Voor God en goud
De kruisvaarders – Dan Jones – vertaling: Roelof Posthuma – Uitgeverij Omniboek – 525 blz.
De kruistochten behoren ongetwijfeld tot een van de meest geromantiseerde episodes in de geschiedenis van de middeleeuwen. Koningen en ridders naaiden na een oproep van de paus kruisen op hun kledij. Ze namen afscheid van hun huilende echtgenotes en kinderen in de onzekerheid of ze elkaar ooit zouden terugzien. Ze namen hun zwaard en vertrokken op een zware tocht om die duivelse, barbaarse moslims te verjagen uit de gebieden waar Jezus had gewoond en gepredikt. ‘God wil het’ was de strijdkreet van de kruisvaarders. Maar bij veel avonturiers vormden nobele gedachten maar een flinterdun laagje chroom op het schroot van hebzucht, van machtsstreven, van bedrog en verraad en van marteling en moord. En dit gold zowel voor de kruisvaarders als de moslims, zo leert ons het nieuwe boek van Dan Jones (1981).
Over de kruisvaarders en de kruistochten zijn trouwens al veel boeken geschreven. Toch slaagt deze jonge Engelse historicus erin het verhaal op een meeslepende en heldere manier te vertellen via een eigen aanpak al moet de lezer zich ook in dit boek doorheen een pak namen, data, veldslagen en bloederige details worstelen.
Allereerst heeft de auteur het ganse verhaal opgedeeld in bijna dertig hoofdstukken van ongeveer een vijftiental bladzijden. In deze verschillende hoofdstukken worden andere hoofdrolspelers ten tonele opgevoerd die het verhaal vanuit hun standpunt vertellen of die centraal staan in de gebeurtenissen. Zo krijg je telkens een ander perspectief zeker omdat het zowel figuren uit het westerse als uit het Arabische of Byzantijnse kamp zijn. Bovendien zijn het niet altijd de grote namen. Zo leren we tijdens de Derde Kruistocht, met als belangrijkste protagonisten de Engelse koning Richard Leeuwenhart en zijn opponent Saladin, Margaret van Beverley kennen. Deze vrouw was als dochter van pelgrims geboren in het Heilig Land en keerde als twintiger vanuit Engeland terug naar Jeruzalem. Op dat moment (september 1187) belegerde Saladin Jeruzalem. Met een geleende wapenuitrusting en met een kookpot als helm verdedigde ze mee de stadsmuren. Na een reeks avonturen keerde ze uiteindelijk heelhuids terug naar het Westen waar ze als non intrad in het cisterciënzerklooster van Montreuil. Heel opmerkelijk en toch vrij onbekend is ook het verhaal van de christelijke koning Sigurd I van Noorwegen die als eerste westerse koning naar de kruisvaarderstaten afreisde met een leger. Hij legde nooit de kruisvaarderseed af maar het feit dat hij drie jaar van huis was en zijn leven riskeerde, toont de aantrekkingskracht van de kruistochten aan. Met heel veel buit en met een splinter van het Ware Kruis keerde hij terug huiswaarts.
Een tweede element om het verhaal levendig te maken is het gebruik van primaire bronnen. Jones verwekt heel wat materiaal van kroniekschrijvers in zijn tekst en dit vanuit beide kampen. Akkoord, objectiviteit was niet altijd de eerste bekommernis van deze historici maar de letterlijke citaten geven toch vaak een idee van hoe over de andere partij werd gedacht. Enkele voorbeelden van kroniekschrijvers zijn Willem van Tyrus (auteur van de Geschiedenis van de daden die overzee verricht zijn), Otto van Freising en zijn verslag van de Tweede Kruistocht, de Byzantijnse Anna Komnene die een verslag (de Alexiade) schreef over de regeerperiode van haar vader (de Byzantijnse keizer Alexios I) en de Islamitische geschiedschrijver Ibn al-Athir die een van de beroemdste en meest gedetailleerde islamitische kronieken van de kruistochten schreef met de titel Het perfecte geschiedwerk.
In zijn boek benadrukt Jones ook dat het begrip ‘kruistochten’ niet alleen van toepassing was op het strijdtoneel in het Heilig Land. In Spanje zelf zullen de christenen tot 1492 ook een kruistocht voeren tegen de islamieten. Dit jaartal vormt voor de auteur trouwens het einde van de kruistochten. De islam was niet de enige tegenstander. In 1147 publiceerde paus Eugenius III zijn bul Divinia dispensatione waarin hij opriep tot de strijd tegen de heidense Slavische stammen, de Wenden. Maar ook de Joden in het Westen deelden in de brokken: bij iedere oproep tot een kruistocht behoorden zij tot de eerste slachtoffers.
Dan Jones vertelt chronologisch en uit verschillende oogpunten het verhaal van de kruistochten. Het boek bevat een katern met een dertigtal kleurenillustraties (met illustratieverantwoording). Achterin zijn diverse bijlagen opgenomen: een alfabetische lijst van de belangrijkste personages, een lijst van de koningen en koninginnen van Jeruzalem en lijsten van de pausen en Byzantijnse keizers tijdens de kruistochten. Verder nog een notenlijst, bibliografie en uitgebreid register.
De kruistochten vormen geen verkwikkelijke geschiedenis. Het is ook geen zwart-witverhaal of een verhaal van wij-en-zij. Christenen en islamieten bestreden elkaar maar waren soms intern hopeloos verdeeld. Christelijke leiders sloten coalities met Arabische leiders tegen eigen geloofsgenoten en omgekeerd. De Byzantijnen maakten de driehoeksverhouding compleet. Belegeringen en veldslagen wisselden af met vreedzame perioden. Beide partijen maakten zich schuldig aan wreedaardige praktijken maar gaven elkaar ook geschenken en hielpen elkaar.
De ‘echte’ kruisvaarten zijn voorbij aldus Jones. Maar voor veel extremisten is het idee van de kruisvaart nog altijd een belangrijk concept. Osama bin Laden en later de uit al-Qaida voortgekomen Islamitische Staat bleven de westerse christelijke machten als ‘kruisvaarders’ aanduiden, merkt Jones op in zijn epiloog. En toen op 15 maart 2019 de Australiër Brenton Tarrant in Christchurch tientallen mensen vermoordde, verwees hij in zijn manifest naar de kruistochten.
Laat je niet afschrikken door de omvang van het boek. Het lezen van De kruisvaarders geeft je echt wel een klare kijk op de kruistochten. Dan Jones krijgt veel lof toegezwaaid voor zijn boek. Terecht. Het is echt wel een aanrader voor de liefhebbers van middeleeuwse geschiedenis.
Kris Muylle