Ze wilde het anders doen dan haar moeder
Beatrix – Jutta Chorus – Atlas Contact – 304 blz.
Toen Beatrix in 1980 aantrad als koningin wist zij zeker dat zij het anders zou gaan doen dan haar moeder Juliana. Waar die zich vaak liet aanspreken met ‘mevrouw’ was het de wens van Beatrix om met ‘Majesteit’ te worden aangesproken. Dat lijkt een kleinigheid, maar het is tekenend voor haar meer zakelijke opstelling. Zij is de koningin, daar hoort de aanspreektitel Majesteit bij. We doen de dingen zoals het decorum eist, was het uitgangspunt. De hofhouding werd omgevormd van een vrij informele club naar een professionele organisatie. Het toch wat oubollige jaarlijkse defilé bij Paleis Soestdijk vond ze niet meer van deze tijd en werd vervangen door bezoeken in den lande. Dossierkennis – niet een van de sterkste punten van koningin Juliana – was voor Beatrix zo belangrijk dat haar naaste omgeving wel eens klaagde over de vele avonden en soms nachten die zij doorwerkte om goed voorbereid te zijn op overleg met ministers en op staatsbezoeken.
Jutta Chorus beschrijft in Beatrix. Dwars door alle weerstand heen hoe Beatrix haar eigen stijl ontwikkelde. Na het warme, soms moederlijke optreden van Juliana werd Beatrix’ houding wel eens als koel ervaren. Haar keuze was echter gebaseerd op de stellige overtuiging dat zij op die manier haar koningschap veel effectiever kon invullen, meer kon betekenen. Hierin vond zij een geestverwant in Ruud Lubbers, minister-president van 1982 tot 1994. Met geen van zijn opvolgers zou zij meer zo’n goede band krijgen. Nog belangrijker was prins Claus voor haar. Hij was de man die zij zelf had uitgezocht om haar leven te delen, tegen de nodige scepsis en soms zelfs weerstand in. Claus was zich vanaf het begin bewust van zijn rol aan Beatrix’ zijde en wat dit voor zijn leven zou betekenen. De depressies waar hij vanaf de jaren tachtig aan leed, lijken dan ook niet geheel hieraan te wijten. Zijn oorlogservaringen als soldaat bij de Wehrmacht speelden daarin ook een rol, zoals Jutta Chorus laat zien. Claus was haar klankbord en adviseur, na zijn dood in 2002 ervoer Beatrix haar ambt als oneindig veel zwaarder.
Is het koningschap van Beatrix geslaagd te noemen? Die vraag rijst natuurlijk bij een troonsafstand. Het beeld dat oprijst uit dit boek is dat van een koningin die door haar consequente houding en optreden na twee decennia door een groot deel van de bevolking werd gerespecteerd en/of bewonderd. De heftige schandalen die het koningschap van Juliana hadden geteisterd en het openlijk slechte huwelijk van haar ouders: het waren toestanden die bij haar niet voorkwamen. In de laatste fase van haar koningschap zou zij tot haar eigen verdriet toch ook niet vrij van blijven van kwesties: het verleden van vader Zorreguieta, de ontboezemingen van haar nichtje Margarita, ‘Mabelgate’, de villa in Mozambique. De ophef daarover in de media gaf haar het gevoel dat zij nu toch echt in een glazen huis woonde. In 2000 stelde zij op uitnodiging van Rudi Fuchs in het Stedelijk Museum in Amsterdam een tentoonstelling samen van haar favoriete kunstenaars. In de Volkskrant werd die tentoonstelling afgekraakt in een recensie met de kop ‘Beatrix heeft geen smaak’. Dat hakte er diep in. ‘Ik kan geen goed meer doen in dit land’ verzuchtte Beatrix tegen Huub Oosterhuis. Dat de bespreking achteraf gezien uiterst tendentieus was, de Volkskrant onwaardig, verzachtte de pijn niet.
Jutta Chorus heeft voor haar boek gesprekken gevoerd met tientallen mensen uit de omgeving van Beatrix. Dezelfde methode die Hoedeman en Mijer hanteerden voor hun biografie over Willem-Alexander (hier in april besproken). Onder deze geïnterviewden overheerst de mening dat Beatrix het koningschap door haar invulling ervan weer de nodige stabiliteit en geloofwaardigheid heeft teruggegeven. Wat met het oog op het draagvlak onder de bevolking en de continuïteit van het ambt precies datgene is waar het behoefte aan had.