Zwarte bladzijde uit Spaans verleden
De gestolen kinderen – Gerardo Soto y Koelemeijer – Nieuw Amsterdam – 255 blz.
De titel en de achterflap van het boek geven het thema van het boek al aan: de tienduizenden kinderen die bij hun “rode” ouders zijn weggehaald en opgegroeid zijn in Franco-gezinde gezinnen. De schrijver laat het verhaal vertellen door Miguel, een van die kinderen, die, als hij in de veertig is, er achter komt dat zijn ouders niet zijn biologische ouders waren. Miguel is een binnenvetter, hij vertelt alleen zijn beste vriend Álvaro dat hij van een tante heeft gehoord dat hij geadopteerd is. Thuis merkt Miguel’s vrouw Julia dat er iets is, maar ze denkt aan een buitenechtelijke verhouding en Miguel laat dat zo.
Beetje bij beetje begint het te dagen dat hij misschien een van de “gestolen kinderen” is, waar rond de eeuwwisseling steeds meer over in de publiciteit komt. Ondanks aandringen van Álvaro, die veel krantenknipsels aan Miguel geeft, doet Miguel er weinig aan om erachter te komen hoe het allemaal zit, waar hij vandaan komt en hoe het zo gekomen is. Hij raakt steeds meer in zichzelf gekeerd en zijn relatie met Julia heeft daar onder te lijden. Uiteindelijk is het niet onderzoek maar een oprisping uit zijn geheugen die hem bij een oude vrouw in zijn eigen dorp brengt. Zij kent zijn echte naam en geschiedenis. Eindelijk, na anderhalf jaar, komt hij er toe het zijn vrouw te vertellen. Julia is zo boos over het gebrek aan vertrouwen dat hij in haar heeft gehad dat ze hem, met hun twee kinderen, verlaat.
Als Miguel uiteindelijk in het dorp van zijn biologische ouders komt, blijken die jaren eerder overleden te zijn. Er wacht alleen een brief van zijn moeder op hem waarin staat hoe hij van haar is afgepakt, met de boodschap dat hij overleden was. Ze heeft het nooit geloofd en ze heeft geprobeerd te achterhalen wat er was gebeurd. Maar de autoriteiten werkten haar tegen en ze heeft hem nooit gevonden.
Het verhaal laat mooi de worsteling zien die Miguel heeft om te begrijpen dat hij niet is wie hij is, zijn ouders hem nooit iets hebben verteld en beetje bij beetje dingen begrijpt uit zijn jeugd. Ook de tweedeling in de maatschappij, tot lang na Franco, zet het boek scherp neer.
Het verhaal is wat mager verteld en ook het waarom komt niet helemaal uit de verf. Niet het waarom van de ouders waar hij bij is opgegroeid en niet het waarom van de maatschappij die dit is begonnen en het tientallen jaren heeft verzwegen. Het zwijgen, terwijl zovelen er aan hebben meegewerkt, is nog het meest schrijnend.
Even wordt de ideologische achtergrond van het regime aangehaald, die de “roden” als inferieure wezens ziet en daarom hun kinderen laat opgroeien in goede katholieke en Franco gezinde gezinnen. Die theorie is ontwikkeld door Antonio Vallejo-Nájera, hoofd van de psychiatrische dienst van het leger. Hij wordt wel eens vergeleken met Mengele, maar misschien is Eichman, of sterker Himmler, een betere vergelijking.
Boek bestellen!