel hij meestal aan de meet wel al zijn krachten had aangesproken. Dan alleen was hij tevreden over zichzelf, ook al won hij niet. Hij eindigde een keer als tweede in de Tour, maar hij was bepaald geen ronderenner. De keer dat hij tweede werd, kwam vooral door het feit dat zijn tegenstanders veel tegenslag hadden. Het was de tijd van de Italiaanse grootheden Bartali en Coppi, die ook nog eens elkaars concurrenten waren. Iets waar Briek Schotte van kon profiteren. Hij kon niet sprinten, was geen goede klimmer en geen goede tijdrijder. De grote eendagskoersen waren op zijn lijf geschreven, hoewel hij ze niet allemaal heeft gewonnen. Hij was een karakterrenner die zich helemaal in de strijd gooide.
In deel drie van het boek neemt Briek zelf het woord en kijkt hij terug op zijn perikelen als assistent-ploegleider. Omdat hij van eenvoudige komaf was en geen ervaring had in het leiden van ploegen en geen diploma’s had, werd hij niet gezien als iemand die de eerste ploegleider kon zijn. Meestal leidde hij de B-ploeg, terwijl de A-ploeg werd geleid door een ander. Lomme Driesens was een van die mannen. Briek was een eerlijk man en kon niet tegen het gesjoemel en gedraai van Driesens. Omdat hij een basisinkomen kreeg van de sponsor, slikte hij veel, zo niet alles wat ze hem aandeden. Zijn vrouw runde een café, en hij en ook zij, zag het niet zitten dat hij daar dagelijks in de bediening zou staan. Als we Chevrolet mogen geloven, dan was het huwelijk ook niet bijster goed, getuige deze passage. Als Briek zijn carrière moet beëindigen, omdat zijn lichaam echt op is, gaat hij een gesprek aan met zijn fiets.
“Het gesprek is zinvol geweest, de fiets is zijn beste therapeut. De fiets luistert zonder hem in de rede te vallen of een oordeel te vellen over zijn handelen. Briek voelt een tederheid die hij bij zijn vrouw nooit heeft gevoeld. Dan besluit hij de fiets voor altijd te houden…”
De bijzondere indeling van het boek, om het vanuit de eerste, tweede en derde persoon te schrijven, voegt niet veel toe. Een chronologische beschrijving van Brieks leven had ook heel goed volstaan. Jammer is dat er een lijstje ontbreekt met zijn prestaties, maar dat is natuurlijk te ondervangen door even zijn naam te googelen of op Wikipedia te kijken.
Briek – De laatste Flandrien laat ook weer eens zien dat een boerenzoon het vaak goed doet in het wielrennen, omdat hij al van jongs af aan heeft leren afzien door het harde leven op een boerderij. Chevrolet heeft een boeiend, levendig taalgebruik vol kleurrijke beeldspraak. Het is een boek dat je heel dicht bij de wielrenner Briek Schotte brengt. Een boek dat in de kast van geen enkele wielerliefhebber mag ontbreken.