“Ik schrijf al mijn hele leven”

In mei 2020 verscheen de derde roman, De catalograaf, van Diana Tjin. In 2018 zag Een Bijlmerliedje het levenslicht, waarvan mijn bespreking hier te vinden is. Haar debuut, Het geheim van mevrouw Grünwald uit 2017 had ik gemist (inmiddels ingehaald). Diana begint uit te groeien tot een literaire duizendpoot: drie behoorlijk verschillende romans. Vanzelfsprekend zijn er vergelijkbare motieven in te vinden. De personages en situaties verschillen echter behoorlijk en het knappe van de auteur is, dat ze haar stijl daarop naadloos heeft aangepast.

 Diana Tjin (1961) is geboren in Amsterdam. Ze heeft op het St. Nicolaaslyceum gezeten en deed eindexamen in zes talen en geschiedenis. In die periode (1974-1980) woonde ze in de Bijlmer. In 1980 begon ze aan de studie Nederlands om na een jaar al over te stappen naar Klassieke Talen. In het gebouw aan de Oude Turfmarkt heeft ze zeven jaar doorgebracht met als resultaat een bul en een man, met wie ze twee kinderen heeft. Via allerlei omzwervingen is ze sinds een paar jaar in hetzelfde gebouw werkzaam als Erfgoed catalografe.

Je ouders komen uit Suriname. Jij bent in Nederland geboren. Wil je kwijt waarom je ouders naar Nederland zijn gekomen?

Ze zijn ieder afzonderlijk met de boot (zoals dat toen genoemd werd) naar Nederland gekomen, maar beiden kwamen ze hier, omdat er al familie van hen woonde.

Is daar iets van terug te vinden in je roman Het geheim van mevrouw Grünwald?

Mijn vader heeft net als mevrouw Grünwald de overtocht gemaakt met de SS Cottica. In mijn nieuwe boek, De catalograaf, vertel ik over de hutkoffer van Edgars vader. Die vertoont grote overeenkomsten met die van mijn vader, zoals de stropdassen van Chinese zijde die veel breder aan de onderkant waren dan die de mannen hier in Europa droegen.

Bij je debuut als auteur was je al 50+. Waarom ben je begonnen met schrijven en waarom pas toen?

Ik schrijf al mijn hele leven, maar geen enkele uitgever wilde mijn pennenvruchten publiceren. Na een paar decennia van afwijzingen had ik het al opgegeven toen een vriend me voorstelde aan Peter de Rijk van Uitgeverij In de Knipscheer. Hij en Franc Knipscheer waren meteen enthousiast.

Las je zelf veel in je jeugd?

Heel veel. Van detectives tot Oorlog en Vrede en alles daartussenin. In de Bijlmer las ik twee boeken per dag. Tijdens mijn studie moest ik dat terugschroeven naar een paar per week.

Had je na je jeugd favoriete boeken en/of schrijvers?

Ik was gek op Couperus, Bordewijk, Anna Blaman en Nescio. Later zijn daar nog meer auteurs bijgekomen, zoals Doris Lessing, Paul Auster, Kurt Vonnegut, allerlei Duitse en Franse auteurs. Inmiddels reken ik Jeannette Winterson tot mijn favoriete schrijfster vanwege haar volstrekt unieke taalgebruik en verfrissende lak aan gebruikelijke conventies. En elk nieuw boek van de te vroeg overleden Rascha Peper was iets om naar uit te kijken.

“Het tolerante Nederland…”. Gezien de vele publicaties over ‘zwart-wit’ in de laatste jaren, kunnen we gerust zeggen dat dit niet de realiteit is. Ben jij in je persoonlijk leven met racisme geconfronteerd? En hoe heb je dat ervaren?

Natuurlijk heb ik daar ervaringen mee. Ik ben in een vrijwel blank Nederland geboren en opgegroeid. In veel van de interviews en publicaties die nu het licht zien kom ik jammer genoeg (te)veel herkenbare situaties tegen. Wat ik het liefste wil is een brug slaan tussen verschillende mensen, ongeacht hun afkomst, kleur, aard of wat dan ook.

In al je romans zit m.i. wel iets autobiografisch. Is het te veel gezegd dat jouw eigen leven als een rode draad door je romans loopt? Wil je daar iets meer over vertellen?

Eerlijk gezegd begrijp ik nooit zo goed waarom het interessant is om te weten of een boek autobiografisch is of niet. De tragedieschrijver Sophocles is voor mij een lichtend voorbeeld wat betreft de aangrijpende manier waarop hij menselijke drama’s zich langzaam laat ontvouwen. Maar ik heb me nog nooit afgevraagd of het tragische leven van Oedipus misschien op zijn eigen leven is gebaseerd. Ik zou ook niet weten wat dat voor waardevols aan dat prachtige verhaal zou moeten toevoegen. Wel gebruik ik elementen uit mijn leven, maar ook uit dat van anderen als uitgangspunt om een verhaal te vertellen. Het verhaal is het doel, niet om mijn leven voor het voetlicht te krijgen. Details uit de werkelijkheid helpen mij om het verhaal zo goed mogelijk gestalte te geven.

De literatuur uit Suriname/Caribisch gebied lijkt aardig in de lift te zitten. Voel jij enige verwantschap met auteurs die daar vandaan komen?

Als ik verwantschap voel met auteurs, staat dat los van hun afkomst, sociale status en nationaliteit. Tegelijkertijd was het erg fijn om afgelopen november bij de 9e Caraïbische Letterendag in de OBA eens een keer niet de enige gekleurde (auteur) te zijn. En ja, de vele grapjes kwamen me erg vertrouwd voor.

Heb je een eigen voorkeur voor één van je drie romans?

Ze zijn zo verschillend qua thema en sfeer dat ik niet een bepaalde voorkeur heb.

Je hoofdpersonen hebben allen een Chinees-Surinaamse achtergrond. Heb je daar bewust voor gekozen? En waarom?

Mevrouw Grünwald is een blanke Surinaamse vrouw. Los daarvan kan het geen kwaad om op een vanzelfsprekende manier gekleurde mensen op te voeren die de normale beslommeringen kennen van werken, liefde, opgroeien. In de Nederlandse literatuur zijn er maar weinig van dat soort personages. Als ik een verhaal kan vertellen vanuit zo’n onbekend ander perspectief, zou het raar zijn om dat niet te doen. Elke auteur zoekt toch naar iets origineels, en mij is dat in de schoot geworpen.

Ook zoeken veel van je personages naar hun eigen identiteit. Waarom gebruik je dat motief zo intensief.

Identiteit is fascinerend. De familie van mijn zwager vond zichzelf net als mevrouw Grünwald Surinaams, maar de Nederlandse regering zag dat anders en vervolgens zaten ze zeven jaar onschuldig gevangen in een kamp. Sommige Joden voelden zich niet Joods, maar dat heeft niet voorkomen dat ze van de nazi’s dezelfde behandeling kregen als Joden die wel gelovig waren. In hoeverre kun je zelf bepalen wie je bent, denkt te zijn?

In Een Bijlmerliedje speelt muziek een grote rol. Heeft het daar beschreven genre ook jouw persoonlijke voorkeur? Welke rol speelt muziek in je leven?

Soulmuziek blijft tot op heden favoriet. Zeker onder het strijken zorgt het voor onmisbare afleiding. De wereld krijgt er een warme kleur van.

In De catolograaf spelen de werkzaamheden en omstandigheden die bij dat bibliotheekwerk horen een grote rol. Jij kent dat werk uit eigen ervaring. Toch heb je dit geprojecteerd naar een mannelijke persoon (Edgar). Kun je daar iets over vertellen?

Er hebben veel mannen bij de Universiteitsbibliotheek gewerkt die waren zoals Edgar, harde, fanatieke krachten, maar een tikkeltje anders dan de doorsnee mens. Het was voor mij meteen duidelijk dat de hoofdpersoon zo’n soort man moest worden.

Kunnen we op romangebied binnenkort nog iets van je verwachten?

Ik schrijf eigenlijk altijd. Maar ja, ik ben met iets nieuws begonnen, waar ik op dit moment nog niets over kan vertellen.

Vragen: Kees de Kievid

Foto auteur: Friso Keuris

Andere recensies

Gruffalo en zijn vrienden zoekboek – Julia Donaldson – Illustrator: Axel Scheffler – Lemniscaat – 32 blz. Zoekboeken worden steeds populairder en dan ook echt voor heel jonge kinderen. Voor de leeftijd vanaf een jaar of drie is het heel goed om zich te...
Lees verder Categorie: Kleuterboeken, Prentenboek
| Reageer!
Airfryerbijbel – Bas Robben – Carrera Culinair – 496 blz. De airfryer begint langzamerhand de frituurpan in de keuken te verdringen. Natuurlijk zijn er nog dingen die echt in de olie gebakken moeten worden, zoals oliebollen en appelflappen, maar de meeste maaltijden kun je...
Lees verder Categorie: Kookboek
| Reageer!
Dierentaal en Plantenpraat – Gaby Dawney – Illustraties: Margaux Samson Abadie – Lemniscaat – 112 blz. Dit is een prentenboek met 48 verhalen over hoe de natuur communiceert. De verhalen gaan over zoogdieren, vogels, waterwezens, reptielen & amfibieën, insecten en ook nog over planten...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur
| Reageer!