Genieten met een hoofdletter G
Oliver Twist – Charles Dickens – Hertaling Tiny Fisscher – Illustraties: Annette Fienieg – Uitgeverij Volt – 293 blz.
Oliver Twist had de pech om rond 1830 geboren te worden in een armenhuis. Zijn moeder overlijdt vlak na zijn geboorte en de oude verpleegster Sally die erbij is, steelt het gouden medaillon waarin de naam van Olivers moeder gegraveerd staat. Binnenin het medaillon zitten niet alleen twee lokken haar, maar ook een gouden ring waarmee de moeder had kunnen aantonen dat er een trouwbelofte was gedaan en van welke familie Oliver afstamde.
Een jaar na zijn geboorte wordt de kleine Oliver overgebracht naar het weeshuis en komt hij bij mevrouw Mann terecht, die als een moeder voor hem zal zorgen.
“Nou, als een moeder… In werkelijkheid was mevrouw Mann een loeder van een mens.”
Bijna al het geld dat ze krijgt voor de zorg van de kinderen houdt ze zelf en haar handen gebruikt ze bij voorkeur om te slaan. Na acht jaar komt meneer Bumble, een nogal van zichzelf gecharmeerde bode van de gemeente, Oliver halen en brengt hem terug naar het armenhuis waar de oude Sally zich rot schrikt dat hij nog leeft. Toch zegt ze niets, ook niet wanneer er een vreemde man gekleed in een wijde, donkere mantel, komt informeren naar de jongen. Oliver en de andere kinderen hebben altijd honger en op een dag durft Oliver de ‘binnenvader’ om een extra lepel soep te vragen.
“…hief zijn pollepel en gaf Oliver daarmee een knal voor zijn kop.”
De bode, meneer Bumble, sleurt Oliver mee naar de bestuurderseetzaal, waar schalen vol heerlijkheden op tafel staan, en de dikke, zelfvoldane bestuurders zijn ontsteld door de brutaliteit van Olivers vraag. Aan de buitendeur komt een mededeling te hangen dat men vijf pond krijgt wanneer men Oliver als leerling wil aannemen.
Niet lang daarna wordt Oliver leerling doodskistenmaker. Hoewel meneer Sowerberry niet heel onaardig is, is zijn vrouw een kreng en de hulp Noah Claypole en het dienstmeisje Charlotte hebben bij haar de kunst afgekeken. Wanneer Oliver eindelijk een keer uit zijn vel springt tegen Noah moet hij dat bekopen. Dat is de druppel. Oliver loopt weg naar Londen. Vijfenzestig mijl lopen. Daar valt hij in handen van de gewiekste Jack Dawkins, bijgenaamd Sluwe Slimmerd, die hem meeneemt naar zijn baas, Fagin, die de leider is van een groep dieven. Eerst wordt Oliver een beetje met rust gelaten, maar niet lang daarna wordt van hem verwacht dat hij zakkenroller zal worden. Hoewel hij dat absoluut niet wil en dus niets steelt, moet hij wel mee tijdens ‘het werk’ van de andere jongens en wordt hij, onterecht, gearresteerd voor de beroving van meneer Brownlow. Wanneer die er tijdens de rechtszaak achter komt dat Oliver niets met de beroving heeft te maken, verzwakt is en ziek, neemt hij hem met zich mee naar huis. Daar wordt Oliver eindelijk liefdevol opgenomen. Een geheimzinnig schilderij houdt hem bezig, maar denk nu niet dat Oliver eindelijk eens wat geluk heeft. Nancy, de vriendin van Bill Sikes (een van Fagins mannen), wordt erop uitgestuurd om Oliver bij meneer Brownlow terug te halen. Maar dan is er nog de man met de donkere, wijde mantel, die Oliver in de gaten lijkt te houden, en komt Oliver per toeval terecht bij een heel lieve mevrouw. Maar wie is zij, en wie is haar nichtje Rose?
Genieten met een hoofdletter G deze hervertelling van Oliver Twist! Bedoeld voor kinderen, maar zeker ook voor volwassen. Het verhaal leest als een trein en hoewel de jeugd van Oliver soms zwaar en tragisch te noemen is, weet de auteur met heerlijk vileine en humorvolle zinnetjes het verhaal te verluchtigen. De Victoriaanse maatschappij kende vele misstanden waarvan sommige, helaas, heden ten dage nog steeds aan de orde zijn. Kinderarbeid en kindermishandeling zijn jammer genoeg van alle tijden. Gelukkig zijn er kleine, cynische bespiegelingen en antwoorden die ook kinderen duidelijk maken dat er iets niet in de haak is. Zoals bijvoorbeeld wanneer meneer Bumble zegt dat de in kelder opgesloten Oliver zo brutaal is door het vlees dat mevrouw Sowerberry hem zo overvloedig heeft gegeven.
“Dat krijg je er dus van als je gul bent!’ riep mevrouw Sowerberry uit. Ze loog natuurlijk dat ze barstte…”
Het domme egoïsme van meneer Bumble wordt aan het eind van het verhaal afgestraft wanneer hij zijn meerdere ontmoet in mevrouw Corney en ook dat zorgt voor een grote glimlach bij de lezer. Hoewel de auteur aan het eind van het boek een aantal dramatische ontwikkelingen maar kort belicht, laten die de lezer niet onberoerd. En dan het einde:
“Ik hoor je nu bijna denken: já hoor, maak dat de kat wijs, alsof dit allemaal niet veel te toevallig is! Je hebt gelijk, het is allemaal veel te toevallig en daardoor nauwelijks te geloven. Maar in boeken kan veel, hoor, vooral in zo’n oud verhaal. Charles Dickens schreef het al tussen 1837 en 1839!”
Niet alleen door het verhaal, maar juist ook door dit soort veelvuldig en strategisch geplaatste, bijna laconieke woorden, kruipt deze hertaling onder je huid. Daarnaast is het verhaal van begin tot eind werkelijk prachtig geïllustreerd door Annette Fienieg. De cover en de grote, dubbele pagina’s aan het begin en aan het eind van het boek zijn het inlijsten waard, net als veel van de kleinere illustraties, waarvan die van het medaillon en de ring ook nog eens ontroerend is. De illustratie van een boze, pasgetrouwde mevrouw Bumble die zich schreeuwend afvraagt of haar kersverse echtgenoot van plan is hier de hele dag te blijven snurken, is geweldig en precies raak. Aan deze hertaling van Oliver Twist is duidelijk heel veel aandacht en liefde besteed, hetgeen heeft geresulteerd in een buitengewoon mooie uitgave.
In haar nawoord geeft Tiny Fisscher aan dat een verhaal als Oliver Twist een groot publiek verdient. Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn.
Boek bestellen!