Het witte goud
Een kleine geschiedenis van de wereld aan de hand van schapen – Sally Coulthard – vertaling: Jan Wynsen – Uitgeverij Terra – 317 blz.
Binnen enkele weken zullen we ze weer zien in de weiden: de rondhuppelende schattige lammetjes die als geen ander het einde van de winter aankondigen. Maar laat ons eerlijk zijn: het grootste deel van het jaar merken we schapen niet op. Hiermee doen we deze dieren groot onrecht aan stelt de Britse schrijfster Sally Coulthard (°1974). Deze volgzame, wollige wezens behoren immers ‘tot de weinige dieren op aarde die grote invloed op de loop van de menselijke geschiedenis hebben gehad.’
Vanaf het moment dat de landbouw zich ontwikkelde, is de mens begonnen met het fokken van schapen. De vroegste voorouders van het moderne gedomesticeerde schaap zijn afkomstig uit de koude hoogvlaktes van Centraal-Azië. Van daaruit verspreidde het dier zich vrijwel over de ganse aardbol. Het vlees en de melk van schapen vormden in heel wat oude culturen een belangrijk onderdeel van het dieet.
Reeds 7000 jaar geleden slaagde de mens erin feta-achtige kaas te maken. In warme streken werd veel zout aan de kaas toegevoegd waardoor ze maandenlang houdbaar was. Zo kennen we vandaag nog de jameed, de bekende kaas van de bedoeïenen. In het koelere West- en Noord-Europa wist de mens rookkazen te maken of schimmels zoals de penicillium roqueforti op de kazen te laten groeien. In de grotten van Combalou, in het zuiden van Frankrijk, maakt men nog altijd Roquefort van schapenmelk. De mest van schapen was dan weer welkom voor het verrijken van de akkers en ook als brandstof. Maar de wol heeft ongetwijfeld het meest bijgedragen tot de menselijke geschiedenis. Dit natuurproduct heeft een aantal onmiskenbare voordelen. Het is sterk, heeft een hoog isolerend vermogen en kan veel vocht absorberen waarbij het zelfs warmte afgeeft. De mens beheerste al vroeg de techniek van het vilten. Wol werd door tal van volkeren gebruikt als kledij maar ook als tentmateriaal. Vikingen beheersten de wereldzeeën met de wollen zeilen van hun schepen.
Het belang van schapen komt tot uiting in diverse culturen. De Egyptische god Chnoem had een ramskop. In de Griekse mythologie ging Jason met zijn Argonauten op zoek naar het Gulden Vlies. De Chinezen kennen het jaar van het schaap. In de kunst vormt de schaapherder of het herderinnetje een belangrijke inspiratiebron. In heel wat godsdiensten was en is het schaap een offer- en symbooldier (Lam Gods, de Goede Herder). Onze taal is doordesemd van woorden en uitdrukkingen die verband houden met deze dieren zoals het zwarte schaap, schaapachtig kijken, een wolf in schaapskleren of een belhamel.
In de eerste helft van het boek verdedigt Coulthard met verve het belang van schapen op de menselijke geschiedenis. In het tweede deel van het boek verengt ze haar boodschap tot de bijdrage van schapen op de Britse geschiedenis. Ze wijst op de belangrijke rol van de wolhandel op de rijkdom van Engeland. In de middeleeuwen profiteerden vooral de kloosters van de opbrengsten. Deze wolhandel kwam ook andere gebieden in Europa ten goede. De bekende Italiaanse familie de Medici bestond in het begin uit kleine wolhandelaars. De rijkdom die werd gegenereerd door de verwerking van de wol leidde tot onder meer het ontstaan van de renaissance. Maar in de negentiende eeuw zal de verwerking van wol en katoen ook leiden tot schrijnende sociale mistoestanden zoals kinderarbeid in de industriële textielfabrieken. In de eeuwen daartussen leidden de zogenaamde ‘enclosures’ tot sociale spanningen. Een van de gevolgen is dat vandaag de helft van Engeland in het bezit is van een kleine groep van 25.000 landbezitters.
Auteur Sally Coulthard heeft archeologie en antropologie gestudeerd aan de Universiteit van Oxford. Ze schreef reeds diverse boeken over het buitenleven waarvan er enkele zijn vertaald in het Nederlands (Handboek vuurtje stoken, Het egeltjeshandboek, Floriografie). Ze is een gepassioneerd liefhebber van het platteland en heeft een column in het magazine Country Life. De liefde voor het platteland is ook duidelijk aanwezig in dit boek. Coulthard hanteert een toegankelijke en vlotte schrijfstijl met hier en daar een vleugje humor. Het boek is niet geïllustreerd met uitzondering van de mooie linosnedes aan het begin van ieder hoofdstuk. Het verhaal is goed onderbouwd. Met behulp van noten wordt verwezen naar de gebruikte bronnen. Achterin is een register opgenomen. Voornamelijk in het tweede deel van het boek maakt Coulthard gebruik van citaten.
De auteur eindigt haar verhaal met de bijdrage die schapen hebben geleverd op het vlak van natuurwetenschappelijke en medische doorbraken. Schapendarmen worden al eeuwen gebruikt als condoom tegen geslachtsziekten zoals syfilis (trouwens ook genoemd naar de mythologische herdersjongen Syphilus). De eerste vlucht van een luchtballon gebeurde met een schaap (Montauciel genaamd) aan boord. Het bekendste schaap is ongetwijfeld Dolly, het eerste zoogdier dat uit een volwassen cel is gekloond. Schapen blijken trouwens zeer intelligente dieren te zijn die liefst 50 gezichten kunnen herkennen. Veeroosters weten ze te omzeilen door zich er met de rug over te rollen.
Coulthard besluit met de stelling dat de toekomst van het schaap onzeker is. De intensieve, agressieve schapenhouderij van vandaag weegt op onze planeet en op het welzijn van de dieren. Tegelijk merkt ze op dat meer en meer mensen zich richten op het platteland. Ze besluit: ‘Maar op een of andere manier zullen we deze diepe genegenheid voor het plattelandsleven moeten rijmen met de keuzes die we als consumenten maken en met het nationale landbouwbeleid.’ Boek bestellen!
Kris Muylle