“Alles wat je bedenkt is waar, alles wat je droomt is waar”

Thomas Verbogt (1952) schrijft al ruim 35 jaar romans, verhalenbundels en toneelstukken. Zijn bibliografie omvat bijna dertig titels. Zijn stijl kenmerkt zich door een ietwat melancholieke, lichte toon. In zijn korte verhalen is hij vaak heel humoristisch. Verbogt had lange tijd geen groot lezerspubliek, hij werd soms een “writers’ writer” genoemd. De laatste jaren is de bekendheid van zijn werk echter sterk toegenomen. Pieter Steinz rekent hem tot ‘de eredivisie van de Nederlandse literatuur’. Zijn onlangs verschenen roman Als de winter voorbij is staat op de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2016.

Als de winter voorbij is gaat over een man van begin zestig die terugkijkt op zijn leven. In het bijzonder op zijn ontmoetingen met vrouwen. Ontmoetingen die, hoe kort ook, soms van grote betekenis zijn geweest voor de verteller. Ik zal hier niet vragen naar het autobiografische gehalte, wel valt het me op hoe onbevangen u zich kunt inleven in de situatie van de verteller. Dat doet enige affiniteit met het thema vermoeden.

Dit boek is voor een belangrijk deel mijn eigen leven. Autobiografisch schrijven moet je leren durven. Daar heb ik enige tijd over gedaan. Pas toen ik een boek schreef over mijn overleden vriend Frans Kusters, Het eerste licht boven de stad merkte ik hoezeer ik me thuis voelde in de autobiografische vorm.

In de besprekingen van uw werk is de lof voor uw stijl van schrijven een constante. Men heeft het over elegantie, over ‘helder weergeven’, over ‘betoverend verwoorden’. Wat vindt u van de nadruk op dit aspect van uw werk?

Behalve dat het me goed doet, vind ik het ook belangrijk. Het boek is niet alleen het verhaal, de thematiek, het is ook stijl en vorm. Daaraan werk ik harder dan aan het verhaal, want dat is er al zodra ik aan boek begin. Ik ken het misschien nog niet van a tot z, maar het is er. Maar dan komt de vraag: hoe vertel ik het? Een roman roept niet alleen van alles op, maar is ook iets wat gemáákt is – het is ook materiaal.

In een van de besprekingen van Als de winter voorbij is las ik: ‘De pers, en gelukkig ook de lezer, is steeds welwillender geworden ten opzichte van het werk van Verbogt.’ Er is dus sprake van een langzaam groeiende waardering, een gestaag groter lezerspubliek. Is dat ook uw beleving? En hoe gaat een schrijver om met een ‘langzaam groeiende waardering’.

Welwillend zou ik willen vertalen in: de lezer en ik zijn in de loop der jaren steeds meer naar elkaar toe gegroeid. Die langzaam groeiende waardering stel ik met groot genoegen vast, maar is niet iets wat me bezighoudt tijdens het schrijven. Daarin wil ik vooral trouw zijn aan mezelf.

U herneemt in een roman soms een eerder gebruikt thema. Hoe werkt dat? Blijven zulke thema’s na voltooiing van een boek in je hoofd zitten, ontwikkelen ze zich door, ontdekt u dat het beter kan dan de vorige keer?

Iedere schrijver schrijft in zijn hele oeuvre altijd over hetzelfde. Op verschillende manieren. Het zijn thema’s waar ik niet onderuit kom en ik heb verhalen nodig om te begrijpen waarom dat zo is.

U schrijft columns voor De Gelderlander. Hoe ziet u de relatie daarvan tot uw overige werk, dat vaak van langere adem is?

De relatie is: de lichte toon, met weinig woorden veel zeggen, aandacht voor het veelzeggende detail.

Na het lezen van enkele van uw boeken stel ik mij u voor als een bedachtzaam persoon. Iemand die iets heeft met filosofie, met in jezelf weten te keren. Klopt dat?

Dat is waar. Ik houd me graag in mijn werkkamer op. Daar staan veel boeken van filosofen. Maar ik luister daar ook naar rockmuziek, behalve wanneer ik werk, want dan is het meestal Bach.

Een van de citaten die u vooraf laat gaan aan Als de winter voorbij is, is van Frans Kusters: ‘Schrik niet van wat je overkomt / En vertrouw je stoutste dromen’. Welke betekenis hebben deze zinnen voor u?

Je kunt je alles laten overkomen wat je maar wilt, als je in je fantasie woont. Alles wat je bedenkt is waar, alles wat je droomt is waar.

Vragen: Peter van der Ploeg

Lees hier de recensie van Als de winter voorbij is

Andere recensies

De Franse boekenbrigade – Janet Skeslien Charles – Vertaling: Mieke Trouw-Luyckx – Luiting – Sijthoff – 350 blz. Het is waarschijnlijk niet zo bekend dat ruim honderd jaar geleden de bibliotheken in de wereld bijna uitsluitend gericht waren op volwassenen. En dan ook nog...
Lees verder Categorie: Historische roman
| Reageer!
Flubbertje Flip – Tosca Menten – Illustraties: Marijn van Wateren – Van Goor – 176 blz. Op de omslag van dit boek staat “Vrolijke verhalen (en soms een beetje vies)” en daar ben ik het helemaal mee eens. De verhalen zijn heerlijk om te...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Joost de Vries – Hogere machten – Prometheus – 320 blz. De auteur heeft al drie romans (en de verhalenbundel Rustig aan, tijger) op zijn naam staan: Clausewitz, De republiek (winnaar van de Gouden Boekenuil) en Oude meesters. Kenmerkend daarin is zijn driestheid, ironie en humor. Hij...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!