Niet elke rots weerstaat de branding
De Advocaat van Holland – Nicolaas Matsier – De Bezige Bij – 359 blz.
Onder de boeken die verschenen (en nog zullen verschijnen) ter gelegenheid van de vierhonderdste sterfdag van Johan van Oldenbarnevelt, treffen we een buitenbeentje aan. Bijna altijd gaat het over de geschiedkundige gebeurtenissen over en rond zijn persoon, zoals het onlangs nog door mij besproken De zaak Oldenbarnevelt van Wilfried Uitterhoeve. Matsier heef echter een andere weg bewandeld: hij heeft geprobeerd in het brein van de landsadvocaat te kijken: een bijzonder soort biografie! Veel historici hebben al opgemerkt dat Van Oldenbarnevelt een zwijgzame man was als het over zichzelf ging. De auteur moet dus uit de gebeurtenissen, maar vooral uit de antwoorden op de verhoren die hem zijn afgenomen en uit de schaarse brieven vanuit zijn gevangenschap, analyseren waarover en hoe Van Oldenbarnevelt dacht.
De invloed van Van Oldenbarnevelt is onmiskenbaar. Het heeft veroorzaakt dat velen een grote bewondering voor hem hadden; hij gebruikte die invloed immers uitsluitend in landsbelang. “Van Oldenbarnevelt, den grootsten staatsman, naar mijn oordeel, die ooit ons land bestuurd heeft.” (Robert Fruin – Tien jaren uit den Tachtigjarigen Oorlog [1861]). Al kan niet ontkend worden dat zijn eigen belang en dat van zijn aanhangers niet vergeten werd. Hoe, bijvoorbeeld, is hij aan een adellijke titel gekomen? Maar de volksstemming tijdens zijn gevangenschap en executie was er een van weerzin en zelfs haat. Er werd zelfs een pamflet in omloop gebracht waar hij op afgebeeld staat met een geldbuidel in zijn hand, die op zelfverrijking zou moeten duiden.
Wat weten we van zijn karakter? Hij was een doorzetter, die recht op zijn doel afging als hij dat na rijp zelfberaad had bepaald. Daarbij kon hij zeer eigenzinnig zijn, maar wist zich gemakkelijk staande te houden door zijn behendigheid en kracht van woorden. Hij verloor nooit zijn hoofd tijdens een debat. Hij geloofde tot het laatst in zichzelf, blijkens zijn woorden vlak voor zijn executie: “Mannen, gelooft niet dat ik een landverrader ben, ik heb oprecht en vroom gehandeld, als een goede patriot, en zo zal ik sterven.”
Het is in vele opzichten een goed boek geworden, dat zich afspeelt tussen 29 augustus 1618, toen hij werd gearresteerd, en 13 mei 1619, toen hij werk geëxecuteerd. In eerste instantie maken we hem dus mee tijdens die periode. Maar in Van Oldenbarnevelts reflecties op het verleden, komt ook zijn politieke denken van toen tot leven. Het grootste compliment aan Matsier is wel dat hij er geen verhaal van heeft gemaakt dat overloopt van emoties. En is het knap hoe hij laat zien dat Van Oldenbarnevelt langzamerhand de ernst van de situatie gaat inzien. Hij lijkt het allemaal in het begin als misverstand zien. Als hij aan het begin van zijn gevangenschap een aantal brieven wil schrijven “eist hij pennen en papier. Dat hij ze in de loop van de dag ook krijgt … vindt hij volkomen vanzelfsprekend”. Later wordt hem duidelijk dat er gaan uitweg meer is en hij zowel zijn loopbaan als zijn leven gaat verliezen. “Nu hoeft hij niet meer in zijn uitgestrekte verleden te zijn, dat is nergens meer voor nodig. Het is achter de rug. De gevangene van zijn verleden – zelfs dat hoeft hij niet meer te zijn”.
Hoe goed kennen we Van Oldenbarnevelt nu na het lezen van het boek? Neem van mij aan: heel goed! Maar welke Van Oldenbarnevelt? Inderdaad, het is de persoon zoals Matsier die voor ogen heeft gekregen uit zijn onderzoekingen. Of dat de echte Johan was, dat zullen we nooit weten, tenzij er nieuw materiaal opduikt.
De advocaat van Holland zal Matsier ongetwijfeld heel veel werk hebben gekost om terdege alles over Van Oldenbarnevelt en de contemporaine geschiedenis na te pluizen. Jammer dat hij over zijn bronnen en hoe hij die gebruikt heeft, niets in het boek vermeldt. Uit vroeger werk van Matsier weten we dat hij een subliem observator van de menselijke ziel is. Dat psychologisch talent heeft hij nu opnieuw laten zien. Alleen had hij wat mij betreft de laatste twee hoofdstukken achterwege kunnen laten. Daar gaat toch zijn fantasie een beetje met hem op de loop.
Overigens bestaat het zwaard waarmee Van Oldenbarnevelt werd terechtgesteld nog steeds. Een latere eigenaar, Frans Greenwood heeft er ca. 1750 een inscriptie op laten aanbrengen, waarmee ik wil eindigen.
“Stokoude schuldeloze Helt, rampzalige Oldenbarnevelt, Dit zwaard sloeg door uw hals den Staat een diepe wonde in zynen Raadt, toen op het Haagse moortschavot Uw dierbaar leven wierd geknot.”
Kees de Kievid