Diepgravend onderzoek naar een oorlogsverleden
De vermeende verzetsman – Martine Letterie – Omniboek – 192 blz.
Martine Letterie heeft diverse boeken over de Tweede Wereldoorlog geschreven. Jeugdboeken over de Jodenvervolging bijvoorbeeld, waaronder Kinderen met een ster (2016) en Wij blijven bij elkaar (2020). Een ander onderwerp is opgroeien in een gezin waarin de vader voor de kant van de Duitsers heeft gekozen, zoals in Vriendschap in de oorlog (2012).
De belangstelling van Martine Letterie voor de Tweede Wereldoorlog heeft veel te maken met het gezin waaruit ze komt. In het leven van haar ouders heeft de oorlog een grote rol gespeeld. Zo speelde haar moeder op de puinhopen van het bombardement op de wijk Bezuidenhout in Den Haag. Haar vader maakte op negenjarige leeftijd mee dat zijn vader Martinus Letterie, die communist was, door de Duitsers werd opgepakt en werd afgevoerd naar concentratiekamp Neuengamme, waar hij op 33-jarige leeftijd is gestorven.
Martine Letterie werd naar hem vernoemd. Door haar huwelijk kwam de schrijfster met een andere kant van de oorlog in aanraking: de vader van haar man koos voor de kant van de Duitsers. Door dit alles ontwikkelde Martine Letterie zich tot een zeer bij de oorlog betrokken auteur. Die betrokkenheid blijkt ook uit het feit dat ze sinds 2011 voorzitter is van de Stichting Vriendenkring Neuengamme.
De vermeende verzetsman vertelt het levensverhaal van Jan Duijkers (1900-1945), de vader van Rob Duijkers (1944-2013), die Martine Letterie leerde kennen via Stichting Vriendenkring Neuengamme. Na diens dood ontdekte zijn dochter Nicole op zolder een koffer met archiefmateriaal van opa Jan. De inhoud daarvan zette de verhalen van haar oma Germaine over de verzetsactiviteiten van haar opa behoorlijk op z’n kop. Uit de gevonden documenten bleek namelijk dat Jan Duijkers in de oorlog voor de Duitsers had gewerkt en daarbij onder meer contact had met mensen als Seyss-Inquaert en Rauter. Op verzoek van Nicole Duijkers heeft Martine Letterie getracht de  waarheid rond deze gebeurtenissen te achterhalen. De vermeende verzetsman is het alleszins boeiende resultaat van haar onderzoek.
Martine Letterie werkte bijna tien jaar aan het boek. Een periode waarin ze alle mogelijke bronnen die zouden kunnen bijdragen aan het levensverhaal van Jan Duijkers, heeft onderzocht. En meer dan dat. Ook bronnen die een beeld schetsen van de context van zijn leven heeft ze in haar onderzoek betrokken. Alle hulde voor deze gedegen aanpak!
De levensgeschiedenis van Jan Duijkers start bij zijn ouders, Jan Pieter Duijkers en Maria Wilhelmine Heijne, die beiden opgroeiden in de Amsterdamse Jordaan. In 1898 trouwden ze, waarna twee kinderen werden geboren, Jan in 1900 en Nellie in 1902. Door ziekte van moeder Maria, die uiteindelijk in 1924 overleed in psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk in Ermelo, hadden de kinderen een onrustige jeugd, met inwoning bij familie en verblijf in een internaat. Desondanks sloot Jan met goed gevolg in 1917 de hbs af. Hij volgde daarna een opleiding tot stuurman, waarna hij enkele jaren op koopvaardijschepen voer. Halverwege de jaren twintig maakte hij de overstap naar een baan aan de wal. In die periode leerde hij zijn eerste vrouw Ans Hommersen kennen, met wie hij zoon Jan Pieter kreeg. Een gelukkige tijd volgde. Toch eindigde het huwelijk in 1936 in een scheiding. Het ontslag bij de Bataafse Import Maatschappij waarmee hij in die tijd te maken kreeg, was een ander dieptepunt. De banen die hij daarna had, waren eveneens weinig bestendig. Wellicht daardoor dat Jan Duijkers zijn koers verlegde.
In 1940 – enkele maanden nadat de oorlog was uitgebroken – begon Duijkers met zijn tweede vrouw Cootje Kranenburg een bewakingsbedrijf in hun toenmalige woonplaats Amersfoort, de Amersfoortsche Nachtveiligheidsdienst (ANV). Het bedrijf was al gauw succesvol. De ANV had niet alleen Nederlandse klanten, maar ook Duitse. Zo bewaakte de ANV objecten van de Wehrmacht, door Martine Letterie een vorm van economische collaboratie genoemd. En voor haar aanleiding om dieper te duiken in de contacten van Duijkers met de bezetters en hun geestverwanten. Lid van de NSB is Jan Duijkers nooit geweest, maar hij schuwde banden met aanhangers van het nationaalsocialisme zeker niet. Verder blijkt uit zijn kasboeken dat hij donaties deed aan de nationaalsocialistische Stichting Winterhulp en dat hij reizen maakte naar de Sicherheitspolizei en naar hooggeplaatste Duitsers. Alle reden dus om de collaboratie van Duijkers serieus te nemen.
Ondertussen was zijn privéleven weinig stabiel. Tijdens de tweede zwangerschap van Cootje – eerder was dochter Emmy geboren – stond er ineens een vrouw voor de deur die meldde ook in verwachting te zijn van Jan. Voor Cootje reden om haar biezen te pakken, waarna Germaine, dochter van een uit België afkomstige prostituee, haar intrede deed. Kort daarna beviel Cootje van zoon Joost en Germaine van zoon Rob. Daarmee had Jan Duijkers dus vier kinderen. Voor elk van hen was hij een andere vaderfiguur.
De verbintenis met Germaine was weinig gelukkig. Soms was sprake van slaande ruzie. Ook in ander opzicht kwam het leven van Jan in zwaar weer. Op 26 september 1944 werd hij gearresteerd, met als officiële reden ‘Arbeitsverweigerung’. Hij werd overgebracht naar Kamp Amersfoort. Vandaar ging hij op transport naar Neuengamme. De ontberingen die hij in de kampen heeft moeten doorstaan, kunnen we ons enigszins voorstellen dankzij getuigenissen van overlevenden. Jan Duijkers heeft het zelf niet kunnen navertellen. Hij kwam om toen het schip Cap Arcona op 3 mei 1945 bij vergissing door de Engelsen werd gebombardeerd.
Dankzij diepgravend onderzoek heeft Martine Letterie veel vragen omtrent het leven van Jan Duijkers kunnen beantwoorden. Verschillende vragen en tegenstrijdigheden zijn echter gebleven, zoals ook blijkt uit haar slotbeschouwing. De rol van Germaine bij de arrestatie van haar man blijft bijvoorbeeld onduidelijk. Dat hij collaboreerde staat evenwel vast, terwijl ook zeker is dat Germaines verhalen over een door hem gesaboteerde spoorlijn, niet kloppen. Die verhalen konden lang bestaan. Dat lijkt te maken te hebben met het beeld dat zijn drie zoons, ieder vanuit zijn eigen jeugd, van hem hadden en wilden houden. Tot slot stelt de schrijfster vast dat de vraag in hoeverre Duijkers slachtoffer dan wel dader was, niet eenduidig is te beantwoorden: ‘Op sommige levens passen meer etiketten.’
Boek bestellen!