Mariëlla van de Beek wil graag Poe illustreren
Mariëlla van de Beek(Utrecht, 1970) is illustrator van kinderboeken. Met haar vriend Robert en haar gekke kat Kokonor woont ze in een oud boerderijtje in de buurt van Nijmegen. Omdat ze het aanvankelijk niet aandurfde om van illustreren haar beroep te maken, ging ze eerst psychologie en filosofie studeren. Pas op haar achtentwintigste begon ze met illustreren. Ze is gek op poezen, oude huizen, vulpennen, windmolens, warme sloffen, onderwater zwemmen en lezen. Het illustreren van spannende en sprookjesachtige boeken heeft haar voorkeur en ze werkt het liefst met pen en inkt. Ze vindt het fijn om in haar fantasie te grasduinen en kan zich helemaal uitleven als ze niet-bestaande dieren kan illustreren. Een van haar meest recente boeken is een bundel verhalen: Overal opa’s en oma’s.
Was je als kind al de beste tekenaar van de klas?
Vast niet maar dat was het fijne van kind zijn. Ik was helemaal niet bezig met of iets goed was of niet. Ik tekende gewoon blaadje na blaadje vol zonder oordeel. Ik probeer nu als volwassene dat plezier bij kinderen te stimuleren. Vorig jaar was ik op schoolbezoeken in Aruba tijdens het Festival di Buki. Wat ik nooit zal vergeten was het moment toen ik een jongetje aan het tekenen kreeg die heel hard riep dat hij niet kon tekenen. Ik liet hem mijn eerste schetsen zien van het Kinderboekenweekgeschenk en toen de uiteindelijke illustraties. Die eerste schetsen zijn niets meer dan een hoop krassen. Van het soort waarvan je denkt: hoe komt daar ooit een tekening uit? Het jongetje staarde me aan, was even stil en tekende toen een geweldige rode auto.
Maakte je ook stripverhalen of eigen boekjes?
Ja, maar helaas zijn die niet bewaard gebleven. Ik heb nog één schriftje met kindertekeningen van de kleuterschool.
Van wie heb je je talent geërfd, denk je?
Ik denk van beide ouders. Mijn vader had een grote interesse in kunst en met name in het magisch realisme en surrealisme. Er hingen in zijn werkkamer prenten van Dali, Magritte en Willink. Ik was als kind zeer geïntrigeerd door die schilderijen. Het was mijn eerste besef dat de wereld ook een geheimzinnige en magische plek kon zijn. Ook mijn oom heeft een grote rol gespeeld in het stimuleren van mijn fantasie. Een geweldige man die heel erg verbonden was met de natuur. Met hem naar het bos was een groot avontuur, want hij zag dingen die andere volwassenen niet zagen. Kabouters, elfen, dieren die konden praten, holle bomen waar eigenlijk een paleis in verborgen was. Echt geweldig! Mijn moeder tekent en schildert ook nog steeds met veel plezier op haar 82ste!
Je durfde aanvankelijk geen illustrator te worden. Op welke leeftijd ben je begonnen en heb je ook een opleiding gevolgd?
Ik heb psychologie en filosofie gestudeerd op de universiteit. Ik heb me altijd een beetje verscheurd gevoeld tussen de wens te willen tekenen en de wens wetenschapper te worden. Eigenlijk nog steeds. Op mijn 28ste kwam ik echter een aantal tekenaars tegen met een atelier en tja… vanaf dat moment was ik fulltime aan het illustreren. Ik ben min of meer in de kinderboekenwereld gerold maar vind het ook heerlijk om medische illustraties te maken. Ook geniet ik er erg van om oude meesters na te tekenen. Als oefening in kijken en om tot rust te komen.
Hoe zou je je stijl omschrijven of teken je in verschillende stijlen?
Ik ben een pieterpeuteraar, kan eindeloos frutsen op kleine details. Mijn stijl is misschien een beetje ouderwets te noemen. Maar dat vind ik niet erg. Zelf heb ik een voorkeur voor illustratoren die realistische tekeningen maken waar bezieling in zit. Zoals het werk van Sebastian Meschenmoser en Michael Sowa. Prachtig!
Welke onderwerpen liggen je niet zo goed om te tekenen?
Euh… auto’s haha! Moeilijk!!!
Word je ook door buitenlandse uitgevers benaderd?
Ja, door het Festival di Buki vorig jaar op Aruba zijn er wel wat contacten ontstaan in het Caribisch gebied.
Doe je ook commerciële opdrachten voor kranten, tijdschriften of bedrijven?
Ik zou in de toekomst er graag iets anders er bij willen doen naast de kinderboeken. Het lijkt me ontzettend leuk om lezingen te geven over kunst, bezieling en de werking van je hersenen voor volwassenen! Daar loop ik al langer op te broeden dus wie weet wat de toekomst gaat brengen.
Bij illustreren is planning belangrijk. Kom je wel eens in de problemen en moet je dan nachten doorwerken?
Nee, dat is me nog nooit gebeurd! Je moet gewoon gedisciplineerd zijn en zorgen dat je je deadlines haalt. Je maakt gewoon een schema van wat je per dag moet doen en daar hou je je aan.
Natuurlijk heb je wel dagen dat je denkt: het komt nooit op tijd af en dat niets lukt maar de ervaring heeft me geleerd dat dat de fase is waarin het juist gebeurd. Uit al die krastekeningen en schetsen haal ik uiteindelijk de echte tekeningen.
Welke illustratoren bewonder je en hebben je misschien zelfs beïnvloed?
Marten Toonder, Sebastian Meschenmoser, David Roberts, Chris Riddell en Jimmy Spa. Prachtige tekeningen met bezieling.
Welke klassieker zou je graag opnieuw van illustraties willen voorzien en waarom?
Het is geen kinderboek maar ik zou dolgraag de verhalen van Edgar Allan Poe willen illustreren. Lekker eng!
Je lievelingsboek is Oom M. van Chris Priestley. Lees je nog steeds kinderboeken. Zo ja, welke?
Jazeker! Pas twee boeken van Jozua Douglas gekocht: De verschrikkelijke badmeester en De gruwelijke generaal. Geniaal grappig! En ook met veel plezier James Blond gelezen van Fred Diks. Fred is een zeer gewaardeerde collega en geweldige schrijver met superhumor!
Weiger je ook opdrachten? Bijvoorbeeld als een boek je niet aanspreekt?
Ja dat heb ik wel eens gedaan vanwege een ideologie waar ik niet achter kon staan. Dat betrof toen een zeer zwaar gereformeerd gedachtengoed. Daar kan ik helemaal niets mee.
Hier mag je nog iets zeggen dat je graag kwijt wilt.
Om met de woorden van Einstein te spreken: ‘Logic will get you from A to B, imagination will take you everywhere.’
Vragen: Pieter Feller