De middeleeuwse seksuele revolutie
Oefeningen in genot – Herman Pleij – Prometheus – 434 blz.
Herman Pleij (1943), emeritus hoogleraar middeleeuwse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam verdiepte zich de voorbije halve eeuw in de literatuur van de opkomende burgerlijke stadscultuur van de veertiende tot de zestiende eeuw. De literatuur uit die tijd bereikte via straatvoorstellingen een groot publiek en had op deze wijze een grote invloed op het gedachtegoed van gewone mensen. Tijdens zijn jarenlange studie stootte hij op tal van erotische passages. De analyse hiervan en het schrijven van Oefeningen in genot deden Herman Pleij tot het besluit komen dat op het einde van de 15de eeuw sprake was van een echte seksuele revolutie in de literatuur.
Nochtans was in de middeleeuwen volgens de kerk seksueel genot het voornaamste wapen van de duivel om bezit te nemen van de mens. Alle lust moest worden onderdrukt. In de vroege middeleeuwen was Benedictus, stichter van het kloosterleven in de Latijnse kerk, zo vrij zijn persoonlijke remedie tegen opkomende lustgevoelens niet te onthouden aan zijn monniken. Naakt wentelde hij zich in een struikgewas van netels en doornen, totdat er bloed vloeide. Dan was de wellust geweken. Maar anderen neutraliseerden het zwaarste wapen van de duivel wel op een heel radicale manier door zelfcastratie. Totdat een paus het welletjes vond en de praktijk verbood op een concilie in Verona. Enkel een ‘spirituele’ castratie was nog mogelijk. Ook binnen het huwelijk was alle lust uit den boze. Vrijen was enkel toegestaan met het oog op voortplanting. Het werd enkel gepermitteerd op welbepaalde dagen en alleen in de missionarishouding waarbij de vrouw zo stil mogelijk moest liggen en de echtelieden elkaar zo min mogelijk mochten aanraken.
De labiele constitutie van de vrouw bleek trouwens volgens de kerk bovendien een simpele entree te bieden voor de verleidingskunsten van de duivel. Hun aangeboren inferioriteit maakte hen gevoelig voor afgunst en nijd die ook behoorden tot de gereedschapskist van de duivel. Die gevoelens voedden een listigheid waarmee de vrouw iedereen te lijf kon en in het allereerste begin was Adam het eerste slachtoffer geweest. Hiermee was de kous nog niet af voor de vrouw. Er heerste in de hogere kringen immers een algemeen aanvaarde gedachte dat als een vrouw ‘nee’ zegt, ze eigenlijk ‘ja’ bedoelt. Verkrachting van vrouwen was dan ook behoorlijk normaal, zeker als het ging om een meisje uit een lagere stand.
Maar het was niet omdat de kerk het voorschreef dat de mensen er zich in de praktijk aan hielden. In de loop van de 14de eeuw breekt voor heel wat Vlaamse en Brabantse steden een welvarende periode aan. De mentaliteit bij deze stedelingen verandert. De vraag wordt gesteld waarom God ons een lichaam heeft geschonken als we er niet mogen van genieten. Aards genieten mocht. Dit zomaar open en bloot verkondigen bleef gevaarlijk. Dit gebeurde in de literatuur onder dekmantels: het waren anderen die zich eraan overgaven. Woeste seks was iets voor de boeren en dorpelingen. Zo hoorde het dus niet, maar ondertussen konden de stedelingen zich verlustigen en bijleren over deze antimodellen. Een mooi voorbeeld van dergelijke geschrift is het Gruuthusehandschrift dat omstreeks 1400 in Brugge tot stand kwam. Het bevat onder meer een aantal dansliederen die er geen twijfel over laten bestaan hoezeer men zich in elitaire kringen overgaf aan de beleving van genotvolle erotiek. Die werd in tamelijk doorzichtige metaforen niet alleen vrij direct benoemd, maar ook verbeeld en voorgedaan in dans. Uiteindelijk zullen vooral de rederijkers deze literatuur die aanvankelijk binnenskamers werd gebracht, aan het brede publiek voorstellen via podia op markten, blijde inkomsten en andere feesten. De literatuur van de grote rederijkers zoals Anthonis de Roovere, Jan Smeken, Matthijs Castelein en Eduard de Dene bulken van de metaforen en uitdagende beeldspraak. In de middeleeuwse teksten vinden we tal van prachtige woorden en uitdrukkingen terug die met liefde, erotiek en seks te maken hebben en die dikwijls uit de wereld van de ambachten worden gehaald zoals de slotenmakers, de naai- en weefcultuur, of de molenaars. Ontdek in het boek wat bedoeld wordt met pannekoecken, de onderste steen malen, de gronsse, het tintelteelken, de blindeman in het vleeshuis leiden, hillenbillen, Sint-Joris’ vissop, een gaepteyle of tutebuken. Of de verovering van een vrouw werd vergeleken met een pelgrimstocht zoals in de immens populaire De roman van de roos, een epos uit de dertiende eeuw, waarbij een jongeling (met zijn ‘pelgrimsstaf’) zo’n tocht onderneemt en uiteindelijk zijn geliefde roos verovert.
Herman Pleij is zonder meer een boeiend verteller. Maar sommige tekstgedeelten liggen toch wat zwaar op de maag omdat de auteur in zijn enthousiasme het boek volgestouwd heeft met aanhalingen en citaten van middeleeuwse teksten. Op den duur vraag je je af of er nog één middeleeuwse tekst bestaat met een erotische inslag die niet door de auteur is behandeld. Lees er de verantwoording en literatuurlijst maar op na achter in het boek.  De hoofdstukken behandelen telkens een bepaald thema maar onderweg slaat de auteur verschillende zijwegen in en bovendien neemt hij nog verschillende vergelijkingen op met bijvoorbeeld de seksuele revolutie van de jaren zestig. Zelfs André Van Duin ontsnapt niet aan de auteur. Het boek is geïllustreerd met verschillende kleurenafbeeldingen uit middeleeuwse documenten. Een uitgebreid register sluit het boek af.
De pret in de literatuur (en de schone kunsten) bleef niet duren. Met de hete adem van het protestantisme in de nek verbood de kerk in de loop van de zestiende eeuw het afbeelden van teveel bloot. Scabreuze geschriften kwamen op de index terecht en erotiek werd in andere literatuurvormen gegoten zoals het sonnet. Het was 400 jaar wachten op de volgende seksuele revolutie in de maatschappij en literatuur. Vandaag prijken het Gruuthusehandschrift en Turks fruit samen op de canon van de Nederlandstalige literatuur.
Kris Muylle
Boek bestellen!