Carolijn Selten schrijft fictie, gedichten en verhalen. Ze heeft een achtergrond in de psychologie en heeft meerdere schrijfwedstrijden gewonnen, waaronder Lutterzand Literair. Na jaren gewerkt te hebben als trainer/coach in het bedrijfsleven, heeft ze haar hart gevolgd richting de letteren: met veel plezier werkt ze als boekverkoper bij Boekhandel Jacques Baas in Driebergen. Sinds 2024 is ze daarnaast Dichter van de Utrechtse Heuvelrug. Vanuit die rol dicht ze over het wel en wee in de gemeente en draagt ze regelmatig voor bij evenementen.

Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel gelezen en voorgelezen?

Ik kom uit een ondernemersgezin. Een warm gezin, waarin veel gepraat en gelezen werd. Onze ouders namen mijn tweelingbroer en mij regelmatig mee naar musea, theater en concerten. In ons huis waren veel boeken en werd door ons allemaal veel gelezen.

Wat waren voor je tiende je favoriete boeken?

Bijna iedere zaterdag ging ik naar de bibliotheek. Ik was een veellezer. De boeken van Thea Beckman, Roald Dahl en Jan Terlouw heb ik verslonden, net als Momo en de Tijdspaarders (Michael Ende), Meester van de Zwarte Molen (Otfried Preussler) en Heksenkind (Monica Furlong). Mijn eerste boekenbeurt in groep 6 ging over Pa Pinkelman en Tante Pollewop; de liefde voor Godfried Bomans kregen we van huis uit mee.

Herinner je je nog het eerste gedicht of de eerste dichtbundel en werd je meteen door het medium gegrepen?

Op mijn twaalfde verjaardag kreeg ik van de buurvrouw de bundel Domweg gelukkig in de Dapperstraat, met daarin allerlei beroemde gedichten. Ik herinner me dat ik hardop moest lachen om het gedicht Made in Madurodam, van Vaandrager (‘De kroketten in het restaurant, zijn aan de kleine kant’). Ik heb de bundel stukgelezen.

Door de eeuwen heen zijn er veel dichters geweest. Kun je er een paar noemen die je waardeert en zeggen waarom?

De Nederlandse taalgeschiedenis omvat zoveel indrukwekkende dichters, dat een opsomming op voorhand al te beperkt is. Het gedicht Mei van Herman Gorter was een van de eerste ‘oude’ gedichten die ik las en ik herinner me dat het me verraste dat de tekst nog steeds zo toegankelijk was (ook al was het geschreven rond 1880). Toon Hermans en Annie M.G. Schmidt zijn in mijn ogen fenomenen. In ogenschijnlijk makkelijke taal, verwoordden ze zaken waar veel mensen zich (nog steeds) in herkennen. Heel knap.

Wat jezelf betreft. Dicht je het liefst in een vrije vorm of maak je ook wel gedichten met een strakke indeling zoals een sonnet?

Mooie vraag, die me aan het denken zet. Ik dicht het liefst in vrije vorm. Belangrijker nog dan de vorm, is voor mij het ritme. Ieder gedicht, ieder thema vraagt om een ander soort toon/ muziek. Daar probeer ik naar te luisteren en dat probeer ik in woorden te vangen. Gek genoeg, leidt juist dat vaak tot een redelijk strakke indeling.

Je bent Dichter van de Heuvelrug. In welk blad worden je gedichten gepubliceerd en hoe vaak maak je een gedicht?

Klopt! Een erefunctie die ik vier jaar lang mag uitoefenen. Ontzettend leuk om te doen, vooral omdat ik de Utrechtse Heuvelrug zo op een heel andere manier leer kennen. Ik schrijf veel. Eigenlijk ben ik voortdurend ‘bezig’ met een nieuw gedicht, in mijn hoofd of op papier. Dichten is een ‘way of life’, zeg ik altijd. Het gaat over het waarnemen van details, het woorden geven aan dat wat zich onder de oppervlakte bevindt. Ik draag mijn gedichten voor bij evenementen en ze worden regelmatig geplaatst in bladen, zoals Nieuwsblad De Kaap.

Je werkt bij Boekhandel Jacques Baas in Driebergen. Welke dichtbundels doen het daar goed?

Poëzie wordt gekocht door poëzieliefhebbers en door mensen die te maken hebben met de grote gevoelens van het leven. Naar De Gedichtenapotheek van Philip Huff is veel vraag, evenals naar Dood gewoon gaan hemelen (Plint). Ook de nieuwste bundels van Anna Enquist (De onderkant) en Ingmar Heytze (Postkamer) doen het goed, net als de laatste bundel van Esther Jansma  (We moeten misschien blijven denken). Overigens zijn er ook voor kinderen geweldige bundels, zoals Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt van Edward van de Vendel en het net uitgekomen Elk versje is een visje van Hans en Monique Hagen (prachtig geïllustreerd door Milja Praagman).

Welke genres lees jij, naast dichtbundels, het liefst en welke schrijvers zijn favoriet?

Ik lees (en herlees!) inderdaad veel poĂ«zie, maar minstens zoveel proza. Ik houd van literatuur met een psychologische component; dat je je afvraagt wat iemand ergens toe gebracht heeft. Luister van Sacha Bronwasser vond ik heel slim in elkaar zitten. Maar ik kan ook erg genieten van ‘mooie taal.’ In Vier de teugels van Kathryn Scanlan, staan bijvoorbeeld hele beknopte zinnen. Maar de diepte achter die zinnen, vond ik ongekend.

Heb je zelf de ambitie om een dichtbundel of andersoortig boek te publiceren?

Absoluut. Niet alleen hoop ik na mijn termijn als Dichter van de Heuvelrug een bundel uit te brengen met de gedichten over deze regio, ook werk ik aan mijn eerste dichtbundel met meer persoonlijke poëzie. Daarnaast schrijf ik al enige tijd aan een debuutroman.

Je hebt psychologie gestudeerd. Helpt dat bij het werken in een boekhandel?

Zeker weten. Het gaat niet alleen om vakkennis, het is vooral ook mensenwerk. Het goed kunnen luisteren naar de klant, helpt enorm om erachter te komen waar iemand precies naar op zoek is. Voor iedereen is er een passend boek.

Onder jongeren wordt matig gelezen en jongens spannen daarbij de kroon. Ze gamen liever. Jij hebt drie tienerzonen. Hoe staat het met het lezen bij hen?

Heel goed. Dat wat je aandacht geeft, groeit. Zolang je zelf met plezier leest en enthousiast vertelt over wat je gelezen hebt, leren ze dat lezen leuk is. Inmiddels zijn ze op zo’n leeftijd dat ze mij ook boeken aanraden, die ze zelf gelezen hebben.

Hier mag je nog iets zeggen wat je graag kwijt wilt.

Ik zou graag willen afsluiten met de opmerking dat juist in deze tijd de kracht van woorden zo belangrijk is. Woorden bepalen de toon van onze samenleving. Laten we dat dan ook actief inzetten. Door te lezen, door te blijven praten met elkaar en vooral: door bewust te kiezen voor woorden die bijdragen aan een wereld van vrede i.p.v. aan polarisatie. Dank voor dit interview!

Vragen: Pieter Feller

Lees verder Categorie: Interview
| Reageer!
Alle interviews