Duitse geschiedenis verpakt in een detective
Geest & Beest – Marianne Vogel – Aspekt – 376 blz.
In 2012 kwam de eerste thriller van Marianne Vogel uit, met Berlijn als achtergrond en Sofie Bank en Frits Arends als speurders uit Amsterdam. Daarna volgden er nog twee en onlangs verscheen de vierde. De geschiedenis, culturele en politieke zaken zijn steeds de thema’s in haar boeken en ze zijn grotendeels gebaseerd op ware gebeurtenissen. In Gedeelde stad, geheelde stad gaat het over de eigentijdse problemen in Berlijn met de Duitse hereniging. In de schaduw van Marlene Dietrich komt een vroegere periode aan de orde: de opkomst van Hitler en zijn trawanten in de twintiger jaren en het vertrek van Berlijners die de ellende al zagen aankomen en naar o.a. Nederland verhuisden. Het derde deel Communistengoud en kerstengelen brengt de Oost-Duitse Staatspolitie (Stasi) aan de orde en werpt tevens licht op de DDR activa die in het Duitsland van nu waren verdwenen.
De verwikkelingen met betrekking tot de Duitse geschiedenis zouden er bijna toe leiden dat we vergeten dat Geest & Beest een detective is. Het speurdersduo Fritz Arends en Sofie Bank is in dienst van het Amsterdamse recherchebureau Brill. Fritz en Sofie zijn een stel van ergens tussen de vijfendertig en vijfenveertig jaar oud. Sofie is in Duitsland geboren en op jonge leeftijd naar Nederland gekomen. Sofie is de ik-verteller. Zij worstelt met het Stasi-verleden van haar vader. “Ik vind het lastig om mijn gevoelens te laten zien – ik ben liever stoer. Mede daarom had ik Frits destijds niet kunnen vertellen dat ik mijn vaders Stasi-dossier had gevonden en dat ik daar niet tegen kon.” In plaats daarvan is ze schrikachtig. Ze wordt er door Frits mee geplaagd. Vermakelijk is dat zij hun speurtocht in Berlijn op de fiets uitvoeren, waarvoor zelfs een kaartje met hun routes in het boek is opgenomen. Zij speuren naar een gestolen inktstel dat ooit aan Goethe heeft behoord, de schrijver waar Frits fan van is. De situaties waarin ze komen te verkeren, zijn soms lichtelijk komisch te noemen.
Al snel komen ze terecht bij Sigrid Stock en later bij haar broers Emil en Leo (intussen zeventigers), de kinderen van Hans Stock. Dit personage is eigenlijk de derde hoofdpersoon van dit boek. In werkelijkheid heet hij Hans Schall, in de oorlog Hauptsturmführer bij de SS. Deze man heeft onder andere namen werkelijk bestaan. Hij is pas in 1995 ontmaskerd in een uitzending van Brandpunt en Simon Wiesenthal. Merk op dat Vogel hier nadrukkelijk een parallel invoert tussen deze kinderen en Sofie: beide hadden een foute vader. Stock zou medische instrumenten en het inktstel (staat voor Goethes inspiratiebron) in Leiden hebben gestolen en overgebracht naar het concentratiekamp Buchenwald, waar hij aan rassenzuivering deed. Na de oorlog onder nieuwe naam wordt hij een germanist van hoog aanzien, zelfs hoogleraar en rector. De broers willen alleen het goede van hun vader zien. Sigrid echter heeft veel moeite met zijn verleden. Hier rijst de vraag en tevens een van de thema’s van het boek: kan iemand zowel goed (geest) als slecht zijn (beest)? Hetzelfde geldt voor geheel Duitsland: hoe kan een zo ontwikkeld volk zich scharen achter een lallende branieschopper?
Goethe heeft het goede en kwade in de mens meesterlijk gestalte gegeven in zijn drama Faust. De Faust heeft een pact met de duivel gesloten, maar hij krijgt vreselijke spijt. Schall/Stock had niet zomaar een fascinatie voor Faust. waar hij naderhand verschrikkelijk spijt van krijgt. De germanist Schneider-Schwerte was niet voor niets geobsedeerd door Faust. Goethe schreef het al in zijn gedicht over het ginkgoblad:
Is het soms één levend wezen
dat zichzelf in tweeën deelt?
Kozen twee elkaar in dezen
en versmolten tot één beeld?
Goethe komt in Buchenwald nadrukkelijk aan de orde. Vogel beschrijft de Nederlandse Buchenwald-gevangenen en hun kinderen en al hun ellende. Daarbij is Niek Pieters (gebaseerd op Nico Pols) van belang. Hij krijgt in Buchenwald een deeltje van de beroemde Goethe-eik, dat gaf hem kracht om de zwarte tijd in het kamp door te komen. Ook beschrijft de auteur de relatie tussen het kamp en de prachtige stad Weimar. Hier komt de vraag ‘wat we eigenlijk herdenken’ treffend aan de orde.
Van een geheel andere orde is de stad Berlijn, die Vogel goed kent en waar ze liefhebbend over schrijft. Je zou een aantal stukken uit het boek gerust als reisgids kunnen gebruiken. Niet alleen de bekendere zaken beschrijft de auteur, maar het vol met tips om ook heel intieme onbekende ‘bezienswaardigheden’ te bezoeken. We krijgen een ultiem kijkje op o.a. de jodenwijk. Zo is er telkens even een verademing als afwisseling van alle gruwel, waarvoor Vogel in dit boek niet terugdeinst.
Ik zou dit boek in allereerste instantie sterk aanraden om door jongeren gelezen te worden. Deze (soms gruwelijke) geschiedenis is verpakt in een detective en zal daarom makkelijker de aandacht vasthouden. Ook de schrijfstijl van Vogel lijkt hierop afgestemd te zijn. Zij schrijft beeldend en in korte zinnen, legt uit wat zeker voor deze generatie geen gesneden koek is. Maar ook voor ouderen is dit boek zeer aantrekkelijk, voornamelijk omdat het zo sterk op ware feiten, personen en gebeurtenissen is gebaseerd. Welke dat zijn legt Vogel gedetailleerd uit in haar verantwoording achter in het boek, waar ook een literatuurlijst opgenomen is. Niet zo gebruikelijk voor een thriller, maar interessant om verder te lezen.
Marianne Vogel heeft een prestatie van formaat geleverd door zo inventief allerlei zaken ineen te weven en tot een stralend geheel te maken. En wat een treffende omslag! Een boek dat regelrecht uit het hart komt en dat ik in mijn hart heb gesloten!
Kees de Kievid