Een land dat niet meer bestaat

De vrouw die niet bestond – Marc Reugebrink – Querido – 269 blz.

De val van de Berlijnse muur op 9 november 1989 en, kort daarna, de Wiedervereinigung van de Duitse Democratische Republiek met West-Duitsland was niet voor iedereen de vervulling van een droomwens. Groepen als Demokratie Jetzt en Neues Forum betoogden, voor én na de val van de Muur, dat er wel degelijk zoiets bestond als een derde weg. Een alternatief voor het autoritaire, vrijheidsbeperkende socialisme van de DDR maar ook voor de zielloze consumptieverslaving van de Bondsrepubliek. Een land en een maatschappij waarin individuen zichzelf verder konden ontplooien dan mogelijk was in een van die twee andere systemen. En waarin zij dus ook wezenlijk vrijer zouden zijn.

Voor Elias Kroon, docent aan een universiteit in een niet al te grote stad, is vrijheid het belangrijkste wat er is. Kroon bezit de zeldzame gave dat hij studenten kan motiveren en enthousiast kan maken. Dat hij hen leert na te denken, dóór te denken, de waarheid te zoeken onder de oppervlakte. Hij geniet dan ook een cultstatus, en telkens weer zijn er

‘nieuwe generaties studenten die nu aan de beurt waren om een heel gezegend semester lang het vak te volgen dat in het curriculum stond aangeduid als ‘Kroon’ – ‘Kroon’, omdat niemand wist waar het onder te brengen: was het filosofie, sociologie, didactiek, agogie; was het politicologie misschien, of toch literatuur?’

Ook de onderwerpen van de ontelbare syllabussen die Kroon onvermoeibaar produceert, bieden wat dit betreft geen uitsluitsel. Nu eens hebben ze titels als ‘Aanloop en sprong’, ‘De banaliteit van het goede’ en ‘Pijn als verzet’, dan weer gaan ze over ‘Feminisme en apartheid’, ‘Verwondbaar vlees’ en ‘Zwijgen met de wolven.’  Kroon is een van die ouderwetse, bohémienachtige docenten, een van die steeds zeldzamer wordende local heros die niet talen naar bekendheid buiten de eigen kring. Nooit verschijnt er een artikel van zijn hand in een vaktijdschrift of verzamelbundel, nooit wordt hij geciteerd in wetenschappelijke publicaties. En daar is hij nog trots op ook.

Het onderwerp waar Kroon, direct of indirect, het vaakst over schrijft, is vrijheid. Voor Kroon was vrijheid, zoals een van zijn oud-collega’s het verwoordt, geen aan een bepaalde constellatie verbonden concept dat je in discussies kon inzetten. Het was niet minder dan ‘een van alle concepten bevrijde ervaring’.

Al een paar uur na de val van de muur op die gedenkwaardige novemberavond in 1989 neemt Kroon de nachttrein naar Berlijn. Nu, voor het eerst in zijn leven, kan hij proeven hoe vrijheid er in de praktijk uitziet.  Voor het eerst kan hij zijn ideeën toetsen aan de werkelijkheid, en al snel raakt hij verzeild in kringen van mensen die het aandurfden om wat overal als bevrijding werd verkocht in zijn juiste verhoudingen te zien. Maar die ook onvermoeibaar hun eigen alternatief bleven verdedigen:

‘Er hing iets in de lucht wat Kroon weliswaar kende uit het studentenleven thuis, maar dat toch op een beslissende manier anders was, dacht hij, opgeladen met een elektriciteit die het samenzijn tot meer maakte dan het door hormoonhuishouding en een niet meer dan tijdelijke bevrijding van oerburgerlijke normaalzucht gestuurde samenkomsten die Kroon van zijn eigen studenten kende. Hier werd niet een bepaald fase in het leven gecelebreerd, waarna het zich langs geijkte wegen verder zou zetten; hier werd voor de eerste keer een ander, een tot dan toe ondenkbaar leven ingericht.’

Kroon keert niet terug naar zijn universiteit, hij keert niet terug naar zijn gezin. Hij laat een dochtertje achter en een verbitterde echtgenote die tegen haar kind blijft volhouden dat een andere vrouw de oorzaak is van haar vaders’ plotselinge verdwijning.

De dochter, Anna, neemt dat aan voor waar; zij kan niet anders, ze heeft nauwelijks herinneringen aan Kroon. Totdat ze, decennia later in het Louvre, ineens oog in oog staat met Delacroix’ roemruchte schilderij van de vrouw met het ontblote bovenlijf, De vrijheid leidt het volk. En zich realiseert dat ze dit schilderij al eerder heeft gezien, als klein meisje samen met haar vader. En dat ze toen zelfs hebben gesproken over de vraag of vrijheid altijd bloot en/of socialistisch is…

Het weerzien van het schilderij – het verbeeldt niet voor niets de Madeleine! – is voor Anna aanleiding om alsnog op zoek te gaan. Ze reist naar de vroegere DDR, zoekt en vindt mensen die haar vader hebben gekend, hoort verhalen over hun communale leven (‘geen ruzies over het neuken, wel over de keuken’) en doet daarvan verslag in brieven aan haar liefdesvriendin Julia. Want met jongens en mannen heeft Anna nooit goed raad geweten, of dat nu komt door het slechte voorbeeld van haar wanhopige, manverslaafde moeder, door het ontbreken van een vaderfiguur, of omdat sommige vrouwen nu eenmaal vanuit zichzelf op andere vrouwen vallen.

Reugebrink laat het in het midden, en dat geeft Anna iets prettig onnadrukkelijks. Het is dezelfde onnadrukkelijkheid die ook zijn vorige romans – Het Belgisch huwelijk, Zout (en vele andere!) – zo aantrekkelijk maakten. Maar anders dan in die romans weet Reugebrink zijn stilistische bravoure in zijn nieuwste boek niet voortdurend vol te houden. Daarvoor moet er te veel worden uitgelegd: over de politieke omstandigheden en discussies in het voormalige Oost-Duitsland, over vergeten Duitse dichters, over de Internationale. Daar staat tegenover dat Reugebrink, pregnanter dan ooit tevoren, een urgent filosofisch en politiek thema behandelt, de maatschappelijke voorwaarden van vrijheid. En dat hij daar, via zijn protagonist Elias Kroon, ook werkelijk iets nieuws over heeft te zeggen. Iets om over na te denken, iets om over dóór te denken. Kroon, waar hij op dit moment ook is, kan tevreden zijn…

Hein-Anton van der Heijden

Andere recensies

Het dagboek van de grote boze wolf – Ben Miller – Vertaling: Tosca Menten – Van Holkema & Warendorf – 240 blz. Wat een hilarisch verhaal, dit dagboek van de grote boze wolf. Aan het begin van het verhaal is de winter net afgelopen...
Lees verder Categorie: Humor, Kinderboeken
| Reageer!
Wij van de Ripetta – Tomas Lieske – Querido – 231 blz. In deze roman laat Lieske de Engelse schrijver en toneelspeler William Shakespeare naar Rome reizen. In werkelijkheid is hij daar nooit geweest, maar het levert een verrassend boek op als Shakespeare daar...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!
Het jaar van Bonk – Tiny Fisscher – Illustraties: Sophie Pluim – Volt – 314 blz. Wanneer Finn de nieuwe buurt vanuit een kastanjeboom door zijn verrekijker verkent, wordt hij ruw verstoord door Zwaan die het niets vindt om bespied te worden door een...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Kinderboeken
| Reageer!