De machteloze vrouwen
Moed en tegenspoed – Edward De Maesschalck – Uitgeverij Sterck & de Vreese – 303 blz.
Historicus en programmamaker Edward De Maesschalck (1946) publiceerde in het verleden veel geschiedkundige werken waarin aandacht uitging naar vrouwen. Daarbij was hem iets opgevallen. In de middeleeuwen speelden vrouwen nooit echt de eerste viool maar ze hadden dikwijls toch wel een en ander in de pap te brokken. Dit veranderde in de vijftiende eeuw tijdens de regeerperiode van de Bourgondische hertogen. Deze breuklijn argumenteert de auteur niet met een onderbouwde studie maar aan de hand van tien portretten van machtige, maar steeds machtelozer vrouwen afgewisseld met een overzicht van diverse historische fenomenen en gebeurtenissen.
De lijst van vrouwen vertoont een aantal namen die vrij bekend in de oren klinken zoals Jeanne d’Arc en Maria van Bourgondië. Het boek opent met een vergeten vrouw. Johanna van Brabant lag aan de basis van de Bourgondische dynastie. Haar dochter Margaretha van Male huwde met de Bourgondische hertog Filips de Stoute. Het is niet de enige onbekende vrouw. Wie kent bijvoorbeeld Guigone de Salins? Zij was de vrouw van Nicolas Rolin, de beroemde advocaat uit Autun. Samen stichtten ze het Hospices de Beaune. Ze staan dan ook samen prominent afgebeeld op het retabel Het Laatste Oordeel van Rogier van der Weyden dat daar te bewonderen is. Na de dood van haar man nam ze de leiding op zich over het hospitaal.
Maar het succesverhaal van Guigone is een van de uitzonderingen in het boek. De auteur toont aan dat mannen vrouwen dikwijls als onmondige en lichtzinnige wezens beschouwden. Die slechte reputatie werd verder verspreid door tal van mannelijke historici die zonder verpinken een aantal ongenuanceerde beelden in stand hielden. Zo kreeg Johanna van Castilië, de weduwe van de Bourgondische hertog Filips de Schone, de stempel van ‘waanzinnig’ opgeplakt. Het verhaal gaat dat ze ronddwaalde met het lijk van haar man. De Maesschalck haalt het onderzoek aan van de Spaanse professor Bethany Aram. Uit haar studie blijkt dat Johanna niet waanzinnig was, althans niet in de betekenis zoals wij dat kennen. Om verschillende redenen was ze ‘ongeschikt om te regeren’, maar de voornaamste reden was dat mannen het liever in haar plaats deden. Ook de genoemde Johanna van Brabant werd opgezadeld met een kwalijke reputatie. Ze zou de zwangere minnares van haar man hebben laten doden waarna die Johanna levend liet inmetselen. Later onderzoek ontkrachtte dit verhaal.
Iedere biografie wordt afgewisseld met een thema dat een verdere verdieping is van het vrouwbeeld in de vijftiende eeuw. Zo wordt er onder meer stilgestaan bij de hoofse liefde, de bastaards, zieneressen, monialen en begijnen. Het dieptepunt is de publicatie in 1486 van De Heksenhamer van inquisiteur Heinrich Krämer dat uitgroeide tot hét handboek van de heksenjagers. Alle vrouwen werden hierin afgeschilderd als potentiële heksen.
Het boek is overvloedig en prachtig geïllustreerd met afbeeldingen van miniaturen en kunstwerken. Achterin is per hoofdstuk een bibliografie opgenomen met telkens een vrij beperkt aantal niet al te recente bronnen. Een index ontbreekt.
De lage dunk over vrouwen zal na de Bourgondische tijd verder worden versterkt tot ze onder de wetgeving van Napoleon alle rechten verloren aldus De Maesschalck. ‘Ze stonden toen als hulpeloze en onbekwame wezens altijd onder voogdij van mannen en hadden niet meer rechten dan minderjarigen of zwakzinnigen.’ Boek bestellen!
Kris Muylle