De kleurrijke middeleeuwen
Op weg naar de hemel – Ludo Jongen – Sterck & Devreese – 255 blz.
Voor de middeleeuwer was het allemaal eenvoudig. De mens was geschapen op vrijdag 25 maart 5199 voor de geboorte van Christus. De geschiedenis zelf was een doorlopende lijn van de Schepping tot de Jongste Dag waarop het Laatste Oordeel zou plaatsvinden. De middeleeuwse mens was er van overtuigd in de laatste periode te leven tussen Christus’ Hemelvaart en het Laatste Oordeel. Het leven zelf van iedere mens werd beschouwd als een reis naar de hemel. Op weg naar de hemel maakt deze middeleeuwse visie op het leven zichtbaar in 33 hoofdstukken aan de hand van tekstfragmenten uit middeleeuwse kronieken, devotionele teksten en hoofse ridderromans.
Drieëndertig is niet toevallig gekozen door mediëvist Ludo Jongen. Volgens de traditie stierf Jezus op 33-jarige leeftijd aan het kruis. In een uitgebreide inleiding wordt onder meer stilgestaan bij de toenmalige literaire wereld. De auteur introduceert drie Middelnederlandse auteurs: Jacob van Maerlant, Lodewijk van Velthem en Jan van Boendale. In de eerste elf hoofdstukken ligt de focus vooral op het beeld in de middeleeuwen van de Schepping en de wereld. Bij dit laatste wijst een tekst van Jan van Boendale er op dat de toenmalige geleerden en ontwikkelde mensen zeer goed wisten dat de wereld een bol was. Men ging ook uit van vijf zones op de aarde waarvan de noordelijke en zuidelijke onbewoonbaar waren vanwege de koude. De middelste zone was onbewoonbaar vanwege de hitte. Het middeleeuwse beeld van de kosmos was geocentrisch. Men geloofde dat de aarde in het middelpunt stond. Ludo Jongen heeft verder een tekst opgenomen van Jacob van Maerlant met een hilarische opsomming van wonderlijke mensenrassen. Van Maerlant vermeldt een aantal van deze ‘rare kostgangers’ in zijn boek over Alexander de Grote. De krijgsheer bereikte trouwens het Aards Paradijs maar zal deze plaats niet betreden. De les is duidelijk: hoogmoed komt ten val.
De volgende acht hoofdstukken zijn gewijd aan het leven van Maria, de geboorte van Jezus en zijn passie en dood. In het hoofdstuk van de kinderjaren van Jezus worden een aantal ‘kinderverhalen’ uit de apocriefe evangeliën weergegeven. Hierbij is steeds een zekere spanning te bespeuren tussen het goddelijke en het menselijke. Zo maakte de kleine Jezus vogeltjes uit zand op een sabbat waarna de diertjes tot leven kwamen en wegvlogen. Toen zijn ‘vader’ Jozef een bedstede maakte, was er één plank niet lang genoeg. Samen met Jozef trok de kleine Jezus vervolgens aan de plank zodat deze de gewenste lengte kreeg.
In de volgende hoofdstukken komen enkele aspecten van het christendom en het christelijk leven aan bod zoals heiligenlevens, de strijd met duivels, christelijke deugden en gedragsregels. De laatste vier hoofdstukken illustreren dat het aardse leven werd beschouwd als een pelgrimage. Ze leren verder hoe een stervende bij te staan en te steunen. Een beschrijving van de Jongste Dag en het Laatste Oordeel sluit het boek af. Dat niet alles altijd even ernstig was bewijst een Oudfrans fabliau (een grappig verhaal) waar een eenvoudige maar slimme boer niet alleen Petrus, maar ook Thomas en Paulus aftroeft en zo zijn plaatsje in de hemel afdwingt.
De opbouw van ieder hoofdstuk is dezelfde. Eerst een korte inleiding waarna de middeleeuwse tekst in modern Nederlands wordt weergegeven. Ten slotte volgt een inhoudelijke uitleg van deze tekst. De vele kleurenillustraties uit middeleeuwse handschriften (met bronvermelding) vormen een echte meerwaarde. Achter in het boek vinden we nog een bronnenlijst en een register van eigennamen.
De weg naar de hemel is een met zorg samengesteld boek dat een zeer goede kijk geeft op de middeleeuwse christelijke denkwereld.
Kris Muylle