Opiumvelden, derwisjen, dansmeisjes

Buitenlanders en andere Papoea’s – Rob Verschuren – In de Knipscheer – 138 blz.

Verhalenbundels, het blijft een lastig genre. In het ideale geval krijgt een bundeling van verhalen zijn meerwaarde door, bijvoorbeeld, een overkoepelende thematiek, een of meer personages die telkens terugkomen, of door de specifieke setting van de verhalen. In het minder ideale geval blijft die meerwaarde uit, maar je krijg wel een beeld van wat een schrijver allemaal in huis heeft.

In de vier romans en de verhalenbundel die Rob Verschuren (1953) tot nu toe publiceerde, was het de specifieke setting die zijn werk bijzonder maakte. Een niet-westerse setting – Verschuren woont zelf al jaren in Vietnam – met niet-westerse personages, niet-westerse thematieken en niet-westerse manieren waarop mensen zich door het leven slaan.

In Buitenlanders en andere Papoea’s, de tweede verhalenbundel van Rob Verschuren, wordt die exotische eenheid van plaats doorbroken. Vijf van de tien verhalen spelen zich af in Vietnam of in andere niet-westerse landen, maar de andere helft heeft als decor bijvoorbeeld een penthouse in New York of een Van der Valkhotel in Nederland midden in de winter.

In Vrolijk knallen de bomvesten, het verhaal dat zich afspeelt in dat hotel, maken we kennis met Asher. Die was vroeger eigenaar van een reclamebureau, maar sinds hij tijdens een kundalini-meditatie tot het inzicht kwam dat zulke bureaus het kapitalisme alleen maar in stand houden, heeft hij gekapt met dat vorige bestaan en zijn leven radicaal omgegooid. En dat is niet het enige gevolg van die meditatie. De hele wereld is een gekkenhuis, en als er iemand is die de wereld wakker kan schudden uit haar collectieve psychose, is hij, Asher, dat wel. Hij koopt drie opblaaspoppen – een blonde, een zwarte en een bruine –, niet om ze te gebruiken waarvoor dat soort poppen meestal wordt gebruikt, maar om er explosieven in te verbergen: opblaaspoppen als de ideale bomvesten. Een concreet doel voor een aanslag heeft hij nog niet, maar dat verandert als hij, nog steeds in dat Van der Valkhotel, de tv aanzet:

‘Op de televisie feliciteert de koning de eerste Elfstedentochtwinnaar van Papoea-Nieuw-Guinese afkomst. (…)  Buitenlanders, denkt Asher. Hij is weer kwaad. Buitenlanders en andere Papoea’s, dat is een goed doelwit. Het Koninklijk Huis ook. Misschien nog beter zelfs. Dat zijn voor driekwart Duitsers.’

Misschien toch niet zo’n goed idee, die kundalini-meditatie…

Een ander ‘Westers’ verhaal, Rumbonen, heeft als hoofdpersoon Annabel Clutterbuck. Ooit, als twintigjarige, was zij de Playmate van de maand september, daarna trouwde ze met een onroerendgoedmagnaat, maar die heeft haar al snel ‘van de hand gedaan als een onrendabele investering’. Het verhaal draait om Annabels vergeefse poging om van haar eet- en drinkverslaving af te komen. Vaardig verteld, mooie stijl maar toch, dit is niet waarom ik Rob Verschuren zo graag lees. En dat geldt even goed voor de andere drie verhalen die zich afspelen in het rijke, Westerse deel van de wereld.

Maar dan is er De stem van Roos, veruit het langste verhaal van de bundel. In een naamloos, niet-westers land wordt de oude dichter Basel ontslagen uit de gevangenis, juist op het moment dat er een bijzondere, Jeroen Bosch-achtige optocht voorbijkomt. Die wordt aangevoerd door Chokhamela, een man op een plank wiens benen zijn afgereden door een sneltrein. Basel sluit zich aan, en hij is niet de enige:

‘Wanneer ze door de opiumvelden van de voetheuvels afdalen naar de vlakte, heeft de beenloze drieënzestig volgelingen, onder wie landloze boeren, Maliarese hoertjes, filosofen, zigeuners, mannen met rastahaar, idioten, vrouwen met slangenogen, vuilnisbeltbewoners uit Vat, exegeten, derwisjen en dansmeisjes. De opkomende zon werpt hun schaduwen vooruit als ze door de straten van de stad Dunn dansen, vanuit smalle deuropeningen nagestaard door donkere ogen, en wanneer Basel de dichter zich buiten de stad bij hen voegt, staat de zon hoog en zijn de schaduwen in het zand kort en scherp als zigeunerdolken.’

Kijk, dit is waarom ik zo van Verschurens werk houdt, en dat niveau houdt hij vast in de andere vier niet-westerse verhalen.

Misschien wel het mooiste van allemaal is De abrikozenbloesem, een fijnzinnig, perfect verteld relaas over de liefde tussen een amateurschilder en Abrikozenbloesem. Zij is het meisje van zijn dromen en hij schildert haar portret. En wat er daarna gebeurt…

Buitenlanders en andere Papoea’s is een van de laatste boeken van In de Knipscheer. Na bijna een halve eeuw stopt deze uitgeverij ermee, en daarmee verliest de Nederlandse literatuur een essentieel stuk van haar veelkleurigheid.

Hein-Anton van der Heijden

Boek bestellen!

Andere recensies

Te veel Dino’s – Lou Peacock –  Illustraties: Nicola Slater – Veltman – 32 blz. Op een dag kreeg ik een dino. Dat was leuk. Maar al gauw bedacht ik dat 2 nog leuker was, of drie. Toen ik er tien had, allemaal druk,...
Lees verder Categorie: Peuterboeken, Prentenboek
| Reageer!
Bridget van der Puff en de spooktrein – Martin – Stewart – Illustraties: Georgien Overwater – Luitingh – Sijthoff – 296 blz. Bridget van der Puff is een dapper en avontuurlijk meisje dat nergens bang voor is. Als ze op de verjaardag van haar...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Een ongelofelijke grote, ongelofelijke gevaarlijke leguaan – Pim Lammers – Illustraties: Natascha Stenvert – Querido – 32 blz. Als een jongen een familiefoto mee moet nemen naar school, ziet hij dat helemaal niet zitten. Hij besluit dus maar een tekening te maken, dan kan...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Prentenboek, Voorleesboek
| Reageer!